ROEMRIJK VERLEDEN …
Echt waar gebeurd hoor …
Op 11 oktober vorig jaar fietste ik weer eens rond in Velp, mijn geboorteplaats, deze keer fietste ik niet naar het Beekhuizense Bos, maar over het pad langs het Ossendael; weet je wel, dat strook land dat langs de verkeersweg ligt, die loopt van Velp naar Rheden/Dieren. En ik stond even stil ter hoogte van het “Kerkhof van Lüps”, en tot mijn verbazing stond het hek open, en de omheining ervan was gedeeltelijk verdwenen.
Al die jaren dat ik er vroeger langs wandelde was het hek gesloten en de omheining hoog, je kon er alleen overheen klimmen als er een boom overheen gevallen was. En dat deed ik dan ook een keer, want ik moest toch weten wat er diep achter de bosjes verborgen lag. En ik zag toen een rotsachtige muur met een stalen deur, het was een grafkelder van de vroegere eigenaren van het kasteel Biljoen.
Nu, zo’n 50 jaar later kan ik er zo naar binnen lopen, en dat deed ik ook, en meteen op zoek naar die grafkelder, en waar ik ook keek, ik zag geen grafkelder, echt niet, ik kreeg er echt een belazerd gevoel bij.
Zou ik me dat dan al die jaren verbeeld hebben? Toen ik me daar zo’n beetje zat te verbazen, vroeg ik aan een voorbijganger, met hond, of hij hier een beetje bekend was, dat was niet zo, wel wist hij dat het hek al jaren open stond, en het gebied vrijelijk toegankelijk was, en of er een grafkelder was daar wist hij niets van. Maar zij hij, er komt hier altijd een man langs met een witte hond, die er waarschijnlijk wel meer van weet.
Oké, ik fietste weer verder, richting Heiderust, en ja hoor, ik zag hem al in de verte aankomen, een man met een witte hond, en sprak hem aan, en hij beaamde dat die grafkelder bestaat, hij … wist er alles van. Toen het kerkhof van
Lüps in verval raakte, wilden de erfgenamen van het kasteel niet dat de grafkelder door het publiek benaderd kon worden. Men heeft toen de grafkelder met een grote berg zand uit het zicht doen verdwijnen, niemand die nog weet waar die grafkelder verborgen ligt. Aan zijn gezichtsuitdrukking was goed te zien, dat ‘hij’ het wel wist en het beslist niet zou vertellen. Dus daar moest ik het mee doen, diep in gedachten verzonken fietste ik weer terug, en dacht er het mijne van.
Zo zie je maar weer hoe betrekkelijk alles is, hoe illusionair het leven kan zijn, hoe ons leven en ons bezit kan vergaan tot een niets, alsof het er niet geweest is. Zo ben je erfgenaam van een kasteel met een groot grondgebied er om heen, en zo moet je er afstand van doen, omdat je het als geërfden niet meer in stand kan houden. De geërfden hebben het kasteel en landgoed voor vele miljoenen verkocht aan de Gelderse Kastelen Stichting, een aantal jaren geleden. En raakt dat wat jaren afgesloten is geweest voor publiek, ineens toegankelijk, of er blijft niets meer van over.
En zo ...
En zo gaat het ook met ons mensen, we verzamelen van alle soorten kennis, waarheid en wijsheid in ons op, en als onze tijd gekomen is, nemen we dat alles mee naar ons graf. En zo slepen we heel ons leven bezittingen mee, waar we geen afstand van willen doen. Hele boekenkasten bijvoorbeeld, en je weet nu al; dat straks je kinderen tegen elkaar zullen zeggen; wat gaan we doen met die oude rommel? Maar toch, de zin van ons leven is al lang voor ieder van ons bepaald, we hebben daar niet altijd zeggenschap over, het ‘leven’ stuurt ons, en het ‘leven’ neemt van ons weg, en geeft ons weer terug wat bij ons past. Dat is toch wel weer een geruststellende gedachte, dat we niet ‘alles’ zelf in de hand hebben, en dat de mátrix van ons leven gevormd wordt door het leven zelf. Het leuke ervan is dat we ook zelf een deel van ons leven mogen besturen, soms doen we dat goed, soms doen we dat gewoon verkeerd.
Het mooie er van is dat die ‘levenslessen’ ons zo menselijk maken. En nog mooier is het dat je er niet alleen voor staat, altijd zijn er verbanden, we leven in samenlevingsverbanden; zo kan je een familieband hebben, of een liefdesverband, of een geloofsverband. Dat maakt ons mens ‘zijn’ juist weer zo boeiend, ieder van ons maakt er deel van uit, beïnvloedt het, en doet mee zolang hij of zij leeft.
En als je tijd om is, en het grote sterven komt, dan gebeurd het dat je ‘echt’ alles los moet laten. Van te voren kan je nog wel even kiezen of je in rook wilt opgaan, of dat je, je ledenmaten wilt laten vergaan onder een laag aarde, en tot voedsel kan dienen voor aards natuurlijk leven.
En om af te sluiten … nu we hier toch bij elkaar gekomen zijn om te gedenken, is het ook wel zo aardig ons te herinneren dat het 100 jaar geleden is dat onze ouders geboren werden, onze vader geboren in Velp Gelderland, en onze moeder geboren in Essen Duitsland. En bij mensen gaat het weer anders dan bij huizen en kastelen of grafkelders, want zij leven voort in ons, in onze kinderen, onze kleinkinderen, enzovoort, enzovoort.
Anthoon Lucas Budel
Kerkhof van Lüps en Heiderust
2013-02-10