A: Deel Pandgang west ramen van een tot vier Bovendeel (wapen) Centrale midden hoofdmotief Onderste deel (tekst) 1. Eliaraam wapen ... [1b] 1. ELIA Het wapen van de schenkers verwijst naar het geslacht Löwenstein ELIAS, quod interpretatur, DEUS Ego Dixi Dij estis vos. ps; Quod DEUS est, sic Numina, Nomina fantur genus et vitae, flammifer Ensis ait. Ergo quid? O Vtinam tanti fortissimae harae prolis in auxilium dextera Patris agat. 1684 ELIA, hetgeen vertaald betekent: GOD. ‘Ik heb gezegd: gij zijt goden’. Ps. Wat GOD is, zo zijn de goddelijke dingen. De namen verhalen van geslacht en leven, zo zegt het vlammend zwaard. Wat betekent dit dus? O moge de hand van de Vader tot bijstand van zulke sterke volgelingen werkzaam zijn. 1684 Volgens de overlevering leefde de profeet Elia in de negende eeuw vóór Christus bij een bron in het Karmelgebergte ten zuiden van Haifa (Israël). In ditzelfde gebergte ontstond in het begin van de dertiende eeuw de Karmelorde. De naam Elia betekent mijn Machtige is Wezer. Deze verwijst ook naar een verhaal uit de Elia-cyclus, waarin de God van Elia zich als de ware God openbaart tegenover de god Baäl: Heel het volk zag, ze vielen neer op hun gelaat en zeiden: Wezer Hij de Machtige! Wezer Hij de Machtige! (1 K 18,39). De naam Elia roept associaties op met het in het raam geciteerde psalmvers: Ik heb wel gezegd dat jullie goden zijn, ieder van jullie is een zoon van de Hoogste (Ps 82,6; vgl. Joh 10,30-39). Als man Gods, wiens optreden gekenmerkt wordt door een mystiek-sociale bewogenheid, werd Elia al snel na het ontstaan van de Karmelorde de geestelijke vader van de karmelieten. Op dit raam wordt Elia afgebeeld in een karmelhabijt met een vlammend zwaard in zijn ene hand en het woord Gods in zijn andere hand. Deze verbeelding is geïnspireerd door een brief van de apostel Paulus en door de Karmelregel, waarin gesproken wordt over het zwaard van de geest: Het zwaard nu van de geest, dat is het woord van God, wone overvloedig in jullie mond en hart (Karmelregel, 19; Ef 6,17). De verhalen over het optreden van Elia zijn te vinden in het bijbelboek Koningen (1 K 17-19; 1 K 21,1-26 en 2 K 1-2,1-18). Aan deze verhalen is de wapenspreuk van de Karmelorde ontleend. Deze luidt: Vurig heb ik geijverd voor de Heer, de God van de machten (in het Latijn: Zelo zelatus sum pro Domino Deo exercituum, 1 K 19,10+14). Op de achtergrond van het raam is de berg Karmel zichtbaar, evenals de beek Kerit en een kerkje. Het onderschrift verheerlijkt de kracht van Elia en vraagt de profeet om zijn volgelingen te beschermen. Gedenkdag: 20 juli 1. Elia-d detailtekst ... 2. Albertus-a-wapen ... [2b] 2. ALBERTUS VAN SICILIË geschonken door Illustrissimus et Excellentissimus Dominus, Dominus Oswaldus Comes de Monte, Marchio Bergarum ad Zommam, Supremus Dominus Teritory de Boxmer, Comes de Walhain & Champlite, Baro de Wisch, Bylant & Perruuez, Dominus, de Dixmuda, Haeps Sambeeck, Beersel, Brainelaleut, Homoet, Millingen, Genderingen Etten &c Baro Haereditarius Ducatus Geldriae & Comitatus Zutphaniae ALBERTUS – Anagrama – TER ALBUS, Aliud ARS LUBET Non semel ALBUS erat; cur dicitur ergo TER ALBUS: Cui numquam casto fucus in ore fuit, Virgo erat et iuuenis, et adultus, et auctior annis; Sic iuuat esse ALBOS ARS quibus ista LUBET. 1684 Anagram ALBERTUS was niet slechts eenmaal BLANK; waarom hem dan DRIEMAAL BLANK genoemd? Hij op wiens kuis gelaat nooit blanketsel was geweest. Maagd was hij én als jongeling, én als volwassene, én als bejaarde. Zo doet het goed BLANK te zijn, alwie in deze KUNST BEHAGEN SCHEPT. 