Monastiek leven in onze tijd (21ste Eeuw).

Enkele fragmenten naar de REGEL van de broeders en zusters van ONZE LIEVE VROUW van de BERG KARMEL die me erg aanspreken:

(rgl. 1) … tot welke orde hij/zij ook behoort, of welke religieuze leefwijze hij/zij ook gekozen heeft, in horigheid aan Christus moet leven, en zich trouw aan Hem moet verknechten vanuit een zuiver hart en een goed geweten …

 

(Rgl. 5) Plaatsen nu zul je kunnen hebben in de eenzaamheid of waar ze jullie gegeven zullen worden, voor de inachtneming van jullie religieuze leefwijze, passend en voegzaam …

 

(Rgl. 6) Voorts dat jullie aansluitend bij de ligging van de plaats,
die jullie van plan zijn te bewonen, zullen jullie ieder afzonderlijk, afzonderlijke afgescheiden cellen hebben …

 

(Rgl. 15) … waar tevens de overdrijvingen en tekortkomingen van broeders en zusters worden waargenomen, worden rechtgezet, met de liefde als midden.

 

(Rgl. 19) Omgord moeten zijn de lendenen met de gordel van kuisheid. Beschermd moet zijn de borst met heilige overwegingen; er staat immers geschreven “heilige overwegingen zullen je behouden”.

Aangetrokken moet worden het harnas van de gerechtigheid, zodat je de Heer, je God met heel je hart, met heel je ziel, en met heel je kracht bemint, en je naaste als jezelf.

… Het zwaard nu van de Geest, dat is het woord van God, wone overvloedig in jullie mond en hart. En wat er ook door jullie gedaan moet worden, het gebeure door het woord van de Heer.

 

(Rgl. 21) De apostel nu beveelt stilte aan … Aankweek van gerechtigheid is stilte, in stilte en hoop zal jullie sterkte zijn.

 

Wat monnik zijn voor mij betekent!

Ooit waren er eremieten en kluizenaars, mensen die buiten de gevestigde maatschappij of kloostergemeenschappen wilden leven, in eenzaamheid of gescheiden van anderen, om op die wijze God te dienen, of Christus na te volgen. Sommigen in alleenzaamheid of strikte eenzaamheid, afgesloten van de rest van de wereld. En van het begin van de Christenheid af ontstonden er kloosters of kloosterorden, met mensen die in gemeenschappelijk verband, samen wilden leven in eenvoud en zonder maatschappelijk voordelen. Om in soberheid en armoede Christus na te volgen en God te eren, aan de hand van vastgestelde regels. Zij leefden en leven tot aan de dag van vandaag in gehoorzaamheid aan de regel van een betreffende orde, of aan de Abt of Abtdis van die orde.

 

(Persoonlijke leefregel, om me in te zetten in navolging van Christus 2018-11-09)

Door te leven in horigheid aan Christus, en door zijn evangelie te aanvaarden als hoogste leer van 'wijze' van leven, door de kracht van 'Zijn' Geest die aan een ieder van ons zijn inzichten uitdeelt, zoals het in het leven gebeurd; streef ik in gemeenschappelijkheid en dienstbaarheid, naar een vorm van samen leven en werken; voor elkaar, voor "DatWatGodIs" en voor de mensheid.

GOD ZOEKER: 

Sinds 1995 ben ik mij zelf als een Godzoeker gaan beschouwen, en dat heeft me nu zover gebracht dat ik kan zeggen dat ik een leven als religieus wil leiden, in die zin dat ik me geroepen weet om deel te nemen aan, en me mede in te zetten voor; Gods wereldkerk op aarde, en wel volgens de Christelijke traditie, wetende dat er een wereldomspannend besef van Godsbegrip bestaat, ontstaan en vorm heeft gekregen in zeven grote wereldgodsdiensten, ieder met een eigen Godsbeeld of Godbesef en rituelen.

Of ik als godzoeker God gevonden heb?, dat is moeilijk te zeggen, wat ik wel kan zeggen is; of God nou wel of niet bestaat, het gaat om het geloof, “het 'geloof' in God, dat bestaat, dat is zeker”. Gods geloof, ‘leven naar dat geloof', daar doe ik het mee. Ik godzoeker vind Hem in hen, die ons zijn voorgegaan.

