Naar lofzangen

 

Lofzang 25 … ars amadi

 

… MIJN VERLANGEN GAAT UIT NAAR JOU …

 

[1] Naar jou hef ik mijn ziel, O “Machtig ‘strijdloos’ Liefdesvermogen”, in de liefde ontmoet ik jou.  Door ‘jou’ kom ik tot rust, aan jou vertrouw ik het uiterste van mijn kunnen.

[2] ‘Niet’ schaam ik mij, in mijn onvermogen ‘jou’ lief te hebben in de ‘ander’ mijn ‘tegenover’. Telkens weer krijg ik een kans, mijn leven te verbeteren. Heel mijn ‘zijn’ wil zich richten naar jou, niet zal ik te schande staan omdat ik gefaald heb in de liefdeskunst.

[3] Naar ‘jou’ verheft zich mijn ziel, “mijn Machtig ‘strijdloos’ Liefdesvermogen’ ... Ik heb je lief, ook in de ‘anderen’ die mij niet kunnen verstaan. Zij gaan hun eigen weg, ‘soms’ ontmoeten wij elkaar op de kruispunten van onze wegen tijdens ons liefdesverlangen. Dan staan we even stil, om te herkennen in elkaar waar onze zielen naar verlangen.

[4]  “Jij”, bent er om de gespannenheid van ons dagelijks leven te verlichten. Ons verlangen gaat uit naar jou, door en met de ander. En dan buigen wij ons naar ‘elkaar’, of … naar de onschuld van een kind, de klank en kleur van een muziekstuk, of de stralende kleurenpracht van een bloem.

[5] Dan … beseffen wij dat we nog veel te ervaren en te leren hebben, door  ‘ars amandi’, met de betekenis, ‘vaardigheid beoefenen door liefdesbeleving’.

[6] Naar jou verheft zich mijn ziel, O, Machtig ‘strijdloos’ Liefdesvermogen in de liefdeskunst komt onze ziel tot rust.

 

La Lucas

Huis van Compassie

2016-12-12