De man en de vrouw voor elkààr


Teilhard de Chardin over liefde en seksualiteit;

 

In haar oorspronkelijke vormen en tot ver in het verleden lijkt seksualiteit  geïdentificeerd te zijn met voortplanting. Wezens komen tot elkaar, niet alleen terwille van het voortbestaan van henzelf, doch ook voor wat zij hebben verworven (kind-bezit-macht-geld), het verband tussen paar en bezit en voortplanting is nauw verbonden. De filosoof Bergson zag er een identificatie in, dat het leven uit meer bestaat dan de levenden alleen, en dat de zorgvuldig opgebouwde Godsdiensten  zoals het Christendom, tot nu toe bijna hun gehele morele code hebben gebaseerd op het krijgen van een kind.

Geheel anders zien de dingen eruit vanuit het standpunt waartoe de analyse van een structureel convergerende Kosmos (HET OMEGA) ons heeft gebracht;

 

DE NOOSFEER:

Is de reflexieve denkende bovenlaag van de wereld op aarde, geen laag in de natuurlijke ruimtelijke zin, doch het denkende brein van een levende massa dat een totaliteit vormt van een geestelijk elkaar beïnvloedende bewustzijnslaag, dat zich onderscheid van de  biosfeer.

"OMEGA" is het:

Uiteindelijk punt of het einde van een gigantische beweging van concentratie van miljarden 'zelven' opstijgend naar en aanwezig in de  noösfeer.

- Een natuurlijk streefpunt van convergentie van de mensheid, en dòòr haar van de gehele  kosmos, tevens eindpunt van sociale en geestelijke rijpheid van de mensen-wereld. Is een boven het bewustzijns totaliteitspunt waarin de verwerkelijking van de éénheid van de mensheid op geestelijk niveau  gerealiseerd wordt.

- Een op weg zijn naar een voltooïng (afhankelijk van zoals het de mensheid vergaat) in de wereld.

Dat de overheersende functie van de seksualiteit allereerst de instandhouding van de soort betrof, dat is niet twijfelachtig, zolang de "staat van persoonlijkheid" nog niet in de mens was gevestigd. Doch vanaf het beslissende moment van HOMINISATIE bleek een andere meer essentiele rol aan de liefde te zijn toegevallen, een rol waarvan het schijnt dat we het belang ervan beginnen te beseffen; de noodzakelijke samensmelting van twee vormingselementen; het mannelijke en het vrouwelijke, in de ontwikkeling van een menselijke persoonlijkheid, menselijk is dan: man èn vrouw.

 

Geen moralist of psycholoog heeft er ooit aan getwijfeld dat het 'paar' een wederzijdse vervulling tot elkaar vindt in het spel van hun reproducerende functie. Maar tot nu toe is déze voltooing slechts gezien als een bijkomstig vervolg op de voortplantingsdrift. Als ik mij niet vergis zien wij om ons heen dat er een neiging bestaat om die oeroude wet, door de wetten van de persoonlijke 'individuatie' om te keren. De man en de vrouw nog steeds voor het kind zolang de wereldse samenhang nog niet tot rijpheid is gekomen, doch onmiskenbaar groeiend aanwezig; man en  vrouw voor elkáár, meer en meer voor altijd.

 

 

 

Teneinde de waarheid van dit perspextief te kunnen bevestigen, ga  ik het enige kriterium hanteren dat ons in deze studie leidt, namelijk; een zo volmaakt mogelijk verband zien tussen de theorie en het ruime gebied van de realiteit.

 

Als de man en de vrouw er voornamelijk zouden zijn voor het kind, dan zou de rol en de macht van de liefde op den duur moeten verminderen, naarmate de   menselijke individualiteit zich voltooit en de bevolkingsdichtheid het belang van kinderen beperkt.

 

Als de man en vrouw er hoofdzakelijk voor elkaar zijn, dan ontstaat de gedachte bij ons,  dat, hoe meer wij mens worden, hoe meer wij de behoeften voelen om nader tot elkaar te komen, liefdesrelaties zonder  beperkende traditionele banden.