En door de leidende stem van Christus via impulsen en geestelijke raadgevingen, ben ik op het voor mij juiste pad gezet, en wil ik me in gehoorzaamheid, en dienstbaarheid inzetten door te leven naar de wijsheidverhalen van de evangeliën der apostelen die ooit in het begin van onze jaartelling zijn opgetekend, in de eerste eeuwen.

Monastiek leven in onze tijd …

Wat is een monastiek leven leiden? Niet als ‘geassocieerde’ maar als ‘eremiet’ en dat betekent dan, denk ik; willen leven met het oog en het hart gericht op de voorbeelden van een bestaande orde of leefwijze, en het hart gericht op Christus de 'beminde' de wijze raadsman. Vanuit mijn eigen persoonlijke situatie wil ik mij verbonden weten met de contemplatieve levensstijl van religieuzen; bijvoorbeeld van religieuzen in de breedste zin van het woord. Dat is mijn verlangen, het is mijn roeping om antwoorden te zoeken op de vragen die het geloof in deze tegenwoordige tijd aan mensen stelt. Ik voel me geroepen dit te doen, omdat; ik ben die ik ben. Ik wil vorm en gestalte geven aan een religieus leven dat past in deze tijd, de 21ste eeuw, ik wil mij verknechten aan de roepstem van Christus, en levend, en werkend, en biddend, kerk vieren in een Godsbesef dat aansluit aan de tijd die komen gaat.

Als leidraad neem ik daarbij de houding aan van een ‘contemplatieve’, waarin eerbied en ontzag voor ‘All wat liefde is’ centraal staat, anderzijds is er het besef dat vanuit ons rijke roomse leven nog veel ruis en dwaalsporen geruimd en opgehelderd dienen te worden.

Monnik zijn in de 21ste eeuw …

De monnik/eremiet van deze tijd wil als man of vrouw, zich wel of niet, verbonden wetend met een kloostergemeenschappen wereldwijd. Weten dat hij/zij zich met hart en ziel kan toewenden naar hun spiritualiteit. Hij/zij willen een religieus leven leiden dat geïnspireerd wordt door de spiritualiteit van een orde waarnaar hij/zij zich in vertrouwen kan toewenden.  

Vanuit hun persoonlijke levensstaat gaan zij vorm en inhoud geven aan het verlangen verbonden te zijn met het geheim van “dat wat God is” of verbonden te zijn met “het Universele Liefdesvermogen” dat ieder mens zich toe eigenen kan. Vanuit een persoonlijke betrokkenheid, en aanwezig in de samenleving waarin zij wonen; zijn zij verbonden met een religieuze contemplatieve levensstijl. En vanuit een Christologische visie blijven zij op zoek naar een evenwichtige samenhang, tussen mensen in kerkgemeenschappen, en mensen in de samenleving. Dit doen zij door gebed en studie, en door maatschappelijk betrokken te zijn. Passend en voegzaam worden blijvend keuzen gemaakt die het levensritme klank en kleur geven, dat zou kunnen gebeuren door aan de volgende omvorming processen gestalte en beleving te geven:

1.    LECTIO ..             Lezen

2.    MEDITATIO ..       Bezinnen

3.    ORATIO ..            Lofzang   

4.    CONTEMPLATIO ..    Overgave

 

Biddend en werkend sta ik dan nu voor mijn God (geloofswerkelijkheid). ‘Zijn’ aanwezigheid is tussen mensen en geschriften waarneembaar. Velen, en ook ik, staan klaar voor het “het heilige moeten” om binnen een gezamenlijk geweten aan het werk te gaan.

Vanuit het heden, sta ik klaar om dag en nacht beschikbaar te zijn, voor Gods schepping, om voor die schepping te bidden, te werken. En om te vieren dat wij er zijn mogen.

Beseffend dat het zin heeft er bij te zijn, en deel te nemen aan de ‘geestelijke weg’.     Door; 'schepping' - 'vorming' - 'herschepping' - en 'heelwording', op weg zijn naar gelijkvormigheid, in Godmenselijk betrekkingsgebeuren.

Tmeegvds.  Anthoon Lucas Budel

Dieren 2008-12-06 / Nijmegen 2018-11-10