1684 Albertus werd in Trapani op Sicilië geboren. Hij zou de stad Messina hebben gered van de hongerdood door ervoor te zorgen dat een convooi met voedsel door de vijandelijke linies heen kon breken. Hij was een zeer vroom mens en bad bij voorkeur ’s nachts ongestoord de psalmen bij het licht van een olielamp. Bij het bidden van psalm 58 zou de duivel zijn olielamp kapot hebben laten vallen om Albertus het bidden onmogelijk te maken. Albertus ging nog intenser bidden, waarop de lamp vanzelf weer begon te branden. Toen vluchtte de duivel en liet Albertus verder met rust. Hij werd in 1296 prior provinciaal van Sicilië. Na zijn dood, waarschijnlijk op 7 augustus 1307, werden meerdere zieken genezen door het drinken van het zogenaamde Albertuswater. Dit is water dat gezegend is door aanraking met een relikwie van Albertus. Deze devotie verspreidde zich tot in de Lage Landen en is levend gebleven tot op vandaag. In de Karmelorde is Albertus de patroon geworden van de studerende jeugd. Albertus werd in 1476 heiligverklaard. Een veertiende-eeuwse tekst verhaalt zijn geboorte als volgt: Er was nog een heilige vrouw die Johanna heette, en de naam van haar man was Benedictus, en ze waren ook allebei van adel, omdat zij afstamden van de Abbati's, van oudsher de leiders van Sicilië. Johanna was zeer lang kinderloos geweest, terwijl zij met haar man heel vroom voor God en de mensen een heilig leven leidden. Daar zij allebei een grote devotie tot de zalige Maagd Maria hadden, baden zij iedere dag tot haar om het geluk te mogen smaken een kind te krijgen. Op zekere dag, toen zij vurig hun herhaalde wens aan de gelukzalige Maagd uitvoerig kenbaar maakten, deden zij de gelofte dat, wanneer zij het geluk zouden smaken een kindje te ontvangen, zij hem voor eeuwig aan de dienst van God zouden toewijden. De Moeder van alle genade, die nooit een man heeft bekend, verhoorde hen spoedig, zij die woont tussen de hemelse legerscharen. Zij zagen in een droom een klein schreiend kind, dat een kleine brandende toorts in zijn handje hield, wat het embleem zou worden van al zijn toekomstige predicaties. Albertus kwam ter wereld en hij werd erg verwend door zijn ouders, maar van zichzelf was hij rustig en beleefd ten opzichte van anderen. Toen hij was opgevoed, maakte zijn moeder hem de gedane belofte bekend. Daar hij onmiddellijk akkoord ging met het besluit van zijn ouders, ging hij met hun zegen naar het klooster van de broeders van de zalige Maria van de Berg Karmel, op de berg van Trapani, waar hij het kloosterkleed ontving en heel heilig leefde in grote gestrengheid en volmaakte zuiverheid, in de glans van talrijke wonderen. Gedenkdag: 7 augustus 2. Albertus-e-detailtekst ... 3. Telesphorus-a-wapen ... [3c] 3. TELESPHORUS geschonken door Catharina, Graefin von Zeil, Prinzessin von Hohenzollern S. Telesphorus Papa, Mart. O.N. Ter genitum recolet Christum cum triplici Missa Tractus ab Eliaco Telesphorus ordine Praesul. Heilige Telesphorus, paus, martelaar van onze Orde, wil de drievoudige geboorte van Christus gedenken met een driemaal herhaald Misoffer. Telesphorus, Opperpriester, genomen uit de Orde van Elia. De Griekse kluizenaar Telesforus was na Petrus de zevende paus (ca. 125 – 139). Tijdens de christenvervolgingen stierf hij de marteldood in het jaar 139. Op het raam is hij als paus afgebeeld met de pauselijke tiara (=driekroon), de pauselijke kruisstaf en een kelk met drie hosties erboven. Dit laatste verwijst naar een pauselijke constitutie van zijn hand, waarin bepaald werd dat iedere priester op Kerstmis drie missen mocht lezen om de drievoudige geboorte van het eeuwig Woord te gedenken: de historische geboorte van Jezus in Betlehem, de godsgeboorte in de ziel van een mens die gedoopt wordt of zich bekeert, en de komst van Christus aan het einde van de tijden. Boven de kelk is een wolkje met een Mariamonogram