Evangelie van Marcus 10:1-12    Over Huwelijk - scheiding en overspel ...

Is mooi helder en goed te begrijpen, althans voor mij, en het is voor uitleg vatbaar, vraagt om verdieping. Diegenen die hun huwelijksbelofte hebben kunnen waarmaken, hebben het er makkelijker mee dan zij die een of meerdere keren gescheiden zijn, van echtgenoot(te), relatie of vriendschap. Er vallen echter wel wat vragen te stellen, en dat nodigt mij uit, er wat meer over te zeggen.

Ik zit hier ‘nu’ te mediteren in een prachtig stukje bos, nat van de herfstachtige regenbuien, met vlagen wind, en af en toe blauwe en witte wolkenvelden. Ik blijf hier zitten totdat de tijd om is, en thuis schrijf ik verder aan het bovenstaande onderwerp. Marcus 10:9; dat wat God verbonden heeft zal een mens niet scheiden.

Het gegeven dat ik hier kan en mag zitten, maakt me intens gelukkig, er is sprake van een gevoel dat ik het beste kan omschrijven met ‘diepgang’. Op plaatsen zoals deze is het altijd raak, op een zo’n levende plek als ‘deze’ raakt mijn ziel in verstilling, er is zoveel kleur, frisse wind, helderheid en diepte om mij heen, dat maakt het alleen zitten in dit bos tot een heiligende ervaring. Het is een zitten vanuit een binnen eigen, dat met niets te vergelijken is, een niets dat vol is van levenskracht en levenslust, dat hier enkel uit groei en afsterven bestaat, en mijn menselijke aanwezigheid, is dan van een intens te beleven zintuiglijke aard, dat in deze natuur het meest volkomen harmonieus is.

Na de lezing van Marcus 10, besef je hoe onvolkomen ons handelen in dit leven kan zijn, maar besef je ook hoeveel kansen en nog liggen, voor jou, voor mij, voor ons allen. Thuiskomend ervaar ik een heftige stilte, die weer zo totaal anders is als de stilte in het bos of een kerk, het is een stilte van rust na gedane arbeid, geen geklop of gehamer van een buurman die nog iets te vertimmeren heeft, maar de rust van mensen die na hun pensionering niet meer zo druk bezig zijn.

Wat God verbonden heeft mag een mens niet scheiden, dat is nogal wat, wat hier gesteld wordt door Christus. Het is aan de ene kant dat je het dient te lezen zoals het in de tijd van Christus is gezegd. Aan de andere kant heeft het zo’n dwingende invloed gehad op ons ‘huwelijkse moraal’ dat het gewenst is er kritisch naar te kijken. De mens is geschapen als man ‘en’ vrouw, zij zullen hun vader en moeder verlaten om samen één te worden, opdat zij samen het juk zullen dragen dat het leven hen oplegt. Zij zullen samen één worden in een liefdevolle samensmelting dat tot nieuwe geboortes leidt.

Vanaf het begin van het levende bestaan op aarde, is in de biologische wereld, het scheppende principe ontstaan dat uit mannelijke en vrouwelijke elementen bestaat, zij zullen één worden opdat zij zich zullen voortplanten om het bestaan op aarde te kunnen waarborgen.

Wat God heeft verbonden zal een mens niet scheiden, wordt door Christus gesteld, allicht is het zinnig dat we gaan onderscheiden wat hier gezegd wordt; van den beginne af bestaat het scheppende vermogen van de mens door samensmelting van het vrouwelijke en het mannelijke, zij worden één door hun scheppende en vormende vermogen, de man is het scheppende principe en de vrouw het vormende principe, de zaadcel en eicel groeit uit tot een embryo, en het embryo tot een volgroeide vrucht, dat een jongen of meisje zal worden. Wat God heeft verbonden, of; wat de scheppende evolutie heeft bepaald zal de mens niet ongedaan maken, dat is een gegeven dat zeker in de 21ste eeuw controversieel genoemd mag worden, in de zin van medische mogelijkheden bij geboorte betreffende. En het kan heel goed zijn dat met; ‘dat zal de mens niet scheiden’ bedoeld wordt, dat scheppingsprincipe; is van een scheppingsorde waaraan niet getornd mag worden, het belang zit hem in de scheppende, vormende, creatieve, hervormende en tot voltooiing brengende ‘daadkracht’ van het leven op aarde, waarin de mens een heel eigen rol te vervullen heeft.

