Yasna 28
1. In diepe deemoed strek ik mijn
handen uit naar U, Heer:
Gij zijt een diamant met oneindig vele
facetten.
Daar is allereerst uw Heilige Geest,
Die inspireert onze gedachten, woorden en
daden.
Daar is voorts Hij, die de drager is van
de kosmische orde,
Die evenwicht en gelijkmatigheid brengt in
de onrustige stroom onzer gedachten.
Die deze stroom doet uitmonden in het
kristallen meer der hemelse welgezindheid.
Breng ons daar beiden, Heer: mijzelf en de
mij toevertrouwde aarde.
2. Leer mij om U te dienen, Heer.
En laaf mij aan uw hemelse welgezindheid,
Opdat ik met behulp van Hem, die de
kosmische orde draagt,
deel krijge aan beide rijken: de zichtbare
wereld en de onzichtbare.
En geef, Heer, dat het bewonen van beide
rijken de gelovige tot zaligheid strekke.
3. Laat mij uw lof bezingen:
Gij drager van de kosmische orde, gij
hemelse welgezindheid,
gij zelf o Heer en gij allen, op wie
de goddelijke genegenheid afstraalt.
Met uw aller hulp zal het rijk van de
eeuwige gerechtigheid zich baan breken op aarde.
Gij gezegende machten, weersta mijn
smeekbeden om bijstand niet.
4. Moge de eenheid tussen de hemelse
welgezindheid en mij,
die geroepen is om als leraar de mensheid
te dienen, nimmer teloorgaan.
Moge de liefdevolle nabijheid van de Heer
tot een volkomen harmonie leiden:
Een harmonie tussen de intenties van de
Heer en mijn daden.
En moge ik tot het einde mijner jaren een
levende getuige zijn van die harmonie.
5. Gij, drager van de kosmische orde,
Scherp mijn zinnen, opdat ik u
aanschouwe, opdat ik aanvoele de hemelse genegenheid, en
opdat ik hore de stem van de Heer, Die mij roept op de weg
naar het heil.
6. Moge de hemelse welgezindheid
mijn deel worden.
Moge de drager van de kosmische orde
evenwicht scheppen in de stroom mijner gedachten, opdat
…. door uw bijstand o Heer ….. mijn bewustzijn een
krachtig bolwerk zij, dat succesvol weerstand biedt aan alle
duistere machten, die uw rijk belagen.
7. Moge de stroom mijner gedachten worden
als een klaarvlietende beek,
Opdat de hemelse welgezindheid zich kan
spiegelen in mijn bewustzijn.
Heilige genegenheid, weersta niet aan mijn
hartstochtelijk verlangen tot de Heer.
En geve de Heer, dat mijn profetische
oproep niet tot ledigheid vervluchtigt.
8. Geef Heer. dat mijn woorden, gedachten
en daden in overeenstemming zijn met de kosmische orde. Geef
dit aan allen, die u hierom vragen.
En verlicht ze met het licht van uw
hemelse welgezindheid.
9. Met deze gaven toegerust, o Heer,
Zullen wij wandelen op het pad van uw
welbehagen, en ons niet schuldig maken aan zaken, die
uw toorn kunnen opwekken. Wij hebben uw heerlijkheid gezien:
die van u,
o Heer, die van Hem, die de drager van de
kosmische orde is en die van de hemelse welgezindheid.
De glans van uw heerlijkheid is zo groot,
dat we die slechts in lofzangen kunnen vertolken:
Gij zijt de Almachtige, de Zegenrijke, de
Rechtvaardige!
U doet uw rijk van gerechtigheid
met kracht zich baanbreken op deze aarde.
10. Mijn gedachten gaan ook uit naar alle
heiligen,
die Gij om hun intenties, hun woorden en
hun daden, Waardig geacht hebt om de komst van uw rijk te
helpen bevorderen.
Mogen hun werken rijke vruchten
voortbrengen. Dat bidden wij u, Heer.
Want wij weten, dat geen enkel gebed, dat
gedragen wordt door goede gedachten, Door U zal worden
afgewezen.
11. Leer mij Heer, die mijn bewustzijn
hebt gereinigd van alle onzuivere gedachten en het inspireert
door uw hemelse welgezindheid, leer mij Heer: hoe het toch
mogelijk is, dat wij in dit aardse leven zijn verzeild
geraakt.