B: deel Pandgang zuid ramen van veertien tot achttien Bovendeel (wapen) Centrale midden hoofdmotief Onderste deel (tekst) 14. Serapion-a-wapen ... 14. Serapion-c = Anagram Heilige Serapion, bid in hoop. Roemruchte Serapion, wees uw broeders indachtig, en neem door uw gebed het kwaad van hen weg, geef hun het goede in de plaats. Dat wil zeggen: bid in groot vertrouwen tot de Allerhoogste, dat gij spoedig moogt ontvangen alwat gij vraagt. 1684 Serapion (328-388) is op dit raam in karmelhabijt afgebeeld. De overlevering vertelt dat hij vanuit zijn geboorteland Egypte naar Rome reisde om daar te studeren. Toen hij weer terugreisde naar Egypte werd hij bisschop van Antiochië. Hiernaar verwijst de mijter op het tafeltje rechts achter hem. Serapion is een van de woestijnvaders, van wie het volgende verhaal is overgeleverd: Abbas Serapion zei eens: 'Hoe is het mogelijk dat ik, die voor een asceet doorga, een onderkleed draag, terwijl deze arme, of liever gezegd Christus, het besterft van de kou? Waarlijk als ik hem laat sterven, zal ik op de dag des oordeels veroordeeld worden als een moordenaar'. Nadat hij dan ook zijn laatste kledingstuk aan de arme drommel had afgestaan, bleef hem niets anders meer dan het evangelieboek dat hij onder zijn arm droeg. Een voorbijkomend ordebewaker vond hem in die toestand, ineengehurkt, neerzitten en vroeg hem: 'Maar abbas Serapion, wie heeft u van uw kleren beroofd?' Toen haalde Serapion zijn evangelieboek onder zijn oksels vandaan en zei: 'Dit heeft me uitgekleed!' Toen hij kort daarop hoorde van iemand die zijn schulden niet kon betalen, verkocht hij het rolletje perkament met de evangelietekst en gaf hem de opbrengst ervan. Zo keerde hij, letterlijk van alles ontdaan, in zijn kluis terug. Op de vraag van zijn leerlingen waar het evangelieboekje was gebleven, antwoordde hij: 'Hij die me dagelijks voorhoudt: Verkoop wat je bezit en geef het aan de armen, Hemzelf heb ik verkocht en aan de armen gegeven'. Gedenkdag: 30 oktober 14. Serapion-e-detailtekst ... 15. Jacobus-a-wapen ... 15. Jacobus-c = In het jaar 1314 verschijnt de heilige MAAGD MARIA aan Kardinaal Jacobus van Ossa, om hem het pausschap te beloven, op voorwaarde dat hij aan de wereld bekend zou maken het grote voorrecht van de BULLA SABBATINA, zoals in de hemelen is vastgelegd: te weten de verlossing uit het vagevuur op ZATERDAG na hun dood van hen die het HEILIG SCAPULIER gedragen en enkele voorschriften onderhouden hebben. In het jaar 1316 wordt hij tot paus gekozen en in het jaar 1322 maakt hij deze openbaring en genoemd voorrecht bekend. Kardinaal Jacobus van Ossa was de latere paus Johannes XXII (1316-1334). In een visioen openbaarde Maria in karmelhabijt hem het 'zaterdagprivilege': Paus Johannes XXII, die leed aan hevige angsten en uiterste ellende, stelde zeer groot vertrouwen in de glorierijke Maagd en Moeder Gods, Maria. Nog voor hij paus werd, was hij op zekere dag in gebed verzonken en smeekte vroom de hulp van de heilige Maria af. Toen verscheen hem de allerheiligste Moeder Gods altijd Maagd, Maria, gekleed in het gewaad van de Karmelorde en zij sprak hem als volgt toe: 'Johannes, o Johannes, plaatsbekleder van mijn geliefde Zoon, ik zal je als het ware aan je vijand ontrukken en met behulp van mijn smeekbeden die ik aan mijn veelgeliefde zoon heb gericht, maak ik je paus en benoem ik je tot plaatsbekleder van mijn zoon. Zie dan, zoals ik deze veelomvattende genade voor jou heb verkregen, opdat jij een tegenprestatie levert voor mijn Orde en voor hen die heel bijzonder mijn broeders zijn, en de Regel die door Elias en Eliseus op de berg Karmel is voorbereid en door mijn dienaar de patriarch Albertus is uitgewerkt en zoals jouw voorganger Innocentius als plaatsbekleder van mijn Zoon de Regel aan hen heeft opgelegd ter vergeving van hun zonden, zo zul ook jij aan mijn Orde en namens mij en mijn Zoon dit privilege geven: dat al, wie in de Orde ingetreden is en devoot naar de Regel heeft geleefd, voor eeuwig gered zal worden en van straf en schuld bevrijd. En als zij op de dag waarop zij het aardse bestaan verlaten, in het vagevuur worden gebracht, dan zal ik, de moeder van de Genade, terstond na hun overlijden naar het vagevuur afdalen en daar zal ik allen bevrijden en hen naar de heilige berg van het eeuwige leven terugbrengen'. Toen de heilige Maagd deze en vele andere dingen duidelijk had gemaakt, verdween zij. En toen de paus eenmaal in zijn functie was bevestigd, voerde hij zoveel hij kon al haar opdrachten uit; en op elk gebied begunstigde en bewonderde hij de Orde, gaf haar privileges en beschermde haar met zijn pauselijke macht. En er was geen enkele voorganger die zoveel privileges aan de Orde verleende als deze Johannes XXII, wat blijkt uit menige bul van de Orde. Deze openbaring en verschijning bevinden zich, zegt men, in een verzegelde bul in Engeland. In het klooster van Genua bevindt zich een authentieke oorkonde die veel uitgebreider is dan wat hier verteld wordt. 15. Jacobus-g-detailtekst ... 16. Processie-a-wapen ... 