Als mensen zich in een huwelijkse belofte aan elkaar verbinden, wordt dit door een wettelijke overeenkomst bekrachtigd, het Burgerlijke huwelijk, en zij kunnen ook een kerkelijk huwelijk aangaan, waarbij zij zich laten inzegen door de belofte van eeuwige trouw, in de katholieke kerk kan dit bij leven niet meer ongedaan gemaakt worden. Mocht het zo zijn dat het paar niet meer in staat is hun belofte waar te maken, dan kan hun Burgerlijk Huwelijkse overeenkomst door de wet ongedaan worden gemaakt. In tegenstelling tot het Burgerlijk huwelijk, kan volgens kerkelijk recht, het kerkelijk huwelijk niet ongedaan gemaakt worden, mensen die volgens de wet gescheiden leven, zouden door het begrip “dat wat God verbonden heeft” voor hun verdere leven met elkaar verbonden blijven.

Dat is een contradictie (een onaanvaarde tegenstrijdigheid) dat niet langer meer te verdedigen valt, het is zo tegenstrijdig met elkaar dat het anders uitgelegd ‘kan’ worden ten gunste van gelovige mensen die inmiddels in groten getale nieuwe relaties zijn aangegaan. Wat is er zo tegenstrijdig aan?

Twee mensen gaan een overeenkomst met elkaar aan, die zij door een kerkelijke inzegening laten bekrachtigen, zij beloven elkaar trouw, volgens de  constitutionele leer van de kerk, en volgens het katholiek kerkrecht worden zij daardoor als man en vrouw voor eeuwig aan elkaar verbonden, en kunnen zij dit niet meer “uit eigen overweging” ongedaan maken, er dienen zwaarwegende tekortkomingen bewezen te worden om de overeenkomst te ontbinden.



 

Maar ook tegenover al déze onzinnigheden, eerbiedwaardige broeders, blijft onwrikbaar staan de ene, absoluut zekere wet van God, die door Christus met alle nadruk bevestigd is, en door geen menselijke bepalingen, door geen volksuitspraken, door geen wil van wetgevers van haar kracht beroofd kan worden: "Wat God heeft verenigd, dat scheidde geen mens." (Mt. 19:6) En als de mens dit onrechtmatig tóch doet, dan is zijn daad absoluut ongeldig. Met volle recht heeft Christus zelf dan ook, zoals wij reeds meer dan eens zagen, de verzekering gegeven: "Al wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt, bedrijft overspel; en wie een vrouw, die door haar man is weggezonden, huwt, pleegt echtbreuk." (Lc. 16, 18) En deze woorden van Christus gelden voor ieder huwelijk, ook voor het louter natuurlijk en wettelijk huwelijk. Want die onontbindbaarheid is een eigenschap van ieder ‘waar’ huwelijk, en het is daardoor, wat de huwelijksband betreft, aan ieder goedvinden der partijen en aan alle wereldlijk gezag totaal onttrokken. (Uit Lumen Gentium – Het Christelijk Huwelijk -  Echtscheiding par. 2)

 

Altijd weer roept ‘liefde’ ons op om lief te hebben, zij komt als het ware uit het ‘niets’ tevoorschijn, en in dat ‘niets’ verdwijnt het ook weer, maar in de ‘levende’ materie zet het zich op haar eigen wijze voort. In de meeste huwelijken is de relatie die mensen aangaan met elkaar, voortgekomen uit een liefdescontact of liefdesband, mensen leren elkaar kennen en liefhebben, en willen dit bekrachtigen met een officiële overeenkomst.

