WIE ZIJN WIJ?
Sint Benedictus Abdij v.z.w. 'De Achelse Kluis'
De monnikengemeenschap van de Achelse Kluis is een gemeenschap van mensen die radicaal kiezen voor een leven volgens het evangelie, in de blijde verwachting van de wederkomst van Jezus Christus.
Het gebed staat centraal. Dat is de reden waarom we hier ‘samen’ zijn gaan leven.
Een belangrijk gegeven is dat wij werken voor ons levensonderhoud en vanzelfsprekend horen daarbij ook huishoudelijke taken die eigen zijn aan een grote familie.
Cisterciënzers
In 1098 vertrok de heilige Robertus met een groep monniken uit de Benedictijnenabdij van Molesmes (spreek uit: Mollèm ) om te Citeaux, in Bourgondië, een nieuw klooster te stichten. Citeaux is in het Latijn "Cistercium". Vandaar de naam "Cisterciënzers". Hun opzet was er te leven volgens de Regel van Sint Benedictus. inbegrepen de handenarbeid, die toen veelal aan lijfeigenen werd overgelaten. In de loop van de eeuwen kenden de Cisterciënzers na een periode van grote bloei verscheidene hervormingen.
Die van La Grande Trappe in Normandië, begonnen in de 17e eeuwen overleefden de Franse revolutie. Ook bleef La Grande Trappe moederhuis van de Orde tot in 1898. Toen kon de abdij van Citeaux door de Orde worden teruggekocht. De naam "Trappisten" bleef echter in de volksmond bewaard.
De monnik is een Godwijzer. Zoals Sint Benedictus het zegt in zijn Regel voor Monniken (510 na Chr.) stelt de monnik niets boven "het werk Gods", het koorgebed in de gemeenschap, waar hij zich openstelt voor het werk dat God in hem verricht. Dat gebedsleven veronderstelt de humus waar het zijn wortels kan schieten: de "Iectio divina" of geestelijke lezing, waar de Bijbel de ereplaats inneemt. In heel zijn handel en wandel tracht de monnik naar God te luisteren.
"Luister" is het eerste woord van de Benedictijnenregel en is er ook de samenvatting van. Het stilzwijgen en de afzondering zijn in het leven van de monnik van vitaal belang. Geen doel in zichzelf, is het de weg die de monnik gaat om te luisteren naar God en slechts in zijn aanwezigheid te vertoeven. Uiterlijke stilte is daarbij voorwaarde: eerst ben je in de stilte, en vervolgens ontstaat die Stilte in jezelf. De monnik betracht die innerlijke stilte in al zijn werk: groentetuin, boomgaard, keuken, bakkerij, washuis, kleermakerij, kantoor, sacristie, bibliotheek en noem maar alles op wat in een grote familie gedaan moet worden: in alles wat de monnik doet, tracht hij allereerst verenigd te zijn met God.
Het Cisterciënzerleven
Men wordt monnik na eerst een proefperiode doorlopen te hebben van stagiair, postulant en novice. De monnik belooft geen andere rijkdom te hebben dan God (gelofte van armoede), niemand te gehoorzamen dan alleen God en aan zijn Woord, verduidelijkt door de abt en de broeders (gelofte van gehoorzaamheid) en God alleen te beminnen en met Hem iedere mens (gelofte van monastiek leefgedrag en celibaat). Dit alles beleefd in een duurzame familiale gemeenschap (gelofte van stabiliteit).
Wat geloven wij?
Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader. God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader, en door wie alles geschapen is. Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald. Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige geest uit de maagd Maria, en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader. Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan zijn rijk komt geen einde. Wij geloven in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon; die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. Wij geloven in één heilige, katholieke en apostolische kerk.
Wij belijden één doopsel tot vergeving van de zonden.
Wij verwachten de opstanding van de doden.
En het leven van het komend rijk. Amen!
Voor allen die Hem verwachten is Jezus nu al op komst!
Door zijn offer en verrijzenis zijn wij in geloof verzoend met God de Vader en ligt het paradijs binnen het bereik van ons mensen. Zo kunnen wij met zekerheid zeggen, dat: "God weet heeft van ons gisteren. Geven wij Hem ons "heden" en Hij zorgt voor onze toekomst"!