vorige pagina

Over mensheid en vermenselijken.

Vanuit het christendom worden ons bezinningsmomenten aangereikt.

 

Teksten uit "de kruisgang" van mensheid:

(1ste stem)

 

1ste statie ‘De mens’ wordt ter dood veroordeeld 

 Oefeningen om tot bezinning te komen.

Oefening tot bezinning op het lijden van mensen, door mensen aangedaan, beleefd en veroorzaakt. Om tot geestelijke bezinning te komen, betreffende het ontstaan en voortbestaan van kwellingen door mensen teweeg gebracht. Overpeinzingen ten bate van het menselijke leven. Dat zij ‘de mensen’ verantwoording willen afleggen, over wat zij hebben gedaan en of juist ‘niet’ hebben gedaan. Dat is de zin van het volgen van ‘dit’ lijden’s verhaal.

(2de stem)

‘De mens’ werd hier belasterd en veroordeeld. Zo bestraffen wij elkaar. Zij die niet willen weten of zien wat er onder hen gebeurd kijken een andere kant op. Titus Brandsma zij het zo, bij de 1de statie, geen smart is gelijk aan hen die gefolterd sterven. Al eeuwen lang worden mensen stukgeslagen. Ontkleed, vernederd en van iedere menselijkheid ontdaan door mensen die anders denken. Van menselijke waardigheid ontdaan trekken zij aan onze ogen voorbij. Dan ontstaat er een zwijgend weten, en daarin willen wij niet onderkennen, dat ook wij schuldig zijn door dat zwijgen, en het laten inslapen van ons geweten.

Het verraad van mensen door de eeuwen heen bedreven, nam allerlei vormen aan, beulen met grote handen in beulskleren, of burgers in een net pak met stropdas, vertegenwoordigen het verraad van de schijnheiligen. Terwijl steden worden gebombardeerd worden onschuldige mensen onthoofd of opgehangen, kijkt de rest van de wereld machteloos toe. Ooh, hoe lang moeten wij dit geweld nog aanschouwen?

(3de stem)

Martin Niemöller 1945. De zwijgende stem:

  Toen de nazi's de communisten arresteerden heb ik gezwegen;
     ik was immers geen communist.
  Toen ze de 
sociaaldemocraten gevangenzetten heb ik gezwegen;
     ik was immers geen sociaaldemocraat.
  Toen ze de 
syndicalisten kwamen halen heb ik gezwegen;
     ik was immers geen syndicalist.
  Toen ze de Joden opsloten heb ik gezwegen;
     ik was immers geen Jood.
  Toen ze de 
katholieken arresteerden heb ik gezwegen;
     ik was immers geen katholiek.
  Toen ze mij kwamen halen
     ...was er niemand meer die nog kon protesteren.

We gaan door naar de tweede statie …
 

2de Statie   ‘De mens’ neemt het kruis op zijn schouders 

1ste stem:

Oefening tot bezinning op het lijden van alle mensen, en ‘de mens’ zelf.

Bezinning op ootmoedelijkheid en zachtheid in mensen die zich door ‘liefde’ laten leiden. Altijd zijn er mensen die zich niet op het verkeerde spoor laten zetten door valse gerechtigheid, vernederingen en beschuldigingen van daden die zij niet hebben begaan. Zij zijn in staat om die valse schuldenlast geduldig te dragen.

2de stem

‘De mens’ wordt ons hier ten voorbeeld gesteld, ondanks de valselijke beschuldigingen die hem zijn aangedaan, besloot hij niet te verzaken aan zijn roeping, die hij voor zich had aangenomen.

Heden is het triest te moeten constateren dat het geloof in een Almachtige God, in 2000 jaar er niet in geslaagd is, de wereld te bevrijden van disharmonie en gewelddadige activiteit. Het Christendom heeft het woord van Christus verkeerd begrepen, en heeft het niet waar kunnen maken.

‘Mensheid’ neemt steeds weer opnieuw het kruis op haar schouders, niet bij machte aan de wereld een gunstige wending te geven. Hebben wij te lang gewacht op een wonderbare Goddelijke Manifestatie van hogerhand? Is mensheid te lang blijven geloven dat die goddelijke voorzienigheid het voor ons zou regelen?

Machteloos en moe van het bloed en de folteringen, de misleidingen van allerlei slag, die het geweld niet konden indammen. Zijn massa’s mensen tegenwoordig langs de kant van de weg gaan staan en staan alleen maar blijvend toe te kijken. Daarna ‘berusten zij’ met afgewende hoofden steeds meer in naderend onheil.

3de stem

Lofzang 22:

“HET WORDT VOLBRACHT”

OH, “UNIVERSELE LIEFDES MACHT”

WEES AANWEZIG IN ONS

OPDAT WIJ ‘ONSZELF’ EN ELKAAR

ZULLEN KUNNEN BEVRIJDEN

VAN DE ONRUST

DIE ONS AL EEUWEN LANG

BELEMMERT ER VOOR ‘ELKAAR’ TE ZIJN

Laten wij ‘elkaar’ aansporen:

-     Dat wij bevrijd mogen worden van zelfvernietiging, dat wij elkaar mogen bevrijden van knellende banden die ons benauwen.

-     Dat wij in ontzag door de eeuwig/durende geboorte van Liefdeswerkelijkheid ‘handelingsvaardig’ mogen worden, de schepping, die ooit is begonnen, te mogen helpen volwaardig en in heelheid tot voltooiing te brengen.

-     Ons knielen is van een gebrokenheid. Vol angst van de verwarring door de slagen die wij elkaar toebrengen

-     Dat wij gered mogen worden door de ‘liefdesverwachtingen’ die wij ‘terecht’ naar elkaar uitspreken.

-     Dat ‘liefde’ ons moge redden. Vanaf onze geboorte is zij ons toegekend.

-    

‘HET WORDT VOLBRACHT’ IS ALS EEN ZANGSTUK

ALS EEN LIEFDESLIED VAN ‘MENSHEID’

DAT HET MAG GAAN

VAN GENERATIE OP GENERATIE

DAT HET ALS 'ZAAD' VERMENIGVULDIGD MAG WORDEN

TOTDAT ‘VREDE’ ZICH OVER DE GEHELE AARDE

HEEFT UITGEDIJD.