zichtbaar. Dit verwijst naar een visioen van Telesforus, dat hem inspireerde om in het theologisch debat van zijn tijd de verrijzenis van het lichaam en de heiligheid van Maria te verdedigen. Volgens de traditie leefde hij in het nabije oosten als kluizenaar. Vandaar dat de karmelieten er tot in de 17e eeuw van uit gingen dat Telesforus karmeliet is geweest. Onder zijn koormantel is het karmelhabijt zichtbaar. Telesphorus werd door de kerkelijke autoriteiten aan de Karmelorde toevertrouwd om zijn verering levend te houden. Gedenkdag: 19 januari 3. Telesphorus-e detailtekst ... 4. Eliseus-a-wapen ... [4c] 4. ELISA geschonken door Karel Anton Friedrich von Hohenzollern S. ELISEUS PROPHETA primus Discipulus Magistri Patris et Prophetae Eliae, qui in diebus suis non pertimuit principem et potentia nemo vicit illum nec superavit illum verbum aliquod et mortuum prophetavit corpus eius. Eccl. 48. DE HEILIGE PROFEET ELISA, eerste leerling van de Meester, Vader en Profeet Elia. ‘Zolang hij leefde, duchtte hij geen vorst. Niemand had macht over hem, geen enkel woord vermocht iets tegen hem, en ook in de dood toonde zijn lichaam dat hij een profeet was’. Eccl. 48. Als opvolger van de profeet Elia was Elisa als profeet actief in de negende eeuw vóór Christus. Hij was een man Gods, die net als Elia verbleef op de berg Karmel (2 K 4,25). De verhalen over hem zijn te vinden in het bijbelboek Koningen (2 K 1 – 2 K 13,21). De tekst op het raam getuigt van de grote indruk die Elisa maakte op zijn tijdgenoten en op de generaties na hem: ‘…hij heeft in zijn dagen voor geen heerser gebeefd en niemand is sterker geweest dan hij. Niets ging zijn kracht te boven en nog in de doodsslaap profeteerde zijn lichaam.’ (Jezus Sirach 48,12-13). Deze laatste zin verwijst naar het verhaal waarin verteld wordt dat een lijk door aanraking met het gebeente van Elisa opnieuw tot leven kwam (2 K 13,20-21). Op dit raam staat Elisa afgebeeld in het karmelhabijt, met een stok in zijn hand, bij een boom met een afgehakte stronk. De stok van Elisa had een genezende uitwerking (zie 2 K 4,29) en de boom verwijst naar de wonderbaarlijke vondst van een verloren bijl (zie 2 K 6,1-7). Elisa wordt meestal afgebeeld als een profeet met een kale schedel, omdat hij door de knapen van Bethel werd nageroepen als ‘kaalkop’ (2 K 2,23-24). Gedenkdag: 14 juni 4. Eliseus-edetailtekst ...
A: Deel
Pandgang west
ramen van een tot vier
Bovendeel (wapen)
Centrale midden hoofdmotief
Onderste deel (tekst)
1. Eliaraam wapen ... [1b] 1. ELIA Het wapen van de schenkers verwijst naar het geslacht Löwenstein ELIAS, quod interpretatur, DEUS Ego Dixi Dij estis vos. ps; Quod DEUS est, sic Numina, Nomina fantur genus et vitae, flammifer Ensis ait. Ergo quid? O Vtinam tanti fortissimae harae prolis in auxilium dextera Patris agat. 1684 ELIA, hetgeen vertaald betekent: GOD. ‘Ik heb gezegd: gij zijt goden’. Ps. Wat GOD is, zo zijn de goddelijke dingen. De namen verhalen van geslacht en leven, zo zegt het vlammend zwaard. Wat betekent dit dus? O moge de hand van de Vader tot bijstand van zulke sterke volgelingen werkzaam zijn. 1684 Volgens de overlevering leefde de profeet Elia in de negende eeuw vóór Christus bij een bron in het Karmelgebergte ten zuiden van Haifa (Israël). In ditzelfde gebergte ontstond in het begin van de dertiende eeuw de Karmelorde. De naam Elia betekent mijn Machtige is Wezer. Deze verwijst ook naar een verhaal uit de Elia-cyclus, waarin de God van Elia zich als de ware God openbaart tegenover de god Baäl: Heel het volk zag, ze vielen neer op hun gelaat en zeiden: Wezer Hij de Machtige! Wezer Hij de Machtige! (1 K 18,39). De naam Elia roept associaties op met het in het raam geciteerde psalmvers: Ik heb