Bundel - Gebed - Aanroeping - Stilte 4de
2013-08-18 Het Altaar gebed |
EEN ALTAAR GEBED …
O, Universele Liefdes Werkelijkheid, ‘kracht’ dat aanwezig is in alle materie en levende organismen, en als een lichtende energie aanwezig blijkt. Waaraan wij onze vitaliteit ontlenen, wanneer wij ons tot elkaar richten. Als wij ons naar elkaar richten in saamhorigheid, oprechtheid en in liefdes verband, zoals Christus ons daartoe heeft aangespoord.
Door jou, en in jouw aanwezigheid kunnen wij elkaar gedogen in liefde en zorgzaamheid, als in een bindend samenspel van werkende activiteit, als een praxis waarvoor wij in onze geloofsgemeenschappen bij elkaar komen.
Het ‘dagelijks brood’ dat wij door gezamenlijke arbeid bij elkaar verdienen, zal ons ‘sterken’ bij het ‘volvoeren’ van de opdrachten die wij van elkaar afsmeken. Om in ‘goedertierenheid’ en ‘volwaardigheid’ de obstakels te slechten, die een goede verhouding binnen en buiten onze samenkomsten, tussen mensen, in de weg staat, om elkaar te ontmoeten in mededogen en liefdeswerkelijkheid. Laten wij, onder de gloed van een eeuwigdurende belofte, elkaar in woord en daad omhelzen, als broeders en zusters die open willen staan voor ieder moment van inspanning. Wanneer als wij eerlijk en oprecht aan elkaar die belofte willen waarmaken, dat ‘als het ware’ in ons geboorte moment, ons is aangekleefd.
De ‘belofte’ om namens het woord van Christus ons blijvend in te zetten voor vrede, voor vrede met elkaar, de ander, en de anderen die deze wereld bevolken. ‘Wij’ allen, maken deel uit van ‘mensheid’, laten ‘wij’ ons in gezamenlijke opgetogenheid blijven richten op die ‘levensvonk’ dat als ‘liefdesvonk’ louterend in ieder van ons aanwezig is. Laten wij in elkaar dat ‘liefdesvuur’ blijven aanwakkeren, door geloof en in eerlijkheid, dat het voedsel zal blijken voor “Universele Liefdes Werkelijkheid”, waardoor wij met elkaar verbonden blijven, in respect en mededogen.
Dat ‘mededogen’ en die ‘hulpvaardigheid’ zijn de belangrijkste bouwstenen waarop ‘mensheid’ rust. Daarmee kunnen wij gemeenschap worden en blijven, waarbinnen onze kinderen zich veilig en zonder onrust, kunnen ontwikkelen, om de mens te worden waartoe wij bedoeld zijn.
Laten wij bidden, tot elkaar, dat ieder van ons in staat zal zijn om ‘samen’ met de ander, en allen, in openheid en vertrouwen, vriendschappen te sluiten door het ‘slechten’ van obstakels en meningsverschillen, belemmeringen, die ‘menswording’ in ‘brede zin’ in de weg staan.
Vrede zij met ons ….
Amen
2012-02-05 |
Stilten in de Viering.
Is de stilte in de viering anders dan de stilte in een lege kerk? Ja ik denk van wel, de stilten tijdens de vieringen zijn anders, zijn meer ‘geladen’ door de aanwezigen tijdens de vieringen. De stilten in een lege kerk zijn de stilten van de ‘leegte’, stilte van ‘ruimte’, stilte van pilaren en statige muren, en van het verlangen dat er meer is boven het wereldse uit.
Mijn hoofd is nu in deze ruimte voelbaar aanwezig, en maakt er deel aan uit. Als ik in mijn handen klap dan weergalmt het hier tot in de hoeken, dat maakt de ‘ruimte’ van de stilte. Het ‘vormt’ de leegte rondom mij, de mens die hier in zijn handen klapt, vormt net zo, zijn geloof in God. Het geluid of het bidden, of zingen, of het geschreven woord maakt het ’geloof’ en ’vormt’ de zin van het ’Godsgeloof’. Des te schrijnender is te ervaren, nadat wij gebeden en gezongen hebben, vanochtend in de viering, dat Gij God uw liefde in ons heeft uitgestort, dat er geen liefdesuitwisseling plaats vindt tussen de mensen die in deze kerk hadden plaatsgenomen.
