Geschiedenis van de Plechelmus Kerk.

Dat Oldenzaal al in de middeleeuwen een belangrijke plaats was, is af te lezen aan de majesteuze Sint Plechelmuskerk. Al in de Karolinchische tijd is hier een kerk gesticht, waaraan in 954 een kappittel werd verbonden[college van kanunniken of koorheren], toen werden waarschijnlijk ook de relieken van Sint Plechelmus van Odilienberg naar Oldenzaal overgebracht. Daarvóór was de kerk gewijd aan Sint Silvester. Oldenzaal kreeg in 1049 marktrechten van de Duitse Keizer Hendrik de lll. Wanneer stadsrechten zijn verleend is niet bekend, maar al in 1222 was de stad versterkt, de versterking had een nagenoegd zuivere cirkelvorm, die nog herkenbaar is in de rondlopende straten met de naam Noor-Zuid-West-Oostwal.

De hoofdstructuur van het huidige kerkgebouw is in de tweede helft van de twaalfde eeuw tot stand gekomen, geheel in Bentheimer kalkzandsteen. Hiervan resten het schip, het dwarsschip, en de noorderzijbeuk. Deze romaanse delen zijn zeer strak en sober uitgevoerd. Alleen het zuiderapsidiool [vaak een halfronde sluiting van een zijbeuk] heeft een geleding met kolonetten met versierde kapitelen en rondbogen.

In het midden van de dertiende eeuw is de zware toren gebouwd. Rond 1450 is deze voorzien van een vijfde verdieping. Van beneden naar boven gaande zijn de verschillen in bouwoeriode, van laat romaans tot gotisch, goed te zien aan de versiering met eerste rondboogjes, dan spitsbogen en dan driepasvenstertraceringen.

Eveneens is rond 1450 de romaans ronde koorafsluiting vervangen door het huidige driezijdig gesloten koor. In het laatse kwart van de vijftiende eeuw is ook de romaanse zuidbeuk vervangen door de huidige gotische zuidbeuk, die ongeveer even groot is als de romaanse middenbeuk.

De kerk heeft in de loop van haar bestaan geleden onder diverse troebelen, van oorlog tot brand, wangebruik en verwaarlozing. Vele malen is er dan ook aan het gebouw gerestaureerd en de huidige vorm is daar een resultante van. Zo werd bij een reatauratie rond 1900 de als Latijnse School gebruikte zeventiendeeeuwse verdieping op de noorderzijbeuk afgebroken en de verdwenen noorderapsis werd herbouwd. Bij de restauratie van 1922-'25 is het interieur grotendeels ontpleisterd, waardoor ook binnen de Bentheimer kalkzandsteen zichtbaar is.

De kerk heeft een schatkamer, waarin het vergulde zilveren reliekhoofd van Sint Plechelmus uit de tweede heft van de vijftiende eeuw het topstuk is.

Overgenomen uit het Bulletin van S.O.G.K. Najaar 2002

Door J. Gardeniers

*************************************************************************

En in de zuidmuur van de mooiste kerk van Twente, de Oldenzaalse Plechelmusbasiliek, is een lange rij op dezelfde hoogte gelegen gleuven te zien. Over het ontstaan daarvan doen allerlei theorieën de ronde. Huisvrouwen zouden hun breipennen er geslepen hebben, soldaten hun lans en zwaard, burgers zouden het afschraapsel hebben gebruikt als medicijn. En onlangs werd nog geopperd dat boven die gleuven ooit ringen in de kerkmuur bevestigd waren en dat hieraan de boeren de paarden voor de koetsen vastmaakten tijdens de kerkdienst. Met het stoten met de disselboom zouden zo de gleuven zijn ontstaan... Bron: stad en streek via Internet.

**************************************************