“Over dat wat God heeft samengebonden”

Over dat wat God heeft verbonden en geen mens zal scheiden. In het Marcus evangelie 10, is er sprake van verstoten bij echtscheiding, over de man die zijn vrouw verstoot, en de vrouw die haar man verstoot. Verstoten in de betekenis van wegduwen, wegstoten, ongewenst verklaren. Dit zal zeker vaak gebeuren of gebeurd zijn, toch vind ik dat wij niet de nadruk op verstoten moeten leggen. Mijn inziens kunnen we beter spreken over ‘loslaten’ of ‘opgeven’ als er een breuk ontstaat in een huwelijkse overeenkomst, dat leidt tot een scheidingsproces, van het huwelijk of relationele verbintenis. Wanneer ze het op een gegeven moment moeten ‘opgeven’ omdat ze niet meer in staat zijn om hun belofte van eeuwige trouw waar te maken.

Na veel strijd en onmacht, gaan mensen uit elkaar, en hun wegen scheiden zich, vaak of ze het willen of niet, ze moeten het opgeven omdat er anders moord en doodslag van komt. Opgeven geeft beter aan, wat er aan de hand is, dan dat de een de ander verstoot, ook al zal dit ook voorkomen. Het is een ‘realiteit’ dat dit vandaag de dag gebeurd, ongeacht, status, opleiding of rijkdom, en geen kerk, God of wie dan ook kan dit voorkomen, en het is niet wijs er de ogen voor te sluiten, deze strenge onwaardige eis van de Katholieke Kerk dient in het wetboek van de kerk getransformeerd te worden, Godspraak is en blijft door mensen opgetekend, en kan in de loop der eeuwen zijn geldigheid verliezen.

“Dat wat god verbonden heeft zal de mens niet scheiden” heeft een betekenis gekregen die de ‘huwelijkse overeenkomst’ geweld aandoet. De schepper, scheppende instantie, of realiteit heeft man en vrouw geschapen opdat zij vanuit een ‘eenheid’ hun leven gestalte zouden geven, met het vermogen zich voort te planten in een liefdeswerkelijkheid, dat vorm krijgt in of het ‘samen het leven beleven’ of, het verkrijgen van zoons of dochters. Allicht heeft Christus dat ook zo bedoeld, zij zullen niet twee zijn maar één, samen het juk dragen van zorg en mededogen.

De ‘samenhang’ en ‘hun’ samenvloeien in liefde en geslachtgemeenschap, maakt hen man én vrouw. Zij; vormen zich tot een eenheid in de betekenis van het ‘scheppingsplan’. En dát zal de mens niet scheiden, niet onmogelijk mogen maken, niet in krediet brengen. Die verbondenheid tussen man en vrouw is van zo een essentiële waarde, dat dit niet veronachtzaamd mag worden. Het kan echter niet de bedoeling geweest zijn, dat mensen door een huwelijkse verbintenis, in de naam en onder het gezag van Christus, voor het leven onwrikbaar aan elkaar geklonken worden, ook als dat leven voor hen een hel aan het worden is. De kerk heeft door haar leer(dwingende) stelling, de woorden van Christus tot een dwangbuis gemaakt, opdat mensen niet lichtzinnig in en uit het huwelijksbootje zouden stappen. Die leerstellingen (dogma’s) betreffende het huwelijk, hebben een ernstig dwangmatig karakter verkregen, en dat kan nooit de bedoeling van Christus ‘de Leraar’ geweest zijn, het staat ook lijnrecht tegenover de ‘liefdesboodschap in waarheid, wijsheid, en mededogen’, die Christus ons bracht.

De liefdesverbintenissen die mensen aangaan, in alle puurheid, frisheid en onschuld, en met grootse verwachtingen zoals die bij jonge mensen, of jonggehuwden gebruikelijk zijn, worden op deze wijze niet alleen op de proef gesteld, maar ook onnodig onder druk gezet door het dwangmatige karakter van het verbod op echtscheiding. Die strenge rechtsorde, het niet kunnen of willen begrijpen wat er bij mensen aan de hand is, maakte het huwelijk tot een dwangbuis voor vele mensen, waardoor mensen ook ernstig gefrustreerd bij elkaar bleven. Zo werd en wordt het hen onmogelijk gemaakt om naar alternatieven te zoeken, tijdelijke constructies te creëren; waardoor het hen mogelijk wordt gemaakt zich te bezinnen of te beraden om tijdelijke oplossingen te vinden, binnen het huwelijk of buiten de huwelijkse band.

