Naar lofzangen

Lofzang 42.  Gelijk een hert smacht ik …

 

[1] Gelijk een hert smacht ik naar de bron van mijn ‘wezen’, naar ‘jouw’ werkelijkheid, Oh aanwezige energieke ‘liefdes werkelijkheid’ jij bent in ons leven aanwezig als een Koninklijk Vorst die ons stuurt en richting geeft. Wanneer kan een mens zover geraken dat hij/zij bevrijd van zorgenlast, ‘jouw’ Universele Liefde kan zien en ervaren in al haar totaliteit hier op aarde?

 

[2] Mijn ‘wezen’ staat open om gelaafd te worden door de kracht van mijn ziele/lichaam, het onstoffelijke levensbeginsel van de mens. Zal ik het nog meemaken dat mijn ‘wezenlijke zelf’ is omgevormd tot een feestelijke schrijn, waarin anderen kunnen schuilen of waaraan zij hun voordeel kunnen doen?

 

[3] Dag in dag uit wordt mijn positieve weerklank op de proef gesteld, door vragen als; waar is jouw God gebleven? Dan zinkt mij de moed in de schoenen om er voor uit te komen, dat ik niet meer geloof in de ‘Almacht van God’ zoals velen dat nog kunnen, maar als een “Universele Scheppingskracht” dat voor ons allen aanwezig is, als een energieke ‘Universele Liefdeswerkelijkheid’.

 

[4] Tot tranen’s toe wordt ik bewogen als het tot mij doordringt dat de kwellingen die mensen wordt aangedaan, geen voorwaarde kan zijn voor een toekomst die nog te wachten staat. Nee, het kan niet zo zijn dat deze lijdensweg van de ‘mensheid’, door een God gewild zou zijn, dat er een God zou bestaan die het toestaat dat deze wereld zichzelf zou gaan vernietigen. Dat er een God zou bestaan die daar een ‘bedoeling’ mee zou kunnen hebben. Dat er een ‘heilsplan’ zou zijn om via vernietiging tot een nieuwe wereld te komen.

 

[5] Ja! mijn ziel doet haar uiterste best om aan mij het bestaan van God te verklaren. Nee! er is geen zang en feestgedruis te bespeuren in mijn ziele/lichaam, als ik dit alles overdenk.

 

[6] Het is mij angstig te moede door het besef hoe noodzakelijk het is, om in alle eerlijkheid verslag te doen van mijn bevindingen. Die indruisen tegen eeuwenlange verwachtingen die aan ons zijn voorgedragen en het maakt mij duidelijk, dat het door mensen gemaakte verhalen zijn, een niet te bewijzen werkelijkheid uit een verleden tijd die we niet meer als leidraad mogen nemen.

 

[7] Herhaaldelijk worden wij, door ‘geestelijke ingevingen en raadgevingen’ gevoed, geraken wij mensen er van bewust, dat wij door ‘geestelijke invloedsferen’ worden geleidt naar een hoger ‘levensplan’. En dit maakt mij duidelijk, dat ‘gods-plan’ zoals dit in de Bijbelverhalen aan ons werd gesuggereerd, een plan is dat door mensen is opgetekend. Er is geen God die met ons discuteert, dan is het een mensenplan, dat los staat van het energetische vermogen van wat ik UnLiW en UnLeW noem.

 

[8] Die Scheppende All/macht [ontstaansorde of energie] is echter wel degelijk van ‘invloed’ op de aardse mens, dat wel, maar dan wel als een wereld/geestelijk energetisch vermogen, dat zich in duizenden jaren als een geestelijk erfgoed in onze genen of psychische kenvermogen tot een ‘gedachtengoed’ heeft gegenereerd/-vermeerderd en uitvergroot, is mede gevormd door ons geestelijke vermogen als aardse individuen.

 

[9] Een energieke geestelijke bovenlaag of sfeer, dat is samengesteld uit miljarden breinen, en met iedere geboorte wordt dit ‘wereldbrein uitgebreid door middel van ons mensen, een ieder heeft daar invloed op ten goede of ten kwade, dit maakt namelijk uit hoe “toekomstige tijd” er uit gaat zien.

 

[10] Gods Almacht of UnLeW is in al haar ‘Grootheid’, onder talloze mensen verdeeld aanwezig, als een aanwezigheid die ons op het juiste spoor zet, in het leven van alle dag. Daar dient dus een omkering plaats te vinden, in ons denken.

 

[11] Als een ‘wordende’ geloofswerkelijkheid, waarin we beseffen dat we in de geest met elkaar verbonden zijn, en door hetzelfde na te streven, kunnen we een nieuwe wereld zichtbaar maken. Dan kan ‘Gods Almacht of UnLeW’ zijn werk doen, als de ‘beïnvloedende werkzaamheid van onze geest’ door het ‘samenbindende effect’ van alle mensen die hetzelfde doel nastreven, daar naar leven. En dan heeft het weer zin om in grote getale samen te komen, op plaatsen die ons respect verdienen, door haar geloofwaardigheid, in kerken en gewijde plaatsen.

Samen komen, op plaatsen die daar geschikt voor zijn, om elkaar te ontmoeten te voeden en steunen, om in de geest van ‘Universele Liefde” het woord van het ‘Eeuwig Waarachtige’ in praktijk te brengen en aan elkaar door te geven.

 

[12] Bij elkaar komen om de ‘bron’ van al het leven de ‘levensenergie’ die ik blijf aanduiden als “Universele Liefdesenergie” UnLiW, aan elkaar door te geven in gedachten, woord en gebaar. Veel mensen zullen nu misschien zeggen; maar dat kan helemaal niet, dat hebben ze ons niet geleerd, dat zal niet lukken, kijk naar de secularisatie in het christendom, dit kun je niet van mensen verwachten, deze andere kijk op “DatWatGodIs” is.

 

[13] Dan zal ik antwoorden, ja helaas, dat is omdat wij in een maatschappij opgroeiden en opgroeien, waar veel mensen een sterke neiging bezitten om zich ‘narrig negatief’ te gedragen, als er gebeurtenissen plaats vinden dat hun niet zint, of over dat wat ze niet begrijpen kunnen. Maar dat hoeft geen reden te zijn om geen aanzet te doen voor ‘omvorming’ en verandering van oeroude beginselen, lijkt mij zo.

 

Toevoeging over het begrip ‘narrig negatief’:

En ‘narrig’ betekent hier; knorrig, gemeenlijk, mopperig en ontevreden. En negatief betekent dan; niet in staat zijn om ook een positieve kant van een minder leuke zaak te kunnen bezien.

 

   La Lucas