16. Processie-b = Te Chester in Engeland worden personen die de Karmelieten de titel betwistten van BROEDERS VAN DE ZALIGE MAAGD MARIA, van godswege gestraft met een plotselinge dood. Om de toorn van God af te wenden wordt een openbare Processie georganiseerd, waarbij een houten beeld van de Zalige Maagd met gebogen hoofd de Karmelieten groet, als die voorbij komen, en met uitgestoken wijsvinger driemaal met luide stem zegt: ZIE, DAT ZIJN MIJN BROEDERS. Het wonder van Chester is beschreven in een legende die uit de veertiende eeuw dateert. Het verhaal luidt als volgt. 'In de stad Chester in Engeland was een klooster van de Broeders van de Maagd Maria van de Berg Karmel. Sommige mensen namen aanstoot aan die naam, en zeiden dat zij die naam niet waardig waren. Deze mensen werden echter gestraft, want meerderen van hen stierven een plotselinge dood, en men zei dan dat ze heiligschennis hadden gepleegd en daarom stierven. Om die reden verordende de Abt van het Sint Wergburgis-klooster, wereldlijk en geestelijk Heer van de stad, een plechtige processie. Terwijl bij het voorttrekken van de processie de Karmelieten een houten Maria-beeld passeerden dat bevestigd was bij het graf van de eerbiedwaardige Godescald, een kluizenaar van adellijke afkomst, en terwijl zij bogen voor het beeld, zeiden velen van hen 'Ave Maria'. En, o wonder, de houten beeltenis boog het hoofd, en met de vinger naar hen wijzend, zei het beeld driemaal 'Zie dit zijn mijn broeders: wie een van hen ziet, ziet een van mijn broeders'. Links en rechts naast het onderschrift heeft de glazenier in vier miniaturen de voornaamste gebeurtenissen uit het leven van Maria geschilderd: de boodschap van de engel Gabriël (links boven), het bezoek van Maria aan Elisabeth (rechts boven), de geboorte van Jezus (links onder) en de kroning van Maria in de hemel (rechts onder). Onder de voorstelling van de geboorte van Christus is een klein miniatuurtje zichtbaar, waarop de profeet Elia wordt afgebeeld. Deze afbeelding is geïnspireerd door een verhaal uit de Elia-cyclus (1 K 18,42-45) en door het Boek over de eerste monniken, waarin het verhaal uit het boek der Koningen mystiek-allegorisch geduid wordt. Elia zou in het kleine wolkje, dat aan Israël na een lange periode van verzengende hitte door een hevige regen verlossing zou brengen, de ontvangenis van Maria en van Jezus hebben voorzien. 16. Processie-c-teksttotaal ... 17. Petrus-a-wapen-links ... 17. Petrus-b-wapen-rechts ... 17. Petrus-c = In het jaar 1651 Terwijl de heilige Petrus Thomas de Moeder Gods bidt voor de instandhouding van zijn Orde, gewaardigt zij zich aan hem te verschijnen met dit antwoord: 'Wees maar niet bang, Petrus, want de Orde van de Karmelieten zal standhouden tot het einde van de wereld. Elia immers, haar Stichter, heeft dit vroeger al van Mijn Zoon verkregen'. De Franse karmeliet Petrus Thomas (1305-1366) leidde een veelbewogen leven, waarvan enkele taferelen op dit raam zijn verbeeld. Hij was vertrouwensman van de paus en voerde als pauselijk legaat meerdere vredesmissies uit. Het pallium over zijn habijt duidt zijn aartsbisschoppelijke waardigheid aan. Als patriarch van Constantinopel ijverde hij voor de hereniging van de Orthodoxe Kerken met Rome. Verder was hij betrokken bij de oprichting van de universiteit van Bologna. Het harnas op het raam verwijst naar de kruistocht van 1365, waar hij aan deelgenomen heeft. Petrus Thomas stierf op Cyprus en werd begraven in Famagusta. Van hem is bekend dat hij een vurig Mariavereerder was. De afbeelding en de tekst op dit raam zijn geïnspireerd door een legende uit de veertiende eeuw, waarin Johannes van Hildesheim, een leerling van Petrus Thomas getuigt: Tijdens het leven van de Heer Paus Clemens IV, zaliger gedachtenis, studeerde ik in Avignon en was ik in dienst van de eerbiedwaardige Meester Petrus Thomas, die toen regent van het studiehuis was, een man van grote kennis, beroemd en in hoge achting omwille van zijn heilig leven. Zoals dat in die tijd de gewoonte was, sliep ik dicht bij hem in de buurt en toen ik in de nacht van Pinksteren wakker werd door zacht gepraat en eigenaardige geluiden, stond ik zoals hij onmiddellijk op. Meester Thomas was wakker. Ik vroeg hem toen wat er gebeurd was, maar hij wilde niets zeggen. Maar ik bleef erom smeken, zelfs geknield. Eindelijk, na heel veel moeite kreeg ik een antwoord, niet dan nadat ik gezworen had het geheim niet bekend te maken, zolang hij nog in leven zou zijn. Toen vertelde hij mij: 'Ik ben met een bedroefde ziel ingeslapen en met het vurig verlangen om van de Zalige Maagd de bescherming en de waarborg van mijn Orde te verkrijgen. Zij heeft mij zelf geantwoord: "Petrus wees maar niet bang, want onze Karmelorde zal eeuwig duren: de eerste patroon van de Orde, Elia, heeft deze genade aan mijn Zoon gevraagd tijdens de gedaanteverandering en hij heeft deze genade verkregen". Terwijl hij mij dit visioen meedeelde, weende hij tranen van vreugde en ik was zo ontroerd, dat ook ik tranen plengde. Gedenkdag: 8 januari 17. Petrus-f-tekst ... 