startpagina

1.    Werp technieken

2.    7 Basis houdingen

Wat is ‘boulen’?   (Petanquen)

 

  

1.   Boulen doe je met twee partijen spelers tegen elkaar, met de bedoeling, als partij, het eerst 13 punten te scoren.
 

2.   Boulen doe je met 2 of 3 personen, die spelen(strijden) tegen de andere partij die ook uit 2 of 3 spelers bestaat. 

3.   Derhalve heeft iedere speler 2 of 3 bouls (stalen ballen) bij de hand. Er zijn dan 12 bouls in het spel, en iedere partij heeft dan 6 bouls. 

Uitgooien.

4.   De gekozen partij mag het eerst beginnen en gooit een butje uit, dat is een klein rond balletje dat minimaal 6 meter uitgegooid moet worden. Elke partij kiest een speler die bij iedere werpronde de eerste boul gooit. Een speler van de partij die het butje uitgooit, mag de eerste boul uitwerpen, met de bedoeling de boul bij het butje te plaatsen.  

5.   Daarna gooit de tegenpartij haar eerste boul richting butje. De boul die dan het dichts bij het butje ligt, ligt op punt en de partij die niet op punt ligt gooit weer een boul, net zo lang totdat zij weer op punt komen te liggen, of geen bouls meer hebben. Daarna speelt de andere partij totdat zij weer op punt liggen of hun bouls op zijn. De bouls die ‘LIGGEN’ op de but, na het werpen van de laatste bal van de spelronde, worden genoteerd op het scorebord. 

6.   Als de volgende speler zijn boul het dichts bij de but gooit, heeft hij/zij een punt, heeft dan de boul geplaatst. Een ‘plaatser’ is iemand die een boul het dichts bij de but kan plaatsen ten opzichte van de boul van de andere partij.  

7.   Als een boul is geplaatst (dichts bij de but ligt), dan wordt dit door iedereen beaamt, en als dit niet zo is, wordt er gemeten met een meetlint om te zien wie het dichts bij het butje ligt. 

8.   Spelers zijn dus mensen, (boulers) die door karakter en emotionaliteit te onderscheiden zijn als: beginnelingen, gevorderden, zachtmoedige of hardvochtige spelers, deskundigen, of een plaatser of een schutter. 

Waar het om gaat.

9.   Het gaat er dus om, om bij elke worp je boul beter te gooien dan je voorganger (tegenspeler) het deed. Mocht jouw boul het dichts bij het butje komen te liggen, dan heb jij jouw boul ‘goed geplaats’, en ben je op dat moment ‘de plaatser’, jouw boul ligt dan het dichts bij de but. 

10.Dat betekent dan dat een speler van je tegenpartij weer aan de beurt is, en mogen zij jouw(mooie) boul wegschieten(ketsen). Als hem of haar dat lukt, dan ‘liggen’ zij weer, en die persoon is dan ‘de schutter’.  

Wat het boulen zo leuk maakt.

11.Wat het boulen zo leuk, speels en leervaardig maakt is, dat je op deze wijze van contact maken, met een ander leert omgaan en leert kennen, in verband met het winnen en verliezen aspect. Trots, schaamte, verdriet en vreugde wisselen elkaar voortdurend af. 

Het wisselen van de partij.

12.Het mooie van het wisselen van de partijen, is, dat de tegenstanders van deze partij, bij een volgende wisseling, van tegenstander tot medestander wordt. Er is dus geen sprake van clustervorming van goede spelers of beginnelingen! Er kan geen vriendjes vorming ontstaan, het blijft altijd onwillekeurig wie je medespeler wordt of tegenstander is. 

Ontmoeting, contact en menselijke

ervaringsmomenten.

13.Wat het Boule spel voor mij zo aantrekkelijk maakt is, dat compassie, emotionaliteit en zelfbeheersing hand in hand gaan. 

14.Competitiedrang kan soms wel eens overheersend zijn, maar het leerproces om daarin jezelf te blijven, komt ook in het dagelijks leven goed van pas. De eigenaardigheid van sommige spelers en de rol die jij daarbij speelt in het clubgebeuren, de groepsmentaliteit, ervaar ik als zeer uitdagend. 

Handvaardigheid en motoriek.

15.De handvaardigheid en de motoriek van je lichaam bepalen voor een belangrijk deel jouw speelvaardigheid. 

16.Hoe goed je ook van de techniek en de regels op de hoogte bent, het moment van dat een boul je hand verlaat, is bepalend voor succes en een goeie worp. 

17.Zowel ervaren spelers als gevorderden overkomt het dat een boul slecht uit de hand gaat, of volkomen fout neerkomt en de boel verdwaast ergens in het veld stil blijft liggen. 

Dus …

18. Dus, beginneling, doe maar niet teveel je best, en geniet van het gooien en buitenspelen, en de lol van een stalen kogel van je afwerpen en je ziet wel waar hij neerkomt.

 Spelleider: Anthoon Lucas Budel

Van t Hoffplantsoen 39

Nijmegen 06-48391146