Doop en Sacramentskapel DOOPKAPEL ... Wij gaan nu naar de noordelijke zijbeuk, achter het koororgel. In deze beuk en in de zuidelijke zijbeuk is een moderne artistieke verbeelding gerealiseerd van de levensweg van Titus Brandsma. Zijn weg kan ons helpen ons eigen leven te leren verstaan vanuit een religieuze achtergrond. De verplaatsbare houten panelen vormen een flexibele afscheiding tussen het liturgische midden en de beide zijbeuken. Daardoor krijgt het midden onder de koepel in het horizontale vlak een eigen intimiteit, die de hoogtewerking van de koepel extra accentueert. In de kleine noordoostelijke absis staat de doopvont. Hierin wordt het doopwater bewaard, dat in de Paasnacht is gewijd. Naast de doopvont staat de paaskaars, symbool van Christus, die door de 'doop in de dood' tot het ware Leven is opgestaan. In de doopkapel ontvangen de dopelingen het heilig Doopsel, dat hen voor de duur van hun leven invoert in Christus, hen tot christen vormt. Hier begint een christen zijn leven in de geest van het Evangelie. In de absidiool zijn vier ramen aangebracht, waarin het florale motief (akelei met stromend water, symbool voor Maria om haar voorspraak) veelvuldig herhaald wordt. AANBIDDING ... Voorin de zuidelijke zijbeuk is de Sacramentskapel (rechts voorin vanaf het ingangsportaal). Daar staat op een stenen altaar het tabernakel, een versierde kluis voor de bewaring van het heilig Sacrament of Allerheiligste. Zo wordt het geconsacreerde brood genoemd, dat na de Eucharistie is overgebleven. Hiervan wordt in een viering van woord en communie aan de gelovigen de communie uitgereikt. In de muurnis rechts is uit eerbied voor het Allerheiligste een altijd brandend licht opgesteld, de zogenaamde 'Godslamp'. De tabernakeldeuren dragen van links naar rechts de beeltenis van de aartsengelen Michaëi (met zwaard en weegschaal) en Gabriël (met staf en banderol Ave Maria). Met het zwaard overwon Michaël de strijd tegen de draak (Apk 12,7-8); sinds de late middeleeuwen geldt hij ook als `zielenweger' in het Laatste Oordeel (vgl. Mt 16,27). Gabriël bracht aan Maria de goddelijke boodschap dat zij de moeder van Jezus zou worden (Lc 1,26-38). In de absis is zien wij vier decoratieve ramen, waarin het florale motief (witte lelietak: symbool van de zuiverheid van Jozef) veelvuldig herhaald wordt.
Doop en Sacramentskapel
DOOPKAPEL ... Wij gaan nu naar de noordelijke zijbeuk, achter het koororgel. In deze beuk en in de zuidelijke zijbeuk is een moderne artistieke verbeelding gerealiseerd van de levensweg van Titus Brandsma. Zijn weg kan ons helpen ons eigen leven te leren verstaan vanuit een religieuze achtergrond. De verplaatsbare houten panelen vormen een flexibele afscheiding tussen het liturgische midden en de beide zijbeuken. Daardoor krijgt het midden onder de koepel in het horizontale vlak een eigen intimiteit, die de hoogtewerking van de koepel extra accentueert. In de kleine noordoostelijke absis staat de doopvont. Hierin wordt het doopwater bewaard, dat in de Paasnacht is gewijd. Naast de doopvont staat de paaskaars, symbool van Christus, die door de 'doop in de dood' tot het ware Leven is opgestaan. In de doopkapel ontvangen de dopelingen het heilig Doopsel, dat hen voor de duur van hun leven invoert in Christus, hen tot christen vormt. Hier begint een christen zijn leven in de geest van het Evangelie. In de absidiool zijn vier ramen aangebracht, waarin het florale motief (akelei met stromend water, symbool voor