HEIDERUST ZONDAG 10
FEBRUARI 2013
ROEMRIJK VERLEDEN …
Echt waar gebeurd hoor …
Op 11 oktober vorig jaar fietste ik weer eens rond in Velp, mijn
geboorteplaats, deze keer fietste ik niet naar het Beekhuizense Bos,
maar over het pad langs het Ossendael; weet je wel, dat strook land
dat langs de verkeersweg ligt, die loopt van Velp naar
Rheden/Dieren. En ik stond even stil ter hoogte van het “Kerkhof van
Lüps”, en tot mijn verbazing stond het hek open, en de omheining
ervan was gedeeltelijk verdwenen.
Al die jaren dat ik er vroeger langs wandelde was het hek gesloten
en de omheining hoog, je kon er alleen overheen klimmen als er een
boom overheen gevallen was. En dat deed ik dan ook een keer, want ik
moest toch weten wat er diep achter de bosjes verborgen lag. En ik
zag toen een rotsachtige muur met een stalen deur, het was een
grafkelder van de vroegere eigenaren van het kasteel Biljoen.
Nu, zo’n 50 jaar later kan ik er zo naar binnen lopen, en dat deed
ik ook, en meteen op zoek naar die grafkelder, en waar ik ook keek,
ik zag geen grafkelder, echt niet, ik kreeg er echt een belazerd
gevoel bij.
Zou ik me dat dan al die jaren verbeeld hebben? Toen ik me daar zo’n
beetje zat te verbazen, vroeg ik aan een voorbijganger, met hond, of
hij hier een beetje bekend was, dat was niet zo, wel wist hij dat
het hek al jaren open stond, en het gebied vrijelijk toegankelijk
was, en of er een grafkelder was daar wist hij niets van. Maar zij
hij, er komt hier altijd een man langs met een witte hond, die er
waarschijnlijk wel meer van weet.
Oké, ik fietste weer verder, richting Heiderust, en ja hoor, ik zag
hem al in de verte aankomen, een man met een witte hond, en sprak
hem aan, en hij beaamde dat die grafkelder bestaat, hij … wist er
alles van. Toen het kerkhof van Lüps in verval raakte, wilden de
erfgenamen van het kasteel niet dat de grafkelder door het publiek
benaderd kon worden. Men heeft toen de grafkelder met een grote berg
zand uit het zicht doen verdwijnen, niemand die nog weet waar die
grafkelder verborgen ligt. Aan zijn gezichtsuitdrukking was goed te
zien, dat ‘hij’ het wel wist en het beslist niet zou vertellen. Dus
daar moest ik het mee doen, diep in gedachten verzonken fietste ik
weer terug, en dacht er het mijne van.
Zo zie je maar weer hoe betrekkelijk alles is, hoe illusionair het
leven kan zijn, hoe ons leven en ons bezit kan vergaan tot een
niets, alsof het er niet geweest is. Zo ben je erfgenaam van een
kasteel met een groot grondgebied er om heen, en zo moet je er
afstand van doen, omdat je het als geërfden niet meer in stand kan
houden. De geërfden hebben het kasteel en landgoed voor vele
miljoenen verkocht aan de Gelderse Kastelen Stichting, een aantal
jaren geleden. En raakt dat wat jaren afgesloten is geweest voor
publiek, ineens toegankelijk, of er blijft niets meer van over.
En zo gaat het ook met ons mensen, we verzamelen van alle soorten
kennis, waarheid en wijsheid in ons op, en als onze tijd gekomen is,
nemen we dat alles mee naar ons graf. En zo slepen we heel ons leven
bezittingen mee, waar we geen afstand van willen doen. Hele
boekenkasten bijvoorbeeld, en je weet nu al; dat straks je kinderen
tegen elkaar zullen zeggen; wat gaan we doen met die oude rommel?
Maar toch, de zin van ons leven is al lang voor ieder van ons
bepaald, we hebben daar niet altijd zeggenschap over, het ‘leven’
stuurt ons, en het ‘leven’ neemt van ons weg, en geeft ons weer
terug wat bij ons past. Dat is toch wel weer een geruststellende
gedachte, dat we niet ‘alles’ zelf in de hand hebben, en dat de
mátrix van ons leven gevormd wordt door het leven zelf. Het leuke
ervan is dat we ook zelf een deel van ons leven mogen besturen, soms
doen we dat goed, soms doen we dat gewoon verkeerd.
Het mooie er van is dat die ‘levenslessen’ ons zo menselijk maken.
En nog mooier is het dat je er niet alleen voor staat, altijd zijn
er verbanden, we leven in samenlevingsverbanden; zo kan je een
familieband hebben, of een liefdesverband, of een geloofsverband.
Dat maakt ons mens ‘zijn’ juist weer zo boeiend, ieder van ons maakt
er deel van uit, beïnvloedt het, en doet mee zolang hij of zij
leeft.
En als je tijd om is, en het grote sterven komt, dan gebeurd het dat
je ‘echt’ alles los moet laten. Van te voren kan je nog wel even
kiezen of je in rook wilt opgaan, of dat je, je ledenmaten wilt
laten vergaan onder een laag aarde, en tot voedsel kan dienen voor
aards natuurlijk leven.
En om af te sluiten … nu we hier toch bij elkaar gekomen zijn om te
gedenken, is het ook wel zo aardig ons te herinneren dat het 100
jaar geleden is dat onze ouders geboren werden, onze vader geboren
in Velp Gelderland, en onze moeder geboren in Essen Duitsland. En
bij mensen gaat het weer anders dan bij huizen en kastelen of
grafkelders, want zij leven voort in ons, in onze kinderen, onze
kleinkinderen, enzovoort, enzovoort.
Anthoon
Kerkhof van Lüps en Heiderust
2013-02-10