Meditatie in de zin van,
‘zitten’ voor God of een hogere entiteit.
Zitmeditatie.
Meditatie in de zin van zitten voor God, of een hoge entiteit, op een afgelegen plek, individueel of in een groep. Hier is er sprake van contemplatie, of een voortdurend aanwezig zijn in concentratie. … Zitten in het hier en nu … is hier, een voortdurend bewust aanwezig zijn en een gericht zijn op iets, een God of hogere entiteit, met als oefening het loslaten van het denken, de onrust die het denken teweeg brengt. Spanningen en gebeurtenissen van het dagelijkse leven laten zijn wat het is.
Tijdens het zitten kunnen gevoelens van vreugde, smart, waakzaamheid, ongenoegen, hulpeloosheid, eerbied, ontzag en stilte, elkaar afwisselen in een actieve strijdbaarheid, en tegenstrijdige gevoelens veroorzaken van opgeven of doorgaan. Het zitten kán een strijd worden tussen de geest en het lichaam, door pijn en onrust. Het kan ook momenten van vreugde en ontzag geven. Die strijd kan alleen door veel oefenen losgelaten worden.
Het zitten.
Het zitten moet je leren, het is een jarenlange oefening, dat je leven kan beďnvloeden, en het is niet te zeggen hoe lang het leerproces zal duren. Het gaat dan ook om het zitten en niet om het bereiken van resultaat of doel. Er is geen doel wel een weg om te gaan, en tijdens het volgen van die weg de volmaakte stilte of volledige rust ervaren.
Bij meditatie in de zin van zitten voor God of een hogere entiteit, is het van belang alles wat zich in het bewustzijn aandient los te laten en er niet meer mee bezig te zijn. Alle indrukken van buiten, pijn, jeuk en ongemak dienen we te laten voor wat het is. Naarmate iemand in staat is los te laten, zal hij of zij meer en meer de stilte beleven. Die mens kan dan het wezenlijke, het eeuwig onsterfelijke ... ziel ... in hemzelf ervaren. Om dit te kunnen dient men zich eerst de techniek van het zitten 'eigen' te maken.
Zitten op een krukje.
Het is verstandig meteen te leren zitten op een krukje. Je zit dan op de zitbeentjes van je bekkenbodem. Uit dat bekken komt de ruggengraat omhoog, en daaraan hangt de ribbenkast, en daaraan weer je schouders, je armen en daar bovenop bevind zich het hoofd.
De tijd om te zitten neemt per keer 15 of 25 minuten tijd in beslag. Zitten doe je dan op een meditatie krukje in de 1/2 lotushouding, dat is rechtop een krukje zitten met de benen gekruist en met de knieën op de grond, waarbij je rechtervoet steunt op het linkeronderbeen. Of gewoon met je benen naast het krukje op de grond. Vanuit deze zithouding waarbij je lichaam in evenwicht wordt gehouden door met de billen op het krukje te zitten, wordt je lichaam gesteund door de beide knieën op de grond.
Beweeg dan vanuit deze zittende positie de gestrekte romp even langzaam naar voren en naar achteren, doe dit een paar keer en vind dan een middenpositie. Doe dit nogmaals met je romp door deze van links naar rechts te bewegen. Op deze wijze leer je de juiste zithouding te vinden. Daarbij dien je ook nog je bekken te kantelen in een voorwaartse en achterwaartse kantel beweging, waarbij de ene keer je buik bol staat en de andere keer je rug bol staat, zoek ook daarin een middenpositie.
Je zit dan op de juiste manier rechtop, waarbij je steun en balans vindt via de knieën die voor je op de grond steunen. Laat dan je armen losjes vanuit de schouderkom omlaag hangen, zodat je handen net of niet de grond raken. Breng dan je handen langzaam naar voren met de handpalmen naar boven en houd ze zodanig naast elkaar dat de beide duimen elkaar net niet raken. Vergeet niet de armen losjes vanuit je schouderkom te laten hangen!
Feedback:
Vanaf nu dien je door feedback met je eigen lichaam je lijf en houding bij te stellen als dat nodig is.
1. je leert vanuit je zitbeentjes te voelen of je uit balans bent geraakt.
2. je leert via je duimen of je er gespannen bijzit
3. je leert of je losjes in de adem zit, of dat je je adem vasthoud.
Als je op deze wijze in staat bent gekomen om op de juiste wijze te zitten, dan kan je nu aandacht besteden aan de juiste manier van ademhalen.
De ademhaling.
· Als je dan de juiste houding hebt aangenomen kun je met aandacht naar je ademhaling gaan. En je zult merken dat je daardoor beter de juiste houding aanneemt en in staat de dingen los te laten.