18. Bloedraam-a-wapen ... 18. Bloedraam-b = Wonderlijk is de hand des Heren! Groot is de goddelijke macht! Zie hier, lezer, daarvan de bekende tekenen. Toen de priester de heilige Geheimen vierde, en met weifelend geloof de hemelse gaven aanschouwde: Zie, toen vloeide het Bloed over de rand van de kelk. O, welk een verschrikkelijk gezicht! En het altaar wordt rood, doordrenkt als het is met de kleur waarin Christus schuilgaat. Dat ook gij hier niet aan mocht twijfelen, want tot nu toe is de palla, met bloedige kleur, als een vererenswaardig bewijsstuk overgebleven. Deze glasschildering verbeeldt het Bloedwonder, dat omstreeks 1400 in Boxmeer zou hebben plaatsgevonden. Kronieken verhalen, dat onder het bestuur van ridder Hubertus van Kuilenburg en het pastoraat van Arnoldus Groen een priester tijdens de mis twijfelde aan de kracht van de consecratiewoorden: 'Dit is mijn bloed'. Als de priester na het uitspreken van de consecratiewoorden twijfelt aan de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaante van wijn, gebeurt er iets ongewoons. De wijn verandert in bloed en de kelk stroomt over. Een gedeelte van de wijn valt op de linnen doek (palla) waar de kelk op stond. In het raam zien wij hoe de gelovigen ontsteld en verward reageren. Het stukje doek met het gestolde bloed wordt bewaard in een reliekhouder in de Heilig Bloedkapel van de Petrusbasiliek te Boxmeer. Op Sacramentszondag, de tweede zondag na Pinksteren, trekt jaarlijks de Vaartprocessie door Boxmeer. Lokale gedenkdag: Sacramentszondag 18. Bloedraam-c-tekst ...
B: deel
Pandgang zuid
ramen van veertien tot achttien
Bovendeel (wapen)
Centrale midden hoofdmotief
Onderste deel (tekst)
14. Serapion-a-wapen ... 14. Serapion-c = Anagram Heilige Serapion, bid in hoop. Roemruchte Serapion, wees uw broeders indachtig, en neem door uw gebed het kwaad van hen weg, geef hun het goede in de plaats. Dat wil zeggen: bid in groot vertrouwen tot de Allerhoogste, dat gij spoedig moogt ontvangen alwat gij vraagt. 1684 Serapion (328-388) is op dit raam in karmelhabijt afgebeeld. De overlevering vertelt dat hij vanuit zijn geboorteland Egypte naar Rome reisde om daar te studeren. Toen hij weer terugreisde naar Egypte werd hij bisschop van Antiochië. Hiernaar verwijst de mijter op het tafeltje rechts achter hem. Serapion is een van de woestijnvaders, van wie het volgende verhaal is overgeleverd: Abbas Serapion zei eens: 'Hoe is het mogelijk dat ik, die voor een asceet doorga, een onderkleed draag, terwijl deze arme, of liever gezegd Christus, het besterft van de kou? Waarlijk als ik hem laat sterven, zal ik op de dag des oordeels veroordeeld worden als een moordenaar'. Nadat hij dan ook zijn laatste kledingstuk aan de arme drommel had afgestaan, bleef hem niets anders meer dan het evangelieboek dat hij onder zijn arm droeg. Een voorbijkomend ordebewaker vond hem in die toestand, ineengehurkt, neerzitten en vroeg hem: 'Maar abbas Serapion, wie heeft u van uw kleren beroofd?' Toen haalde Serapion zijn evangelieboek onder zijn oksels vandaan en zei: 'Dit heeft me uitgekleed!' Toen hij kort daarop hoorde van iemand die zijn schulden niet kon betalen, verkocht hij het rolletje perkament met de evangelietekst en gaf hem de opbrengst ervan. Zo keerde hij, letterlijk van alles ontdaan, in zijn kluis terug. Op de vraag van zijn leerlingen waar het evangelieboekje was gebleven, antwoordde hij: 'Hij die me dagelijks voorhoudt: Verkoop wat je bezit en geef het aan de armen, Hemzelf heb ik verkocht en aan de armen gegeven'. Gedenkdag: 30 oktober 14. Serapion-e-detailtekst ... 15. Jacobus-a-wapen ... 15. Jacobus-c = In het jaar 1314 verschijnt de heilige MAAGD MARIA aan Kardinaal Jacobus van Ossa, om hem het pausschap te beloven, op voorwaarde dat hij aan de wereld bekend zou maken het grote voorrecht van de BULLA SABBATINA, zoals in de hemelen is vastgelegd: te weten de verlossing uit het vagevuur op ZATERDAG na hun dood van hen die het HEILIG SCAPULIER gedragen en enkele voorschriften onderhouden hebben. In het jaar 1316 wordt hij tot paus gekozen en in het jaar 1322 maakt hij deze openbaring en genoemd voorrecht bekend. Kardinaal Jacobus van Ossa was de latere paus Johannes XXII (1316-1334). In een visioen openbaarde Maria in karmelhabijt hem het 'zaterdagprivilege': Paus Johannes XXII, die leed aan hevige angsten en uiterste ellende, stelde zeer groot vertrouwen in de glorierijke Maagd en Moeder Gods, Maria. Nog voor hij paus werd, was hij op zekere dag in gebed verzonken en smeekte vroom de hulp van de heilige Maria af. Toen verscheen hem de allerheiligste Moeder Gods altijd Maagd, Maria, gekleed in het gewaad van de Karmelorde en zij sprak hem als volgt toe: 'Johannes, o Johannes, plaatsbekleder van mijn geliefde Zoon, ik zal je als het ware aan je vijand ontrukken en met behulp van mijn smeekbeden die ik aan mijn veelgeliefde zoon heb gericht, maak ik je paus en benoem ik je tot plaatsbekleder van mijn zoon. Zie dan, zoals ik deze veelomvattende genade voor jou heb