Er vindt geen “contactuele intimiteit” plaats tussen de buitengrenzen van de mensen, die opstaan en de kerk verlaten, en dat is toch hoogst merkwaardig, als je, je realiseert dat de kracht van de minnende God zo enorm groot is, dat geloven wij althans. Soms lijkt het erop dat de mensen elkaar niet eens zien staan, ja wel de bekenden en de mensen die iets met elkaar hebben, daar vind wel een groet plaats of een wens voor een goeie Zondag. De vreemdeling wordt niet begroet, erger nog niet eens aangekeken, mensen lopen langs elkaar heen alsof zij op een druk plein mensen passeren. Misschien stel ik het een beetje te zwart wit, maar toch, ik probeer iets te verwoorden wat niet ontkent kan worden, ik proef een leemte, een tekort schieten van mensen, mensen hebben te weinig zorg voor elkaar, dat zou je toch niet verwachten, hier in deze gemeenschap.
Anthoon.
2010-10-20 Bidden |
Bidden is; ook ‘geloven’ dat we samen kunnen doen, wat gedaan dient te worden.
Spreken over, hoe wij elkaar kunnen verstaan, is onder andere; samen doen wat gedaan dient te worden. Wij weten heel goed wat er gebeuren moet, en het gaat erom dat de goede dingen gebeuren, in het leven van alle dag.
Wat jij ‘doen’ kan dien je te doen, en wat jij niet kan, kan een ander doen. Dát is wat bedoeld wordt met ‘samen’ voor allen, en allen voor iedereen.
Dát zou een leidraad voor onze samenleving kunnen zijn, zeker voor hen die geloven in een hogere macht die de wereld bestuurd, ons raadgevingen en voorbeelden geeft en ons aanbeveelt het goede te doen en het slechte te laten.
Geloven waar jij goed in bent, dat is de beste start die iedereen kan maken. Op elk moment van de dag bedenken wat jij ‘waar’ kan maken,
met hulp van ‘jezelf’ en hulp van anderen, voor anderen. Samen werken aan een te verbeteren leefwereld.
Ik ‘droomde’ van ‘jou’, dat ‘Jij’ er was, en mij wilde uitleggen hoe het verder moest om elkaar beter te kunnen verstaan, als we het hebben over hoe het verder moet in de wereld waarin wij leven.
Hoe het verder moet met ons, ‘Jij’ doet me denken aan wat Boudewijn de Groot zingt: Ik geloof, ik geloof in jou en mij, je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij, maar ik geloof, ik geloof, ik geloof in het geloof in jou en mij.
Dát is wat Jezus zegt, geloof in jezelf en geloof in de ander, dat zal de wereld veranderen. Dát is God/waarachtigheid, dat ons uittilt boven de verlammende gedachten uit van; wij kunnen niets doen aan de ellendigheid om ons heen, in ons land en in de wereld.
Te weten dat we dagelijks getuige zijn van wat onder onze ogen gebeurd. Dan is het een goede gedachte uit te gaan van; verbeter de wereld en begin bij je zelf, door te geloven in de kracht van de liefde en mededogen, geloven in onbaat-zuchtigheid door liefde, is geloven in de kracht van het ‘samen’ voor ‘allen’ en ‘iedereen’, door Christus met elkaar verbonden in een ‘heiligend’ geloof van het in liefde zeker weten (van jezelf uitgaan).
Anthoon Budel
2010-10-20 Nijmegen.
Tmeegvds.
Tekening 70a de 7 getijden
2010-09-02 De waarheid van gisteren en van morgen GOD …
Soms zijn wij nog niet in staat om ‘zuiver’ te zien.
Dan is onze blik troebel
door verlangens die niet
vervuld kunnen worden!
HEER …
Wij bidden U, moge wij leren zien … met een heldere blik, én in ‘reinheid’ van hart door een reinigende geest.
Dat wij in staat zullen zijn ‘onderscheid’ te maken tussen de waarheid van gisteren en de waarheid van morgen.
AMEN
19-08-2008
God …
Help ons,
Ons te ontdoen van onnodige ballast,
Opdat wij gereinigd worden door de ‘kracht’ van Uw ‘Woord en Wijsheid’;
opdat wij …
‘Liefdeshuizen’ worden voor elkaar.
AMEN
15-03-2009
Na een stilte moment;
Dat wij
Geïnspireerd door deze stilte
Mogen voortgaan in het ‘levende gebed’ van ‘ontmoeting’ en ‘ervaring’
En dat het ‘ontmoeting’ in liefde en vertrouwen moge betekenen.
Nijmegen 2010-09-02
2009-11-08 GOD IS LIEFDE
GOD IS STILTE …
(ervaring van een kerkwacht)
God is liefde, God is stilte, en hoe valt dat te rijmen met elkaar, met de mensen die we ontmoeten, en met de (Gods) Liefdevolle Werkende Heiligende Kracht of Macht?