Dit maakt dat ik niet over ‘verstoten’ wil spreken, maar over het ‘overwegen’ wel of niet ‘op te geven’ de belofte die in alle vrijheid is gedaan. Het is een ‘gegeven’ dat er echtparen zijn, die hun belofte niet kunnen waarmaken, anderen zijn er die het te vroeg opgeven, en er zijn er die ‘wel’ in staat zijn om hun hele verdere leven bij elkaar te blijven, tot de dood hen scheidt.

“Dat wat God verbonden heeft scheidde de mens niet”, heeft mijn inziens een andere betekenis gekregen, dan die de ‘kerk’ er aan heeft gegeven. Niet de betekenis van; dat een huwelijkse verbintenis onverbrekelijk zou zijn, in de ogen van God, maar wel de betekenis; dat een huwelijkse verbintenis een ‘liefdeseenheid tussen man en vrouw’ is, en dat die “liefdessamenhang” tussen man en vrouw niet een onverbrekelijk verbond is tussen man en vrouw, maar een onverbrekelijk verbond is tussen de; “scheppende werkelijkheid” en de “geschapen werkelijkheid”,  een liefdeswerkelijkheid tussen het ‘mannelijke en het ‘vrouwelijke’. En specifiek wordt daarin bedoeld het “liefdesvermogen” van man en vrouw. Van alle scheppingsactiviteit tussen levende wezens op aarde, is wel de ‘liefdesactiviteit’ van de man en vrouw, daarin, niet alleen de grootste, de wijste, maar ook de meest verstrekkende liefdesactiviteit. In de tijd van Christus was het gemeengoed dat de huwelijksmoraal van het Oude Testament in het slob was geraakt, sommigen leefden naar de wet, anderen mensen deden maar wat en trokken zich niets aan van god nog gebod, en de apostelen Petrus en Paulus gaven onderricht naar de woorden van Christus. Nu 2000 jaar later zijn mensen in staat de tijd van toen te onderscheiden van de tijd van nu. Liefde is de draad die mensen bindt, liefde is ook het voedsel dat huwelijken in stand houdt, is er geen liefdesvermogen meer, dat mensen tot samenzijn bindt, dan verdwijnt ook de basis dat ‘schepping’ mogelijk maakt, binnen het mentaal, psychisch of geslachtelijk gehecht zijn aan elkaar. Onmacht, tekortkomingen in respect voor elkaar, drift, begeerte of losbandigheid, zijn de beperkingen die een huwelijksbelofte doen ondermijnen, en het samen/beleven onmogelijk maken. Dit ‘tekort’ deze onvermogens zijn menselijk, en hebben niet van doen met de uitspraak; wat God heeft verbonden zal een mens niet scheiden!!

Anthoon Budel

 

Matteus 10

Hoofdstuk 10
Echtscheiding
 

[1] Hij vertrok vandaar en ging naar het gebied van Judea en de overkant van de Jordaan. Weer gingen massa’s mensen samen naar Hem op weg, en zoals gewoonlijk gaf Hij hun weer onderricht.

[2] Er kwamen farizeeën op Hem af met de vraag of een man zijn vrouw mag verstoten; ze wilden Hem op de proef stellen.

[3] Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wat heeft Mozes u voorgeschreven?’

[4] Ze zeiden: ‘Mozes heeft toegestaan een scheidingsakte te schrijven en haar dan te verstoten.’

[5] Daarop zei Jezus hun: ‘Omdat u verstokt van hart bent, heeft Mozes u dat voorgeschreven.

[6] Maar vanaf het begin van de schepping heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.

[7] Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw,

[8] en die twee zullen één zijn. Ze zijn dus niet meer twee, maar één.

[9] Dus: wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.’

[10] Thuisgekomen* vroegen de leerlingen Hem opnieuw hierover.

[11] Hij zei hun: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt

        echtbreuk tegenover haar*,

 [12] en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.’