wel gezegd dat jullie goden zijn, ieder van jullie is een zoon van de Hoogste (Ps 82,6; vgl. Joh 10,30-39). Als man Gods, wiens optreden gekenmerkt wordt door een mystiek-sociale bewogenheid, werd Elia al snel na het ontstaan van de Karmelorde de geestelijke vader van de karmelieten. Op dit raam wordt Elia afgebeeld in een karmelhabijt met een vlammend zwaard in zijn ene hand en het woord Gods in zijn andere hand. Deze verbeelding is geïnspireerd door een brief van de apostel Paulus en door de Karmelregel, waarin gesproken wordt over het zwaard van de geest: Het zwaard nu van de geest, dat is het woord van God, wone overvloedig in jullie mond en hart (Karmelregel, 19; Ef 6,17). De verhalen over het optreden van Elia zijn te vinden in het bijbelboek Koningen (1 K 17-19; 1 K 21,1-26 en 2 K 1-2,1-18). Aan deze verhalen is de wapenspreuk van de Karmelorde ontleend. Deze luidt: Vurig heb ik geijverd voor de Heer, de God van de machten (in het Latijn: Zelo zelatus sum pro Domino Deo exercituum, 1 K 19,10+14). Op de achtergrond van het raam is de berg Karmel zichtbaar, evenals de beek Kerit en een kerkje. Het onderschrift verheerlijkt de kracht van Elia en vraagt de profeet om zijn volgelingen te beschermen. Gedenkdag: 20 juli
1. Eliaraam wapen ...
[1b] 1. ELIA Het wapen van de schenkers verwijst naar het geslacht Löwenstein ELIAS, quod interpretatur, DEUS Ego Dixi Dij estis vos. ps; Quod DEUS est, sic Numina, Nomina fantur genus et vitae, flammifer Ensis ait. Ergo quid? O Vtinam tanti fortissimae harae prolis in auxilium dextera Patris agat. 1684 ELIA, hetgeen vertaald betekent: GOD. ‘Ik heb gezegd: gij zijt goden’. Ps. Wat GOD is, zo zijn de goddelijke dingen. De namen verhalen van geslacht en leven, zo zegt het vlammend zwaard. Wat betekent dit dus? O moge de hand van de Vader tot bijstand van zulke sterke volgelingen werkzaam zijn. 1684 Volgens de overlevering leefde de profeet Elia in de negende eeuw vóór Christus bij een bron in het Karmelgebergte ten zuiden van Haifa (Israël). In ditzelfde gebergte ontstond in het begin van de dertiende eeuw de Karmelorde. De naam Elia betekent mijn Machtige is Wezer. Deze verwijst ook naar een verhaal uit de Elia-cyclus, waarin de God van Elia zich als de ware God openbaart tegenover de god Baäl: Heel het volk zag, ze vielen neer op hun gelaat en zeiden: Wezer Hij de Machtige! Wezer Hij de Machtige! (1 K 18,39). De naam Elia roept associaties op met het in het raam geciteerde psalmvers: Ik heb wel gezegd dat jullie goden zijn, ieder van jullie is een zoon van de Hoogste (Ps 82,6; vgl. Joh 10,30-39). Als man Gods, wiens optreden gekenmerkt wordt door een mystiek-sociale bewogenheid, werd Elia al snel na het ontstaan van de Karmelorde de geestelijke vader van de karmelieten. Op dit raam wordt Elia afgebeeld in een karmelhabijt met een vlammend zwaard in zijn ene hand en het woord Gods in zijn andere hand. Deze verbeelding is geïnspireerd door een brief van de apostel Paulus en door de Karmelregel, waarin gesproken wordt over het zwaard van de geest: Het zwaard nu van de geest, dat is het woord van God, wone overvloedig in jullie mond en hart (Karmelregel, 19; Ef 6,17). De verhalen over het optreden van Elia zijn te vinden in het bijbelboek Koningen (1 K 17-19; 1 K 21,1-26 en 2 K 1-2,1-18). Aan deze verhalen is de wapenspreuk van de Karmelorde ontleend. Deze luidt: Vurig heb ik geijverd voor de Heer, de God van de machten (in het Latijn: Zelo zelatus sum pro Domino Deo exercituum, 1 K 19,10+14). Op de achtergrond van het raam is de berg Karmel zichtbaar, evenals de beek Kerit en een kerkje. Het onderschrift verheerlijkt de kracht van Elia en vraagt de profeet om zijn volgelingen te beschermen. Gedenkdag: 20 juli