verkregen, opdat jij een tegenprestatie levert voor mijn Orde en voor hen die heel bijzonder mijn broeders zijn, en de Regel die door Elias en Eliseus op de berg Karmel is voorbereid en door mijn dienaar de patriarch Albertus is uitgewerkt en zoals jouw voorganger Innocentius als plaatsbekleder van mijn Zoon de Regel aan hen heeft opgelegd ter vergeving van hun zonden, zo zul ook jij aan mijn Orde en namens mij en mijn Zoon dit privilege geven: dat al, wie in de Orde ingetreden is en devoot naar de Regel heeft geleefd, voor eeuwig gered zal worden en van straf en schuld bevrijd. En als zij op de dag waarop zij het aardse bestaan verlaten, in het vagevuur worden gebracht, dan zal ik, de moeder van de Genade, terstond na hun overlijden naar het vagevuur afdalen en daar zal ik allen bevrijden en hen naar de heilige berg van het eeuwige leven terugbrengen'. Toen de heilige Maagd deze en vele andere dingen duidelijk had gemaakt, verdween zij. En toen de paus eenmaal in zijn functie was bevestigd, voerde hij zoveel hij kon al haar opdrachten uit; en op elk gebied begunstigde en bewonderde hij de Orde, gaf haar privileges en beschermde haar met zijn pauselijke macht. En er was geen enkele voorganger die zoveel privileges aan de Orde verleende als deze Johannes XXII, wat blijkt uit menige bul van de Orde. Deze openbaring en verschijning bevinden zich, zegt men, in een verzegelde bul in Engeland. In het klooster van Genua bevindt zich een authentieke oorkonde die veel uitgebreider is dan wat hier verteld wordt. 15. Jacobus-g-detailtekst ... 16. Processie-a-wapen ... 16. Processie-b = Te Chester in Engeland worden personen die de Karmelieten de titel betwistten van BROEDERS VAN DE ZALIGE MAAGD MARIA, van godswege gestraft met een plotselinge dood. Om de toorn van God af te wenden wordt een openbare Processie georganiseerd, waarbij een houten beeld van de Zalige Maagd met gebogen hoofd de Karmelieten groet, als die voorbij komen, en met uitgestoken wijsvinger driemaal met luide stem zegt: ZIE, DAT ZIJN MIJN BROEDERS. Het wonder van Chester is beschreven in een legende die uit de veertiende eeuw dateert. Het verhaal luidt als volgt. 'In de stad Chester in Engeland was een klooster van de Broeders van de Maagd Maria van de Berg Karmel. Sommige mensen namen aanstoot aan die naam, en zeiden dat zij die naam niet waardig waren. Deze mensen werden echter gestraft, want meerderen van hen stierven een plotselinge dood, en men zei dan dat ze heiligschennis hadden gepleegd en daarom stierven. Om die reden verordende de Abt van het Sint Wergburgis-klooster, wereldlijk en geestelijk Heer van de stad, een plechtige processie. Terwijl bij het voorttrekken van de processie de Karmelieten een houten Maria-beeld passeerden dat bevestigd was bij het graf van de eerbiedwaardige Godescald, een kluizenaar van adellijke afkomst, en terwijl zij bogen voor het beeld, zeiden velen van hen 'Ave Maria'. En, o wonder, de houten beeltenis boog het hoofd, en met de vinger naar hen wijzend, zei het beeld driemaal 'Zie dit zijn mijn broeders: wie een van hen ziet, ziet een van mijn broeders'. Links en rechts naast het onderschrift heeft de glazenier in vier miniaturen de voornaamste gebeurtenissen uit het leven van Maria geschilderd: de boodschap van de engel Gabriël (links boven), het bezoek van Maria aan Elisabeth (rechts boven), de geboorte van Jezus (links onder) en de kroning van Maria in de hemel (rechts onder). Onder de voorstelling van de geboorte van Christus is een klein miniatuurtje zichtbaar, waarop de profeet Elia wordt afgebeeld. Deze afbeelding is geïnspireerd door een verhaal uit de Elia-cyclus (1 K 18,42-45) en door het Boek over de eerste monniken, waarin het verhaal uit het boek der Koningen mystiek-allegorisch geduid wordt. Elia zou in het kleine wolkje, dat aan Israël na een lange periode van verzengende hitte door een hevige regen verlossing zou brengen, de ontvangenis van Maria en van Jezus hebben voorzien. 16. Processie-c-teksttotaal ... 17. Petrus-a-wapen-links ... 17. Petrus-b-wapen-rechts ... 17. Petrus-c = In het jaar 1651 Terwijl de heilige Petrus Thomas de Moeder Gods bidt voor de instandhouding van zijn Orde, gewaardigt zij zich aan hem te verschijnen met dit antwoord: 'Wees maar niet bang, Petrus, want de Orde van de Karmelieten zal standhouden tot het einde van de wereld. Elia immers, haar Stichter, heeft dit vroeger al van Mijn Zoon verkregen'. De Franse karmeliet Petrus Thomas (1305-1366) leidde een veelbewogen leven, waarvan enkele taferelen op dit raam zijn verbeeld. Hij was vertrouwensman van de paus en voerde als pauselijk legaat meerdere vredesmissies uit. Het pallium over zijn habijt duidt zijn aartsbisschoppelijke waardigheid aan. Als patriarch van Constantinopel ijverde hij voor de hereniging van de Orthodoxe Kerken met Rome. Verder was hij betrokken bij de oprichting van de universiteit van Bologna. Het harnas op het raam verwijst naar de kruistocht van 1365, waar hij aan deelgenomen heeft. Petrus Thomas stierf op Cyprus en werd