 

Welnu, onze ervaring leert ons dat déze en niet de eerder genoemde, de werkelijke stand van zaken is. Dit vraagt  een verklaring; 

In de hier aangenomen veronderstelling van een Wereld die bezig is zich te verpersoonlijken vindt het feit plaats dat 'liefde' door het proces van hominisatie groeit, in plaats van verminderd. Dit is een heel natuurlijke verklaring in verband met het uitbreidende vermogen van populaties. Want juist in de menselijke verhoudingen vindt er een uitbreiding plaats  in evolutie niveaus  die zich steeds opnieuw voortzetten naast het voormalige. In het menselijke individu zeiden wij het al eerder, houdt de evolutie niet op, doch zij gaat voort naar een volmaaktere concentratie en  tegelijk differentiatie, die verkregen wordt door de veelzijdige  verenigen die het menselijk individu mogelijk maakt.

Laten wij het zó zeggen; de vrouw is voor de man de partner die samen met haar in staat is deze voorwaartse beweging te realiseren. Door de vrouw, en alléén door de vrouw kan de man ontsnappen aan het isolement waarin juist zijn perfektie hem dreigt te verlammen. Bijgevolg is het niet meer dan rechtvaardig te zeggen dat zij de schakel van de denkende monade(ondeelbare eenheid) van het Universum is. De vrouw als vormend bestanddeel, want de volledige menselijke molecuul is al een meer synthetisch (verbindend), en bijgevolg meer vergeestelijkt element dan het als individu is. Zij is de dualiteit die zowel het mannelijke als het vrouwelijke in zich beheert. Hier verschijnt dan ook in volle omvang de kosmische rol van de seksualiteit, hier ontdekken wij tegelijkertijd de regels die ons zullen leiden bij het overwinnen of beheersen van die zo talentvolle en krachtdadige energie, een gelijkwaardige macht als die die het Universum tot zichzelf doet convergeren(tot één punt samenkomen),

Linea recta door ons heen. De belangrijkste regel is de taal van de Liefde, die in overeenstemming met de algemene wetten der scheppende krachten, via de vereniging bijdraagt aan de geestelijke differentiatie (hogere psychische éénheid) van twee wezens, en hen door de liefde tot elkaar brengt. De een mag daarbij de ander niet in beslag nemen en nog minder dienen de twee zich buitensporig te verliezen aan genietingen van een niet te beteugelen verlangen naar lust, door  het elkaar lichamelijk willen bezitten. De VAL die dit met zich mee kan brengen, via de liefdeskenmerken; kan een meervoudigheid betekenen aan terugval in groei van sociale en geestelijke vooruitgang. Dit is een algemene ervaring die alleen maar kan worden begrepen vanuit het dualiteits-perspectief van de Geest-Materie. 

 

Liefdes Vermogen: 

 

Liefde werkt vanuit een avontuurlijke veroverings strategie. Die  drang houdt zij instand en ontwikkelt zij als het Universum zelf, slechts door het voortdurend ontdekken en uitbreiden van haar veroveringsgebied en liefdesvermogen. Alleen  diegenen hebben elkaar gewettigt lief, dan zij, die beiden door de hartstocht geleid elkaar kunnen en willen  bereiken, via hun hoger  'zijn'  en hun wezenlijke ‘zelf’. Liefde in vrijheid en recht, liefde door schoonheid en waarheid, liefde door aanbidding en ontzag.

Dan betekenen de ernst der vergrijpen tegen de liefde geenszins het beledigen van een schaamtegevoel, een recht, of een deugd;

Doch deze bestaan uit het verspillen, door onachtzaamheid of wellust, van wereldse reserves van 'groei en ontwikkelings drang' aan een persoonlijke wereld die gestalte krijgt via individuatie en collectivisatie processen. Het is déze verspilling die de uitspattingen tot onzuiverheid verklaart.

 

Uitspattingen der onzuiverheid: Het is ook deze verspilling die in een verder stadium van ontwikkeling der eenwording (op weg naar Omega) verantwoordelijk te stellen is voor een meer subtiele verandering der liefdes-energie, ik zou hier dan ook willen spreken van het gegeven, dat dit gezamenlijke egoïsme de boosdoener  is van het feit dat er van een wereldse achteruitgang sprake is.