1. Elia-d detailtekst ...
2. Albertus-a-wapen ... [2b] 2. ALBERTUS VAN SICILIË geschonken door Illustrissimus et Excellentissimus Dominus, Dominus Oswaldus Comes de Monte, Marchio Bergarum ad Zommam, Supremus Dominus Teritory de Boxmer, Comes de Walhain & Champlite, Baro de Wisch, Bylant & Perruuez, Dominus, de Dixmuda, Haeps Sambeeck, Beersel, Brainelaleut, Homoet, Millingen, Genderingen Etten &c Baro Haereditarius Ducatus Geldriae & Comitatus Zutphaniae ALBERTUS – Anagrama – TER ALBUS, Aliud ARS LUBET Non semel ALBUS erat; cur dicitur ergo TER ALBUS: Cui numquam casto fucus in ore fuit, Virgo erat et iuuenis, et adultus, et auctior annis; Sic iuuat esse ALBOS ARS quibus ista LUBET. 1684 Anagram ALBERTUS was niet slechts eenmaal BLANK; waarom hem dan DRIEMAAL BLANK genoemd? Hij op wiens kuis gelaat nooit blanketsel was geweest. Maagd was hij én als jongeling, én als volwassene, én als bejaarde. Zo doet het goed BLANK te zijn, alwie in deze KUNST BEHAGEN SCHEPT. 1684 Albertus werd in Trapani op Sicilië geboren. Hij zou de stad Messina hebben gered van de hongerdood door ervoor te zorgen dat een convooi met voedsel door de vijandelijke linies heen kon breken. Hij was een zeer vroom mens en bad bij voorkeur ’s nachts ongestoord de psalmen bij het licht van een olielamp. Bij het bidden van psalm 58 zou de duivel zijn olielamp kapot hebben laten vallen om Albertus het bidden onmogelijk te maken. Albertus ging nog intenser bidden, waarop de lamp vanzelf weer begon te branden. Toen vluchtte de duivel en liet Albertus verder met rust. Hij werd in 1296 prior provinciaal van Sicilië. Na zijn dood, waarschijnlijk op 7 augustus 1307, werden meerdere zieken genezen door het drinken van het zogenaamde Albertuswater. Dit is water dat gezegend is door aanraking met een relikwie van Albertus. Deze devotie verspreidde zich tot in de Lage Landen en is levend gebleven tot op vandaag. In de Karmelorde is Albertus de patroon geworden van de studerende jeugd. Albertus werd in 1476 heiligverklaard. Een veertiende-eeuwse tekst verhaalt zijn geboorte als volgt: Er was nog een heilige vrouw die Johanna heette, en de naam van haar man was Benedictus, en ze waren ook allebei van adel, omdat zij afstamden van de Abbati's, van oudsher de leiders van Sicilië. Johanna was zeer lang kinderloos geweest, terwijl zij met haar man heel vroom voor God en de mensen een heilig leven leidden. Daar zij allebei een grote devotie tot de zalige Maagd Maria hadden, baden zij iedere dag tot haar om het geluk te mogen smaken een kind te krijgen. Op zekere dag, toen zij vurig hun herhaalde wens aan de gelukzalige Maagd uitvoerig kenbaar maakten, deden zij de gelofte dat, wanneer zij het geluk zouden smaken een kindje te ontvangen, zij hem voor eeuwig aan de dienst van God zouden toewijden. De Moeder van alle genade, die nooit een man heeft bekend, verhoorde hen spoedig, zij die woont tussen de hemelse legerscharen. Zij zagen in een droom een klein schreiend kind, dat een kleine brandende toorts in zijn handje hield, wat het embleem zou worden van al zijn toekomstige predicaties. Albertus kwam ter wereld en hij werd erg verwend door zijn ouders, maar van zichzelf was hij rustig en beleefd ten opzichte van anderen. Toen hij was opgevoed, maakte zijn moeder hem de gedane belofte bekend. Daar hij onmiddellijk akkoord ging met het besluit van zijn ouders, ging hij met hun zegen naar het klooster van de broeders van de zalige Maria van de Berg Karmel, op de berg van Trapani, waar hij het kloosterkleed ontving en heel heilig leefde in grote gestrengheid en volmaakte zuiverheid, in de glans van talrijke wonderen. Gedenkdag: 7 augustus