begraven in Famagusta. Van hem is bekend dat hij een vurig Mariavereerder was. De afbeelding en de tekst op dit raam zijn geïnspireerd door een legende uit de veertiende eeuw, waarin Johannes van Hildesheim, een leerling van Petrus Thomas getuigt: Tijdens het leven van de Heer Paus Clemens IV, zaliger gedachtenis, studeerde ik in Avignon en was ik in dienst van de eerbiedwaardige Meester Petrus Thomas, die toen regent van het studiehuis was, een man van grote kennis, beroemd en in hoge achting omwille van zijn heilig leven. Zoals dat in die tijd de gewoonte was, sliep ik dicht bij hem in de buurt en toen ik in de nacht van Pinksteren wakker werd door zacht gepraat en eigenaardige geluiden, stond ik zoals hij onmiddellijk op. Meester Thomas was wakker. Ik vroeg hem toen wat er gebeurd was, maar hij wilde niets zeggen. Maar ik bleef erom smeken, zelfs geknield. Eindelijk, na heel veel moeite kreeg ik een antwoord, niet dan nadat ik gezworen had het geheim niet bekend te maken, zolang hij nog in leven zou zijn. Toen vertelde hij mij: 'Ik ben met een bedroefde ziel ingeslapen en met het vurig verlangen om van de Zalige Maagd de bescherming en de waarborg van mijn Orde te verkrijgen. Zij heeft mij zelf geantwoord: "Petrus wees maar niet bang, want onze Karmelorde zal eeuwig duren: de eerste patroon van de Orde, Elia, heeft deze genade aan mijn Zoon gevraagd tijdens de gedaanteverandering en hij heeft deze genade verkregen". Terwijl hij mij dit visioen meedeelde, weende hij tranen van vreugde en ik was zo ontroerd, dat ook ik tranen plengde. Gedenkdag: 8 januari 17. Petrus-f-tekst ... 18. Bloedraam-a-wapen ... 18. Bloedraam-b = Wonderlijk is de hand des Heren! Groot is de goddelijke macht! Zie hier, lezer, daarvan de bekende tekenen. Toen de priester de heilige Geheimen vierde, en met weifelend geloof de hemelse gaven aanschouwde: Zie, toen vloeide het Bloed over de rand van de kelk. O, welk een verschrikkelijk gezicht! En het altaar wordt rood, doordrenkt als het is met de kleur waarin Christus schuilgaat. Dat ook gij hier niet aan mocht twijfelen, want tot nu toe is de palla, met bloedige kleur, als een vererenswaardig bewijsstuk overgebleven. Deze glasschildering verbeeldt het Bloedwonder, dat omstreeks 1400 in Boxmeer zou hebben plaatsgevonden. Kronieken verhalen, dat onder het bestuur van ridder Hubertus van Kuilenburg en het pastoraat van Arnoldus Groen een priester tijdens de mis twijfelde aan de kracht van de consecratiewoorden: 'Dit is mijn bloed'. Als de priester na het uitspreken van de consecratiewoorden twijfelt aan de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaante van wijn, gebeurt er iets ongewoons. De wijn verandert in bloed en de kelk stroomt over. Een gedeelte van de wijn valt op de linnen doek (palla) waar de kelk op stond. In het raam zien wij hoe de gelovigen ontsteld en verward reageren. Het stukje doek met het gestolde bloed wordt bewaard in een reliekhouder in de Heilig Bloedkapel van de Petrusbasiliek te Boxmeer. Op Sacramentszondag, de tweede zondag na Pinksteren, trekt jaarlijks de Vaartprocessie door Boxmeer. Lokale gedenkdag: Sacramentszondag 18. Bloedraam-c-tekst ...
14. Serapion-a-wapen ...
14. Serapion-c = Anagram Heilige Serapion, bid in hoop. Roemruchte Serapion, wees uw broeders indachtig, en neem door uw gebed het kwaad van hen weg, geef hun het goede in de plaats. Dat wil zeggen: bid in groot vertrouwen tot de Allerhoogste, dat gij spoedig moogt ontvangen alwat gij vraagt. 1684 Serapion (328-388) is op dit raam in karmelhabijt afgebeeld. De overlevering vertelt dat hij vanuit zijn geboorteland Egypte naar Rome reisde om daar te studeren. Toen hij weer terugreisde naar Egypte werd hij bisschop van Antiochië. Hiernaar verwijst de mijter op het tafeltje rechts achter hem. Serapion is een van de woestijnvaders, van wie het volgende verhaal is overgeleverd: Abbas Serapion zei eens: 'Hoe is het mogelijk dat ik, die voor een asceet doorga, een onderkleed draag, terwijl deze arme, of liever gezegd Christus, het besterft van de kou? Waarlijk als ik hem laat sterven, zal ik op de dag des oordeels veroordeeld worden als een moordenaar'. Nadat hij dan ook zijn laatste kledingstuk aan de arme drommel had afgestaan, bleef hem niets anders meer dan het evangelieboek dat hij onder zijn arm droeg. Een voorbijkomend ordebewaker vond hem in die toestand, ineengehurkt, neerzitten en vroeg hem: 'Maar abbas Serapion, wie heeft u van uw kleren beroofd?' Toen haalde Serapion zijn evangelieboek onder zijn oksels vandaan en zei: 'Dit heeft me uitgekleed!' Toen hij kort daarop hoorde van iemand die zijn schulden niet kon betalen, verkocht hij het rolletje perkament met de evangelietekst en gaf hem de opbrengst ervan. Zo keerde hij, letterlijk van alles ontdaan, in zijn kluis terug. Op de vraag van zijn leerlingen waar het evangelieboekje was gebleven, antwoordde hij: 'Hij die me dagelijks voorhoudt: Verkoop wat je bezit en geef het aan de armen, Hemzelf heb ik verkocht en aan de armen gegeven'. Gedenkdag: 30 oktober