 

Het huwelijk en de liefdeskunst, haar wetten en verbodens die de

liefde afsluit voor de rest van de wereld.

Wanneer het gebeurt dat twee wezens, tussen wie een grote liefde  mogelijk aanwezig is, elkaar ontmoeten binnen het gekrioel van vele andere wezens, dan vertonen zij de onmiddelijke neiging, gelijk als vele anderen, dat zij zich inbouwen in het jaloerse bezit van hun gezamenlijke beleving (bereiking van de liedesdans). Dat hen daardoor afsluit van de anderen. Onder de invloed van de  volheid die hen in hun jeugdige overmoed overweldigt, zoeken zij zich instinctief in elkaar.

Waardoor anderen niet vermogen te delen in de glans van hun rijkdom. En zelfs wanneer zij de verleiding van een te pronken wellust weten te weerstaan, blijven zij hun genot zoeken in de geborgen rust van een gesloten relatie  en daarmee sluiten zij dan de belofte van een eigen toekomst in, doordat zij hun 'wereldse' vermogen tot liefhebben beperken tot een samen-twee-eenheid-wereld.

Welnu, na alles wat wij gezegd hebben over de vermoedelijke structuur van de geest-in-de-wereld, is het duidelijk dat de droom van het  "verliefde paar" slechts een gevaarlijke illusie is geworden. Krachtens hetzelfde principe als dat  "eenvoudige persoonlijke elementen" dwingt om zich als 'paar' volledig te maken, dient het paar op haar beurt 'zichzelf' voorbij, naar de vervolmaking te streven, die op zich weer een groei vereist. Dat kan op twee manieren;

A  Aan de ene kant moet het paar buiten zichzelf, aansluiting zoeken bij groeperingen die hetzelfde zijn.

B  Aan de andere kant moet het centrum waarnaar de twee geliefden zich in verenigen, zich persoonlijk manifesteren als kern van een groepering(samenleving), waarvan zij zich juist willen isoleren. Opdat het paar ook buiten hun eenheid in de wereld aanwezig kan zijn, zonder dat het zijn evenwicht verliest, dient er een derde  'iets' op te treden, dat voor hen en voor allen op een mysterieuze wijze bindend zal zijn de Noosfeer en het OMEGA.

Zolang de geseksualiseerde elementen in de wereld, hun staat van persoonlijkheid nog niet bereikt hadden was het nakomelingenschap nog voldoende stimulans en realiteit, waarin de verwekkers van de voortplanting de zin van het leven konden vinden. Noosfeer: denkende bovenlaag  of brein van de wereld/samenleving, doch nu wordt het anders.

Zodra de liefde een wijdster perspectief ging krijgen dan het ouderschap alleen, moest er een eindpunt ( streefpunt) zichtbaar worden, dat vóór de geliefden uit zich al enigzins ging aftekenen, een 'Voltooïngspunt' waarin niet alleen hun sekse, maar  vooral hun persoonlijkheid zich zou behouden/uitgroeien/vervuld   worden. En daarmee is opnieuw de 'Val' vooruit begonnen waarvan we in een eerder stadium al kennis hadden genomen. Aldus moet dit  streven tot het einde der Wereld voortgaan en er zijn voleinding vinden. En uiteindelijk is daar dan het Totale Centrum Zelf, veel  meer dan het kind, dat nodig blijkt te zijn voor het versterken van de liefdes-band. Liefde is hier dan een kracht die bestaat uit drie elementen; de Man, de Vrouw, en de Wil tot Scheppen, die  'Levenswil' is het die het leven vooruitstuwt naar een voltooïng.

Heel haar volmaaktheid en de kans tot welslagen zijn verbonden aan de "harmonische kosmische balans" van deze drie elementen.

 

Uit:      ‘Liefde”

Pierre Teilhard de Chardin

Servire/Katwijk 1ste druk 1979.