2. Albertus-a-wapen ...
[2b] 2. ALBERTUS VAN SICILIË geschonken door Illustrissimus et Excellentissimus Dominus, Dominus Oswaldus Comes de Monte, Marchio Bergarum ad Zommam, Supremus Dominus Teritory de Boxmer, Comes de Walhain & Champlite, Baro de Wisch, Bylant & Perruuez, Dominus, de Dixmuda, Haeps Sambeeck, Beersel, Brainelaleut, Homoet, Millingen, Genderingen Etten &c Baro Haereditarius Ducatus Geldriae & Comitatus Zutphaniae ALBERTUS – Anagrama – TER ALBUS, Aliud ARS LUBET Non semel ALBUS erat; cur dicitur ergo TER ALBUS: Cui numquam casto fucus in ore fuit, Virgo erat et iuuenis, et adultus, et auctior annis; Sic iuuat esse ALBOS ARS quibus ista LUBET. 1684 Anagram ALBERTUS was niet slechts eenmaal BLANK; waarom hem dan DRIEMAAL BLANK genoemd? Hij op wiens kuis gelaat nooit blanketsel was geweest. Maagd was hij én als jongeling, én als volwassene, én als bejaarde. Zo doet het goed BLANK te zijn, alwie in deze KUNST BEHAGEN SCHEPT. 1684 Albertus werd in Trapani op Sicilië geboren. Hij zou de stad Messina hebben gered van de hongerdood door ervoor te zorgen dat een convooi met voedsel door de vijandelijke linies heen kon breken. Hij was een zeer vroom mens en bad bij voorkeur ’s nachts ongestoord de psalmen bij het licht van een olielamp. Bij het bidden van psalm 58 zou de duivel zijn olielamp kapot hebben laten vallen om Albertus het bidden onmogelijk te maken. Albertus ging nog intenser bidden, waarop de lamp vanzelf weer begon te branden. Toen vluchtte de duivel en liet Albertus verder met rust. Hij werd in 1296 prior provinciaal van Sicilië. Na zijn dood, waarschijnlijk op 7 augustus 1307, werden meerdere zieken genezen door het drinken van het zogenaamde Albertuswater. Dit is water dat gezegend is door aanraking met een relikwie van Albertus. Deze devotie verspreidde zich tot in de Lage Landen en is levend gebleven tot op vandaag. In de Karmelorde is Albertus de patroon geworden van de studerende jeugd. Albertus werd in 1476 heiligverklaard. Een veertiende-eeuwse tekst verhaalt zijn geboorte als volgt: Er was nog een heilige vrouw die Johanna heette, en de naam van haar man was Benedictus, en ze waren ook allebei van adel, omdat zij afstamden van de Abbati's, van oudsher de leiders van Sicilië. Johanna was zeer lang kinderloos geweest, terwijl zij met haar man heel vroom voor God en de mensen een heilig leven leidden. Daar zij allebei een grote devotie tot de zalige Maagd Maria hadden, baden zij iedere dag tot haar om het geluk te mogen smaken een kind te krijgen. Op zekere dag, toen zij vurig hun herhaalde wens aan de gelukzalige Maagd uitvoerig kenbaar maakten, deden zij de gelofte dat, wanneer zij het geluk zouden smaken een kindje te ontvangen, zij hem voor eeuwig aan de dienst van God zouden toewijden. De Moeder van alle genade, die nooit een man heeft bekend, verhoorde hen spoedig, zij die woont tussen de hemelse legerscharen. Zij zagen in een droom een klein schreiend kind, dat een kleine brandende toorts in zijn handje hield, wat het embleem zou worden van al zijn toekomstige predicaties. Albertus kwam ter wereld en hij werd erg verwend door zijn ouders, maar van zichzelf was hij rustig en beleefd ten opzichte van anderen. Toen hij was opgevoed, maakte zijn moeder hem de gedane belofte bekend. Daar hij onmiddellijk akkoord ging met het besluit van zijn ouders, ging hij met hun zegen naar het klooster van de broeders van de zalige Maria van de Berg Karmel, op de berg van Trapani, waar hij het kloosterkleed ontving en heel heilig leefde in grote gestrengheid en volmaakte zuiverheid, in de glans van talrijke wonderen. Gedenkdag: 7 augustus