· Ga met je binnenzintuig naar je ademhaling, en wordt je bewust hoe deze gaat, langzaam of snel, oppervlakkig of diep, ruim of benauwd.
· Ga, als je bewust bent geworden van hoe je ademhaling gaat, zeven tellen inademen, en veertien tellen uitademen, zo diep mogelijk, blaas alle lucht eruit tot deze helemaal op is. Let op je middenrif wanneer deze de laagste stand, en de hoogste stand bereikt. Als je helemaal leeg bent hoef je niks anders te doen dan je longen vanzelf vol te laten lopen, ga dus niet lucht halen !
· Op deze manier zul je beter in je lichaam en bewuster met de spanningen om kunnen gaan, alle doe en denkwerk achter je laten en langzaam in het ‘niets’ binnentreden.
· Steeds als je merkt dat je bezig blijft met passerende indrukken of herinneringen, ga je de oefening van de uitademing doen.
Mediteren in een groep:
Als je gaat mediteren in een groep, ga je zitten binnen een overeengekomen tijdsspanne, bijvoorbeeld 15 of 25 minuten en 1 a 2 keer, of zeven maal per dag. Het is dan bijna onvermijdelijk dat er momenten komen van ondraaglijke spanning, of het idee van: ik sta op en eerder dan afgesproken is.
Wat je ter plekke kan doen is beginnen met een parcours te gaan volgen met je binnen zintuiglijk waarnemingsvermogen. Dat binnenzintuig kan je gebruiken om systematisch een speurtocht door je lichaam te maken, hierdoor kan de nodige rust en ontspanning teweeg worden gebracht.
Speurtocht: (vanaf dit moment moet je de ogen sluiten)
· Ga met je binnenzintuig naar je rechtervoet en begin bij de grote teen, volg de rand van je voet, en wordt de welving van je voetzool gewaar, wordt de hele voet gewaar en op welke plek deze de grond raakt.
· Ga vanuit het midden van je voetzool van je rechtervoet naar je enkel, wordt bewust van je achillespees, en ga omhoog via de kuit, scheenbeen, en knie, stijg vanuit het kniegewricht omhoog langs je dijbeen naar het heupgewricht, het heiligbeen je bekken in.
· Volg vanuit het midden van je voetzool van je linkervoet hetzelfde parcours nog eens.
· Ga nu al speurend van het ene heupgewricht naar het andere en word je bekken gewaar. Voel je bekken als een schaal en hoe dat bekken je buik draagt, en verbonden is met je ruggenwervel en je borstkast. Laat de spanningen in je onderbuik los en voel de ruimte die deze speurtocht met zich meebrengt.
· Speur nu vanuit je stuitje naar voren en omhoog, passeer het middenrif, je borstkast, je schouderbladen, en ga langs je linkerarm omlaag langs je opperarmbeen, je spaakbeen, je handen, je handpalm en word je handwortelbeentjes gewaar, en dan weer terug omhoog.
· Volg dezelfde route nogmaals maar dan langs je rechterarm omlaag.
· Speur vervolgens vanaf je borstkast en wervels, je borstbeen, via je slokdarm, je keel en mondholte, je neus, de oogkassen omhoog door je hoofd en eindig je speurtocht bij je kruin.
· Je bent nu bewust van de houding van je lichaam, je staat open, binnen het spannings veld van je lichaam en het waarom dat je hier zit.
Als je door veel oefening in de juiste houding bent gekomen, kan je nu de stilte ingaan (de berg bestijgen).
Zie: Monte Carmelo (bestijging van de berg).
Anthoon Budel
Harderwijkerweg 134
Dieren
1 Augustus 2004.
Zitten op een krukje.
Laten we dan nu de stilte ingaan
zei ze, het is zo eenvoudig
zei ze, je hoeft alleen maar te luisteren
naar je eigen adem
je hoeft alleen maar binnen te gaan
in je eigen binnen, de diepte in
en wees aanwezig
in de warmte van je bekken
ga gewoon zitten, zei ze
duw je schedel omhoog
de ruimte in en druk je billen stevig op het bankje
zwaarder en zwaarder
stel je ruggengraat voor als een zuil
die omhoog reist als je inademt
en omlaag als je uitademt
dan ben je je eigen adem geworden
in rust stijgend en dalend
dán kan je licht ontvangen
geven en ontvangen in je eigen tempo.
(Magda Maris 1989).
Joannes van het Kruis zegt het zo:
Vanuit deze houding vindt men rust en vrede. Omdat niets de mens begeerd, drijft niets hem weg uit zijn midden. Niets verheft hem omhoog, niets drukt hem te neer. Hij rust dan in het middenpunt van zijn nederigheid.
Anthoon.