Maria om haar voorspraak) veelvuldig herhaald wordt. AANBIDDING ... Voorin de zuidelijke zijbeuk is de Sacramentskapel (rechts voorin vanaf het ingangsportaal). Daar staat op een stenen altaar het tabernakel, een versierde kluis voor de bewaring van het heilig Sacrament of Allerheiligste. Zo wordt het geconsacreerde brood genoemd, dat na de Eucharistie is overgebleven. Hiervan wordt in een viering van woord en communie aan de gelovigen de communie uitgereikt. In de muurnis rechts is uit eerbied voor het Allerheiligste een altijd brandend licht opgesteld, de zogenaamde 'Godslamp'. De tabernakeldeuren dragen van links naar rechts de beeltenis van de aartsengelen Michaëi (met zwaard en weegschaal) en Gabriël (met staf en banderol Ave Maria). Met het zwaard overwon Michaël de strijd tegen de draak (Apk 12,7-8); sinds de late middeleeuwen geldt hij ook als `zielenweger' in het Laatste Oordeel (vgl. Mt 16,27). Gabriël bracht aan Maria de goddelijke boodschap dat zij de moeder van Jezus zou worden (Lc 1,26-38). In de absis is zien wij vier decoratieve ramen, waarin het florale motief (witte lelietak: symbool van de zuiverheid van Jozef) veelvuldig herhaald wordt.
DOOPKAPEL ... Wij gaan nu naar de noordelijke zijbeuk, achter het koororgel. In deze beuk en in de zuidelijke zijbeuk is een moderne artistieke verbeelding gerealiseerd van de levensweg van Titus Brandsma. Zijn weg kan ons helpen ons eigen leven te leren verstaan vanuit een religieuze achtergrond. De verplaatsbare houten panelen vormen een flexibele afscheiding tussen het liturgische midden en de beide zijbeuken. Daardoor krijgt het midden onder de koepel in het horizontale vlak een eigen intimiteit, die de hoogtewerking van de koepel extra accentueert. In de kleine noordoostelijke absis staat de doopvont. Hierin wordt het doopwater bewaard, dat in de Paasnacht is gewijd. Naast de doopvont staat de paaskaars, symbool van Christus, die door de 'doop in de dood' tot het ware Leven is opgestaan. In de doopkapel ontvangen de dopelingen het heilig Doopsel, dat hen voor de duur van hun leven invoert in Christus, hen tot christen vormt. Hier begint een christen zijn leven in de geest van het Evangelie. In de absidiool zijn vier ramen aangebracht, waarin het florale motief (akelei met stromend water, symbool voor Maria om haar voorspraak) veelvuldig herhaald wordt.
AANBIDDING ... Voorin de zuidelijke zijbeuk is de Sacramentskapel (rechts voorin vanaf het ingangsportaal). Daar staat op een stenen altaar het tabernakel, een versierde kluis voor de bewaring van het heilig Sacrament of Allerheiligste. Zo wordt het geconsacreerde brood genoemd, dat na de Eucharistie is overgebleven. Hiervan wordt in een viering van woord en communie aan de gelovigen de communie uitgereikt. In de muurnis rechts is uit eerbied voor het Allerheiligste een altijd brandend licht opgesteld, de zogenaamde 'Godslamp'. De tabernakeldeuren dragen van links naar rechts de beeltenis van de aartsengelen Michaëi (met zwaard en weegschaal) en Gabriël (met staf en banderol Ave Maria). Met het zwaard overwon Michaël de strijd tegen de draak (Apk 12,7-8); sinds de late middeleeuwen geldt hij ook als `zielenweger' in het Laatste Oordeel (vgl. Mt 16,27). Gabriël bracht aan Maria de goddelijke boodschap dat zij de moeder van Jezus zou worden (Lc 1,26-38). In de absis is zien wij vier decoratieve ramen, waarin het florale motief (witte lelietak: symbool van de zuiverheid van Jozef) veelvuldig herhaald wordt.