God kan ook stilte zijn, ‘stilte’ als liefdevolle aanwezigheid, stille liefde, grootste liefde, kleine liefde … altijd aanwezig. Stilte of oorspronkelijke ontstaansenergie ervaren, is, als in contact staan met het “in-stand-houdend-beginsel” of als een, in een eeuwigdurende voortgang staan, in Godservaring.
Het ruisen van de wind, de muren het altaar, de ramen en de bloemen, en toch is er een leegte in mijn hoofd en een vraag, waar is God, geen stem!, geen ‘geruis’, wel ruimte in stille afstandelijkheid, een binnenruimte met hoge vensters van natuurlijk licht, als instralend ‘groeivermogen’, jezelf aanwezig wetend ‘als kerkwacht’ in dit gebouw, deze kerk.
WAT IS DAN HET NUT VAN EEN KERKGEBOUW?
Zij komen er om te bidden, de mensen, om te vieren, om er voor God te zijn. En het besef dat je niet de enige bent die er komt om God te ontmoeten maakt dat er een willens en wetens is, je ontvangt en je geeft, en ook de ander die komt, geeft en ontvangt, en is net zoals jij op zoek naar ‘dat’ wat boven allen uitstijgt…
KERKWACHT …
Het is alsof ik hier een relatie met ‘stilte’ wil aangaan, deze ruimte staat er open voor, en is een uitnodiging voor mij om er voor te gaan zitten, er voor te zijn. De ‘beelden’ in deze kerk spreken voor zich, beelden van Maria, van sint Jozef en het kind Jezus, Titus getekend door een medegevangene, het liggende kruis op de plaats van het vroegere hoofdaltaar, de ramen in de nissen, en de grote ramen waarin van de één Jezus hoog in troont, en hoog in het andere raam Maria troont. God en Aller/heiligen zijn hier ook aanwezig, en dan wel geschilderd op diverse muurvlakken, en als gekleurd glas verwerkt in de glas in lood ramen.
Uitnodigend dus is deze stilte, niet gestoord door bezoekers, die de kerk al rondwandelend willen bezoeken, en toch ook welkom zijn.
Die stilte nu hier maakt dat ik niet zit te wachten, maar ook niet ga lezen of iets dergelijks om de tijd uit te zitten, maar wandelend en zittend vanuit diverse gezichtspunten de ruimte observerend, ‘stilte’ tot mij laten komen.
Ik ben er voor haar, en zij is er voor mij, stilte die tot ‘midden’ nodigt. Het is als een ruimte zonder stevigheid, herkenbare zekerheid, en ik zak weg in een ‘niets’ om weer overeind te schrikken met velerlei gedachten in mijn hoofd. Na een korte wandeling door de kerk, gezeten aan de overzijde, tegenover het Maria raam, staart zij mij aan in Moederlijke genegenheid, met ‘haar_wijs_kind’ op schoot.
De ‘lichtkoepel’ stijgend boven het gewelf uit, hangt als een achtzijdig lichtpanorama boven mijn hoofd. En de stilte wordt intenser als ik de geluiden van het Keizer Karelplein tot me door laat dringen, en ervaar dat een eenzame bezoeker aarzelend de kerk binnentreedt.
Her en der beschijnt de herfstzon de muur en lege stoelen, en ook op het altaar blok, dat als een centrale eenheid in het midden van wat vroeger eens het ‘middenschip’ was, staat. Dit altaar dat met vijf gelijkzijdige kanten is uitgevoerd, en dat, wanneer twee kanten omhoog geklapt worden een tafel vormt, en dus in wezen uit vijf vlakken of zijden bestaat, bestaat net niet uit een zichtbare zeszijdige eenheid. Want dan zou het uitgeklapt een kruis kunnen vormen, net zoals bij een opengeslagen kubus, deze tafel staat voor mij symbool als tafel voor gezamenlijk vieren (geloof), en delen van het brood (hoop en verwachting) dat wij elkaar willen geven, dat Christus ons heeft aangereikt.
Terugzittend aan het tafeltje van de kerkwacht is het alsof het even donkerder wordt, ik bevind me dan ook meer bij de uitgang, en ik vraag me inmiddels af of ik een tweede bezoeker attent zal maken op het mapje met beschrijving van de ramen en het iconografisch panorama die in de ramen en het interieur het leven van Christus laat weerspiegelen.
Nee … toch maar niet, en de stilte keert weerom, terwijl de eerste bezoeker een tijdlang gebogen verzonken zit voor het beeld van Maria…
Ik probeer me stil te houden om niet met papier te gaan ritselen, of me te verzetten op de stoel, want elke beweging of gekuch is een aantasting van de sereniteit van deze stilte.
Tmeegvds