2. Albertus-e-detailtekst ... 3. Telesphorus-a-wapen ...
2. Albertus-e-detailtekst ...
3. Telesphorus-a-wapen ...
[3c] 3. TELESPHORUS geschonken door Catharina, Graefin von Zeil, Prinzessin von Hohenzollern S. Telesphorus Papa, Mart. O.N. Ter genitum recolet Christum cum triplici Missa Tractus ab Eliaco Telesphorus ordine Praesul. Heilige Telesphorus, paus, martelaar van onze Orde, wil de drievoudige geboorte van Christus gedenken met een driemaal herhaald Misoffer. Telesphorus, Opperpriester, genomen uit de Orde van Elia. De Griekse kluizenaar Telesforus was na Petrus de zevende paus (ca. 125 – 139). Tijdens de christenvervolgingen stierf hij de marteldood in het jaar 139. Op het raam is hij als paus afgebeeld met de pauselijke tiara (=driekroon), de pauselijke kruisstaf en een kelk met drie hosties erboven. Dit laatste verwijst naar een pauselijke constitutie van zijn hand, waarin bepaald werd dat iedere priester op Kerstmis drie missen mocht lezen om de drievoudige geboorte van het eeuwig Woord te gedenken: de historische geboorte van Jezus in Betlehem, de godsgeboorte in de ziel van een mens die gedoopt wordt of zich bekeert, en de komst van Christus aan het einde van de tijden. Boven de kelk is een wolkje met een Mariamonogram zichtbaar. Dit verwijst naar een visioen van Telesforus, dat hem inspireerde om in het theologisch debat van zijn tijd de verrijzenis van het lichaam en de heiligheid van Maria te verdedigen. Volgens de traditie leefde hij in het nabije oosten als kluizenaar. Vandaar dat de karmelieten er tot in de 17e eeuw van uit gingen dat Telesforus karmeliet is geweest. Onder zijn koormantel is het karmelhabijt zichtbaar. Telesphorus werd door de kerkelijke autoriteiten aan de Karmelorde toevertrouwd om zijn verering levend te houden. Gedenkdag: 19 januari 3. Telesphorus-e detailtekst ...
[3c] 3. TELESPHORUS geschonken door Catharina, Graefin von Zeil, Prinzessin von Hohenzollern S. Telesphorus Papa, Mart. O.N. Ter genitum recolet Christum cum triplici Missa Tractus ab Eliaco Telesphorus ordine Praesul. Heilige Telesphorus, paus, martelaar van onze Orde, wil de drievoudige geboorte van Christus gedenken met een driemaal herhaald Misoffer. Telesphorus, Opperpriester, genomen uit de Orde van Elia. De Griekse kluizenaar Telesforus was na Petrus de zevende paus (ca. 125 – 139). Tijdens de christenvervolgingen stierf hij de marteldood in het jaar 139. Op het raam is hij als paus afgebeeld met de pauselijke tiara (=driekroon), de pauselijke kruisstaf en een kelk met drie hosties erboven. Dit laatste verwijst naar een pauselijke constitutie van zijn hand, waarin bepaald werd dat iedere priester op Kerstmis drie missen mocht lezen om de drievoudige geboorte van het eeuwig Woord te gedenken: de historische geboorte van Jezus in Betlehem, de godsgeboorte in de ziel van een mens die gedoopt wordt of zich bekeert, en de komst van Christus aan het einde van de tijden. Boven de kelk is een wolkje met een Mariamonogram zichtbaar. Dit verwijst naar een visioen van Telesforus, dat hem inspireerde om in het theologisch debat van zijn tijd de verrijzenis van het lichaam en de heiligheid van Maria te verdedigen. Volgens de traditie leefde hij in het nabije oosten als kluizenaar. Vandaar dat de karmelieten er tot in de 17e eeuw van uit gingen dat Telesforus karmeliet is geweest. Onder zijn koormantel is het karmelhabijt zichtbaar. Telesphorus werd door de kerkelijke autoriteiten aan de Karmelorde toevertrouwd om zijn verering levend te houden. Gedenkdag: 19 januari
