vorige pagina

 

Geloven, Geloofsverdieping en Geloofswerkelijkheid.

 

Het goede (onderzoeken) van ‘geloofsverdieping’ (dogma, ruis, opzuiveren) is het besef aanwezig te zijn in deze wereld, en dat je, je realiseert met velen anderen, mannen en vrouwen, en jongeren, te geloven in een mensheid die niet verloren gaat. Dit is een groot ‘goed’, een ‘goed’ dat door geloof en verdieping behouden kan worden. ‘Geloofsverdieping’ binnen de bestaande kerken en geloofsverhoudingen (zie manifest Chemin Neuf Oosterhout).

 

Met ‘geloofsverdieping’ wordt hier bedoeld, het bewust richten naar een hogere orde van welzijn in ‘jezelf’ én ten behoeve van de ander, je naaste. ‘Geloofsverdieping’ in een wereld, en in een samenleving met diverse geloofstradities, die groot van verscheidenheid zijn in; leer, ritueel, en gericht zijn op een hogere macht dat de wereld bestuurt en bevrijd.

 

Onder ‘geloofsverdieping’ wordt hier ook verstaan, dat ieder voor zich, én samen met anderen, dat er initiatieven worden ondernomen, zonder de eigenheid van een ieder aan te tasten, dat zij samenhang (of acceptatie) gaan vinden in woord, viering en gebed.

 

Opdat we in staat zullen zijn, structureel en in liefdes verband, het gewelddadige in onze samenlevingen een halt toe te roepen. Het is voor mij althans een vast gegeven dat in alle geledingen, en in de onderscheidene groepen van onze samenleving, dat er daar een wil bestaat in mensen dat hen gericht doet zijn op een ‘orde’ (acceptatie v.d. verschillen) dat nog gerealiseerd moet worden.

 

‘Geloofsverdieping’ in allen en met allen binnen de ruimten van een realiseerbare samenleving, een ‘Gods orde’ (godheid als richtsnoer) in die zin; dat een ‘Gods orde’ door/via mensen werkzaam is, en in stand wordt gehouden. ‘Geloofsverdieping’ is bidden, werken,

 

vieren, samenkomen, retraites houden, in alle lagen van de bevolking, zowel door mannen, vrouwen, jongens, meisjes, religieuzen en belangstellenden.

 

De gedrevenheid en verscheidenheid van mensen is erg groot en divers, toch is het een uitdaging voor mensen van de huidige tijd, en voor zowel jongeren als ouderen, om aan het werk te gaan en in de tegenwoordige menselijke samenleving, een omvorming te weeg te brengen, dat leidt tot een kerkelijk en religieus samenwerking verband (eenheid en samenhang tussen alle kerken).

 

‘Geloofsverdieping’ om te komen tot samenwerking in een mensenwereld dat stabiliteit gaat kennen op geloofsniveau, dòòr ‘geloofsovertuiging’ en de ‘wil’ van de mens; opdat we zullen weten dat het mogelijk is om in samenwerking dat (gezamenlijke kracht door begrip) te bereiken met hulp van de ‘liefde’, en ons ‘liefdesvermogen’.

 

Opdat we zullen gaan begrijpen dat ‘liefde’ en ‘liefdesvermogen’ sterker is, en langer vol te houden, dan haat, rancune, afgunst en geweld, want deze laatste zijn van een geheel andere orde.

 

Tmeegvds.

Anthoon Budel