Memorial Day 2012
Wat is sterven
anders dan …
Wat is ons sterven anders dan een heengaan uit de tijd, … het is een
gaan naar het tijdloze … Hoe anders is het sterven in de natuur, het
blad valt af, en valt als roest op de stille aarde, en de boom maakt
zich al snel klaar voor het nieuwe blad.
En evenzo is er na het heengaan van de mens … na het sterven, een nieuw
opkomen van de geslachten, die voortzetten onze gedachten … En wat is
het ophouden met ademen anders dan dat daardoor ons juk bevrijd wordt
van een rusteloos zoeken, en het getob over de dingen van alle dag, dat
komt en gaat als eb en vloed.
We staan nu weer hier, op dit uur, deze dag, deze maand, omdat we al
eerder afscheid hadden genomen van onze ouders, ‘en’ omdat we afscheid
zullen blijven moeten nemen van onze dierbaren, die eerder moeten
vertrekken dan wijzelf. Het is nu inmiddels ook zo dat we afscheid
hebben moeten nemen van “Karen” de dochter van Johan en Marie-Jose ….
Nu we dan hier zo staan in de stilte van dit kerkhof, het is al weer
zo’n ‘18 jaar’ geleden dat wij hier voor het eerst stonden, besef je dat
de tijd vliegt, je kunt het ook zien aan onze gezichten, en de houding
die we aannemen bij het ouder worden. We hebben het er zo vaak over, wat
vliegt de tijd, hoe kort is een week, een maand, een jaar!
En wie waren dan de
‘ouders’ van ónze ‘ouders’ ook alweer?
Van Vader, de Budels kant … ene
Johannes Hendrikus Budel,
gehuwd met Theodora Hendrika Jansen, die woonden aan de
Moeshof te Velp. En van Moeder, de Kolhmanns kant … ene Jozef
Kohlmann, die gehuwd was met Hendrika Johanna Tijding,
en ‘zij’ woonden in Gendringen, in de buurt van de Smidse.
Ja, waar blijft de tijd, als je staat te wachten kan het soms lang
duren, kijk je terug in de tijd, in jaren, dan zie je vaak hoe die tijd
voorbij is gevlogen.
Daarom staan we ook weer hier, ‘niet’ met één been in het graf! Nee …
met twee benen naast het graf, in het hier en nu! De eerste maand van
dit jaar is ook al weer voorbij, en je realiseert je hoe onbestendig het
leven is, het is een speldenprikje in de eeuwigheid. Maar sommigen weten
dat speldenprikje wat dikker te maken, en zij gaan de 100 voorbij.
Goed, laten we dan maar weer hier vandaan gaan en nog een tijdje
genieten van de tijd die ons gegeven wordt …
Maar …
... eerst heb ik nog een
gedicht van Kalhil Gibran.
OVER VRIJHEID.
Want wat is sterven ‘anders’ dan, naakt staan in de wind om
samengesmolten te worden met de zon.
En wat is ophouden met ademen ‘anders’ dan bevrijd worden
van die rusteloze beweging van eb en vloed die ons leven bepaalde, opdat
wij onbelemmerd opreizen en op zoek gaan naar God?
Enkel wanneer je uit de rivier van ‘stilte en bezinning’
gedronken hebt, zul je waarlijk herreizen, en wanneer je de top van de
berg bereikt hebt, pas dan, zul je beginnen met klimmen.
En wanneer de ‘aarde’ al je ledematen heeft opgeëist, pas
dan zul je werkelijk dansen in alle vrijheid.
Kahlil
Anthoon