14. Serapion-e-detailtekst ...
15. Jacobus-a-wapen ... 15. Jacobus-c = In het jaar 1314 verschijnt de heilige MAAGD MARIA aan Kardinaal Jacobus van Ossa, om hem het pausschap te beloven, op voorwaarde dat hij aan de wereld bekend zou maken het grote voorrecht van de BULLA SABBATINA, zoals in de hemelen is vastgelegd: te weten de verlossing uit het vagevuur op ZATERDAG na hun dood van hen die het HEILIG SCAPULIER gedragen en enkele voorschriften onderhouden hebben. In het jaar 1316 wordt hij tot paus gekozen en in het jaar 1322 maakt hij deze openbaring en genoemd voorrecht bekend. Kardinaal Jacobus van Ossa was de latere paus Johannes XXII (1316-1334). In een visioen openbaarde Maria in karmelhabijt hem het 'zaterdagprivilege': Paus Johannes XXII, die leed aan hevige angsten en uiterste ellende, stelde zeer groot vertrouwen in de glorierijke Maagd en Moeder Gods, Maria. Nog voor hij paus werd, was hij op zekere dag in gebed verzonken en smeekte vroom de hulp van de heilige Maria af. Toen verscheen hem de allerheiligste Moeder Gods altijd Maagd, Maria, gekleed in het gewaad van de Karmelorde en zij sprak hem als volgt toe: 'Johannes, o Johannes, plaatsbekleder van mijn geliefde Zoon, ik zal je als het ware aan je vijand ontrukken en met behulp van mijn smeekbeden die ik aan mijn veelgeliefde zoon heb gericht, maak ik je paus en benoem ik je tot plaatsbekleder van mijn zoon. Zie dan, zoals ik deze veelomvattende genade voor jou heb verkregen, opdat jij een tegenprestatie levert voor mijn Orde en voor hen die heel bijzonder mijn broeders zijn, en de Regel die door Elias en Eliseus op de berg Karmel is voorbereid en door mijn dienaar de patriarch Albertus is uitgewerkt en zoals jouw voorganger Innocentius als plaatsbekleder van mijn Zoon de Regel aan hen heeft opgelegd ter vergeving van hun zonden, zo zul ook jij aan mijn Orde en namens mij en mijn Zoon dit privilege geven: dat al, wie in de Orde ingetreden is en devoot naar de Regel heeft geleefd, voor eeuwig gered zal worden en van straf en schuld bevrijd. En als zij op de dag waarop zij het aardse bestaan verlaten, in het vagevuur worden gebracht, dan zal ik, de moeder van de Genade, terstond na hun overlijden naar het vagevuur afdalen en daar zal ik allen bevrijden en hen naar de heilige berg van het eeuwige leven terugbrengen'. Toen de heilige Maagd deze en vele andere dingen duidelijk had gemaakt, verdween zij. En toen de paus eenmaal in zijn functie was bevestigd, voerde hij zoveel hij kon al haar opdrachten uit; en op elk gebied begunstigde en bewonderde hij de Orde, gaf haar privileges en beschermde haar met zijn pauselijke macht. En er was geen enkele voorganger die zoveel privileges aan de Orde verleende als deze Johannes XXII, wat blijkt uit menige bul van de Orde. Deze openbaring en verschijning bevinden zich, zegt men, in een verzegelde bul in Engeland. In het klooster van Genua bevindt zich een authentieke oorkonde die veel uitgebreider is dan wat hier verteld wordt.
15. Jacobus-a-wapen ...
15. Jacobus-c = In het jaar 1314 verschijnt de heilige MAAGD MARIA aan Kardinaal Jacobus van Ossa, om hem het pausschap te beloven, op voorwaarde dat hij aan de wereld bekend zou maken het grote voorrecht van de BULLA SABBATINA, zoals in de hemelen is vastgelegd: te weten de verlossing uit het vagevuur op ZATERDAG na hun dood van hen die het HEILIG SCAPULIER gedragen en enkele voorschriften onderhouden hebben. In het jaar 1316 wordt hij tot paus gekozen en in het jaar 1322 maakt hij deze openbaring en genoemd voorrecht bekend. Kardinaal Jacobus van Ossa was de latere paus Johannes XXII (1316-1334). In een visioen openbaarde Maria in karmelhabijt hem het 'zaterdagprivilege': Paus Johannes XXII, die leed aan hevige angsten en uiterste ellende, stelde zeer groot vertrouwen in de glorierijke Maagd en Moeder Gods, Maria. Nog voor hij paus werd, was hij op zekere dag in gebed verzonken en smeekte vroom de hulp van de heilige Maria af. Toen verscheen hem de allerheiligste Moeder Gods altijd Maagd, Maria, gekleed in het gewaad van de Karmelorde en zij sprak hem als volgt toe: 'Johannes, o Johannes, plaatsbekleder van mijn geliefde Zoon, ik zal je als het ware aan je vijand ontrukken en met behulp van mijn smeekbeden die ik aan mijn veelgeliefde zoon heb gericht, maak ik je paus en benoem ik je tot plaatsbekleder van mijn zoon. Zie dan, zoals ik deze veelomvattende genade voor jou heb verkregen, opdat jij een tegenprestatie levert voor mijn Orde en voor hen die heel bijzonder mijn broeders zijn, en de Regel die door Elias en Eliseus op de berg Karmel is voorbereid en door mijn dienaar de patriarch Albertus is uitgewerkt en zoals jouw voorganger Innocentius als plaatsbekleder van mijn Zoon de Regel aan hen heeft opgelegd ter vergeving van hun zonden, zo zul ook jij aan mijn Orde en namens mij en mijn Zoon dit privilege geven: dat al, wie in de Orde ingetreden is en devoot naar de Regel heeft geleefd, voor eeuwig gered zal worden en van straf en schuld bevrijd. En als zij op de dag waarop zij het aardse bestaan verlaten, in het vagevuur worden gebracht, dan zal ik, de moeder van de Genade, terstond na hun overlijden naar het vagevuur afdalen en daar zal ik allen bevrijden en hen naar de heilige berg van het eeuwige leven terugbrengen'. Toen de heilige Maagd deze en vele andere dingen duidelijk had gemaakt, verdween zij. En toen de paus eenmaal in zijn functie was bevestigd, voerde hij zoveel hij kon al haar opdrachten uit; en op elk gebied begunstigde en bewonderde hij de Orde, gaf haar privileges en beschermde haar met zijn pauselijke macht. En er was geen enkele voorganger die zoveel privileges aan de Orde verleende als deze Johannes XXII, wat blijkt uit menige bul van de Orde. Deze openbaring en verschijning bevinden zich, zegt men, in een verzegelde bul in Engeland. In het klooster van Genua bevindt zich een authentieke oorkonde die veel uitgebreider is dan wat hier verteld wordt.
