Lofzang 101
Uit naam van het
‘Groot Universeel Liefdesvermogen’
spreek ik uit;
1. Hoe zuiverend en rechtvaardig is de liefde, die vanuit ‘alle’ levende wezens op aarde werkzaam is. Hoe ‘onrechtvaardig’ is de onverschilligheid van velen, tegen de schoonheid van de natuur.
2. Ik zing een loflied uit op liefde en schoonheid, om te eren en respecteren, het krachtveld van groeiende intimiteit, zichtbaar in de natuur.
3. Hoe kan ik het beste gedijen in dit krachtenveld van koesterende, hartverwarmende en immanente levenswil. Die totaal aanwezig is tot in het kleinste deeltje organisch leven.
4. Dat kan ik doen door te veroordelen en af te wijzen, wat fout onwaarachtig en misdadig is. En me niet bezig te houden met misleidingen die de schoonheid en de natuurlijke waardigheid van het leven geweld aandoen.
5. Daar waar veel mensen ‘heimelijk’ lasterlijke taal uitspreken en zij onzedelijke en zieke zaken praktiseren. Zal ik hen tot zwijgen vermanen en hun wijzen op de schadelijke uitwerkingen van hun handelswijzen.
6. Hooghartige en verwaande lieden zal ik door mijn ‘liefdesenergie’ tot redelijkheid proberen te brengen en hun vragen, ‘dienaren’ van het ‘Groot Universeel Liefdesvermogen’ te worden.
7. Elke ochtend opnieuw, breng ik een ode aan de schoonheid en veelsoortigheid van de aarde en de liefdeskunst. Om haar kundigheid, haar zuiverheid en haar eerlijkheid te prijzen. Opdat ‘mensheid’ gezuiverd worde van ongerechtigheid, wanorde en destructief handelen.
Uit naam van het
“Groot Universeel Liefdesvermogen”
Amen