3. Telesphorus-e detailtekst ...
4. Eliseus-a-wapen ... [4c] 4. ELISA geschonken door Karel Anton Friedrich von Hohenzollern S. ELISEUS PROPHETA primus Discipulus Magistri Patris et Prophetae Eliae, qui in diebus suis non pertimuit principem et potentia nemo vicit illum nec superavit illum verbum aliquod et mortuum prophetavit corpus eius. Eccl. 48. DE HEILIGE PROFEET ELISA, eerste leerling van de Meester, Vader en Profeet Elia. ‘Zolang hij leefde, duchtte hij geen vorst. Niemand had macht over hem, geen enkel woord vermocht iets tegen hem, en ook in de dood toonde zijn lichaam dat hij een profeet was’. Eccl. 48. Als opvolger van de profeet Elia was Elisa als profeet actief in de negende eeuw vóór Christus. Hij was een man Gods, die net als Elia verbleef op de berg Karmel (2 K 4,25). De verhalen over hem zijn te vinden in het bijbelboek Koningen (2 K 1 – 2 K 13,21). De tekst op het raam getuigt van de grote indruk die Elisa maakte op zijn tijdgenoten en op de generaties na hem: ‘…hij heeft in zijn dagen voor geen heerser gebeefd en niemand is sterker geweest dan hij. Niets ging zijn kracht te boven en nog in de doodsslaap profeteerde zijn lichaam.’ (Jezus Sirach 48,12-13). Deze laatste zin verwijst naar het verhaal waarin verteld wordt dat een lijk door aanraking met het gebeente van Elisa opnieuw tot leven kwam (2 K 13,20-21). Op dit raam staat Elisa afgebeeld in het karmelhabijt, met een stok in zijn hand, bij een boom met een afgehakte stronk. De stok van Elisa had een genezende uitwerking (zie 2 K 4,29) en de boom verwijst naar de wonderbaarlijke vondst van een verloren bijl (zie 2 K 6,1-7). Elisa wordt meestal afgebeeld als een profeet met een kale schedel, omdat hij door de knapen van Bethel werd nageroepen als ‘kaalkop’ (2 K 2,23-24). Gedenkdag: 14 juni
4. Eliseus-a-wapen ...
[4c] 4. ELISA geschonken door Karel Anton Friedrich von Hohenzollern S. ELISEUS PROPHETA primus Discipulus Magistri Patris et Prophetae Eliae, qui in diebus suis non pertimuit principem et potentia nemo vicit illum nec superavit illum verbum aliquod et mortuum prophetavit corpus eius. Eccl. 48. DE HEILIGE PROFEET ELISA, eerste leerling van de Meester, Vader en Profeet Elia. ‘Zolang hij leefde, duchtte hij geen vorst. Niemand had macht over hem, geen enkel woord vermocht iets tegen hem, en ook in de dood toonde zijn lichaam dat hij een profeet was’. Eccl. 48. Als opvolger van de profeet Elia was Elisa als profeet actief in de negende eeuw vóór Christus. Hij was een man Gods, die net als Elia verbleef op de berg Karmel (2 K 4,25). De verhalen over hem zijn te vinden in het bijbelboek Koningen (2 K 1 – 2 K 13,21). De tekst op het raam getuigt van de grote indruk die Elisa maakte op zijn tijdgenoten en op de generaties na hem: ‘…hij heeft in zijn dagen voor geen heerser gebeefd en niemand is sterker geweest dan hij. Niets ging zijn kracht te boven en nog in de doodsslaap profeteerde zijn lichaam.’ (Jezus Sirach 48,12-13). Deze laatste zin verwijst naar het verhaal waarin verteld wordt dat een lijk door aanraking met het gebeente van Elisa opnieuw tot leven kwam (2 K 13,20-21). Op dit raam staat Elisa afgebeeld in het karmelhabijt, met een stok in zijn hand, bij een boom met een afgehakte stronk. De stok van Elisa had een genezende uitwerking (zie 2 K 4,29) en de boom verwijst naar de wonderbaarlijke vondst van een verloren bijl (zie 2 K 6,1-7). Elisa wordt meestal afgebeeld als een profeet met een kale schedel, omdat hij door de knapen van Bethel werd nageroepen als ‘kaalkop’ (2 K 2,23-24). Gedenkdag: 14 juni
4. Eliseus-edetailtekst ...