15. Jacobus-g-detailtekst ... 16. Processie-a-wapen ...
15. Jacobus-g-detailtekst ...
16. Processie-a-wapen ...
16. Processie-b = Te Chester in Engeland worden personen die de Karmelieten de titel betwistten van BROEDERS VAN DE ZALIGE MAAGD MARIA, van godswege gestraft met een plotselinge dood. Om de toorn van God af te wenden wordt een openbare Processie georganiseerd, waarbij een houten beeld van de Zalige Maagd met gebogen hoofd de Karmelieten groet, als die voorbij komen, en met uitgestoken wijsvinger driemaal met luide stem zegt: ZIE, DAT ZIJN MIJN BROEDERS. Het wonder van Chester is beschreven in een legende die uit de veertiende eeuw dateert. Het verhaal luidt als volgt. 'In de stad Chester in Engeland was een klooster van de Broeders van de Maagd Maria van de Berg Karmel. Sommige mensen namen aanstoot aan die naam, en zeiden dat zij die naam niet waardig waren. Deze mensen werden echter gestraft, want meerderen van hen stierven een plotselinge dood, en men zei dan dat ze heiligschennis hadden gepleegd en daarom stierven. Om die reden verordende de Abt van het Sint Wergburgis-klooster, wereldlijk en geestelijk Heer van de stad, een plechtige processie. Terwijl bij het voorttrekken van de processie de Karmelieten een houten Maria-beeld passeerden dat bevestigd was bij het graf van de eerbiedwaardige Godescald, een kluizenaar van adellijke afkomst, en terwijl zij bogen voor het beeld, zeiden velen van hen 'Ave Maria'. En, o wonder, de houten beeltenis boog het hoofd, en met de vinger naar hen wijzend, zei het beeld driemaal 'Zie dit zijn mijn broeders: wie een van hen ziet, ziet een van mijn broeders'. Links en rechts naast het onderschrift heeft de glazenier in vier miniaturen de voornaamste gebeurtenissen uit het leven van Maria geschilderd: de boodschap van de engel Gabriël (links boven), het bezoek van Maria aan Elisabeth (rechts boven), de geboorte van Jezus (links onder) en de kroning van Maria in de hemel (rechts onder). Onder de voorstelling van de geboorte van Christus is een klein miniatuurtje zichtbaar, waarop de profeet Elia wordt afgebeeld. Deze afbeelding is geïnspireerd door een verhaal uit de Elia-cyclus (1 K 18,42-45) en door het Boek over de eerste monniken, waarin het verhaal uit het boek der Koningen mystiek-allegorisch geduid wordt. Elia zou in het kleine wolkje, dat aan Israël na een lange periode van verzengende hitte door een hevige regen verlossing zou brengen, de ontvangenis van Maria en van Jezus hebben voorzien. 16. Processie-c-teksttotaal ...
16. Processie-b = Te Chester in Engeland worden personen die de Karmelieten de titel betwistten van BROEDERS VAN DE ZALIGE MAAGD MARIA, van godswege gestraft met een plotselinge dood. Om de toorn van God af te wenden wordt een openbare Processie georganiseerd, waarbij een houten beeld van de Zalige Maagd met gebogen hoofd de Karmelieten groet, als die voorbij komen, en met uitgestoken wijsvinger driemaal met luide stem zegt: ZIE, DAT ZIJN MIJN BROEDERS. Het wonder van Chester is beschreven in een legende die uit de veertiende eeuw dateert. Het verhaal luidt als volgt. 'In de stad Chester in Engeland was een klooster van de Broeders van de Maagd Maria van de Berg Karmel. Sommige mensen namen aanstoot aan die naam, en zeiden dat zij die naam niet waardig waren. Deze mensen werden echter gestraft, want meerderen van hen stierven een plotselinge dood, en men zei dan dat ze heiligschennis hadden gepleegd en daarom stierven. Om die reden verordende de Abt van het Sint Wergburgis-klooster, wereldlijk en geestelijk Heer van de stad, een plechtige processie. Terwijl bij het voorttrekken van de processie de Karmelieten een houten Maria-beeld passeerden dat bevestigd was bij het graf van de eerbiedwaardige Godescald, een kluizenaar van adellijke afkomst, en terwijl zij bogen voor het beeld, zeiden velen van hen 'Ave Maria'. En, o wonder, de houten beeltenis boog het hoofd, en met de vinger naar hen wijzend, zei het beeld driemaal 'Zie dit zijn mijn broeders: wie een van hen ziet, ziet een van mijn broeders'. Links en rechts naast het onderschrift heeft de glazenier in vier miniaturen de voornaamste gebeurtenissen uit het leven van Maria geschilderd: de boodschap van de engel Gabriël (links boven), het bezoek van Maria aan Elisabeth (rechts boven), de geboorte van Jezus (links onder) en de kroning van Maria in de hemel (rechts onder). Onder de voorstelling van de geboorte van Christus is een klein miniatuurtje zichtbaar, waarop de profeet Elia wordt afgebeeld. Deze afbeelding is geïnspireerd door een verhaal uit de Elia-cyclus (1 K 18,42-45) en door het Boek over de eerste monniken, waarin het verhaal uit het boek der Koningen mystiek-allegorisch geduid wordt. Elia zou in het kleine wolkje, dat aan Israël na een lange periode van verzengende hitte door een hevige regen verlossing zou brengen, de ontvangenis van Maria en van Jezus hebben voorzien.
16. Processie-c-teksttotaal ...
17. Petrus-a-wapen-links ... 17. Petrus-b-wapen-rechts ...
17. Petrus-a-wapen-links ...
17. Petrus-b-wapen-rechts ...
17. Petrus-c = In het jaar 1651 Terwijl de heilige Petrus Thomas de Moeder Gods bidt voor de instandhouding van zijn Orde, gewaardigt zij zich aan hem te verschijnen met dit antwoord: 'Wees maar niet bang, Petrus, want de Orde van de Karmelieten zal standhouden tot het einde van de wereld. Elia immers, haar Stichter, heeft dit vroeger al van Mijn Zoon verkregen'. De Franse karmeliet Petrus Thomas (1305-1366) leidde een veelbewogen leven, waarvan enkele taferelen op dit raam zijn verbeeld. Hij was vertrouwensman van de paus en voerde als pauselijk legaat meerdere vredesmissies uit. Het pallium over zijn habijt duidt zijn aartsbisschoppelijke waardigheid aan. Als patriarch van Constantinopel ijverde hij voor de hereniging van de Orthodoxe Kerken met Rome. Verder was hij betrokken bij de oprichting van de universiteit van Bologna. Het harnas op het raam verwijst naar de kruistocht van 1365, waar hij aan deelgenomen heeft. Petrus Thomas stierf op Cyprus en werd begraven in Famagusta. Van hem is bekend dat hij een vurig Mariavereerder was. De afbeelding en de tekst op dit raam zijn geïnspireerd door een legende uit de veertiende eeuw, waarin Johannes van Hildesheim, een leerling van Petrus Thomas getuigt: Tijdens het leven van de Heer Paus Clemens IV, zaliger gedachtenis, studeerde ik in Avignon en was ik in dienst van de eerbiedwaardige Meester Petrus Thomas, die toen regent van het studiehuis was, een man van grote kennis, beroemd en in hoge achting omwille van zijn heilig leven. Zoals dat in die tijd de gewoonte was, sliep ik dicht bij hem in de buurt en toen ik in de nacht van Pinksteren wakker werd door zacht gepraat en eigenaardige geluiden, stond ik zoals hij onmiddellijk op. Meester Thomas was wakker. Ik vroeg hem toen wat er gebeurd was, maar hij wilde niets zeggen. Maar ik bleef erom smeken, zelfs geknield. Eindelijk, na heel veel moeite kreeg ik een antwoord, niet dan nadat ik gezworen had het geheim niet bekend te maken, zolang hij nog in leven zou zijn. Toen vertelde hij mij: 'Ik ben met een bedroefde ziel ingeslapen en met het vurig verlangen om van de Zalige Maagd de bescherming en de waarborg van mijn Orde te verkrijgen. Zij heeft mij zelf geantwoord: "Petrus wees maar niet bang, want onze Karmelorde zal eeuwig duren: de eerste patroon van de Orde, Elia, heeft deze genade aan mijn Zoon gevraagd tijdens de gedaanteverandering en hij heeft deze genade verkregen". Terwijl hij mij dit visioen meedeelde, weende hij tranen van vreugde en ik was zo ontroerd, dat ook ik tranen plengde. Gedenkdag: 8 januari 17. Petrus-f-tekst ...
17. Petrus-c = In het jaar 1651 Terwijl de heilige Petrus Thomas de Moeder Gods bidt voor de instandhouding van zijn Orde, gewaardigt zij zich aan hem te verschijnen met dit antwoord: 'Wees maar niet bang, Petrus, want de Orde van de Karmelieten zal standhouden tot het einde van de wereld. Elia immers, haar Stichter, heeft dit vroeger al van Mijn Zoon verkregen'. De Franse karmeliet Petrus Thomas (1305-1366) leidde een veelbewogen leven, waarvan enkele taferelen op dit raam zijn verbeeld. Hij was vertrouwensman van de paus en voerde als pauselijk legaat meerdere vredesmissies uit. Het pallium over zijn habijt duidt zijn aartsbisschoppelijke waardigheid aan. Als patriarch van Constantinopel ijverde hij voor de hereniging van de Orthodoxe Kerken met Rome. Verder was hij betrokken bij de oprichting van de universiteit van Bologna. Het harnas op het raam verwijst naar de kruistocht van 1365, waar hij aan deelgenomen heeft. Petrus Thomas stierf op Cyprus en werd begraven in Famagusta. Van hem is bekend dat hij een vurig Mariavereerder was. De afbeelding en de tekst op dit raam zijn geïnspireerd door een legende uit de veertiende eeuw, waarin Johannes van Hildesheim, een leerling van Petrus Thomas getuigt: Tijdens het leven van de Heer Paus Clemens IV, zaliger gedachtenis, studeerde ik in Avignon en was ik in dienst van de eerbiedwaardige Meester Petrus Thomas, die toen regent van het studiehuis was, een man van grote kennis, beroemd en in hoge achting omwille van zijn heilig leven. Zoals dat in die tijd de gewoonte was, sliep ik dicht bij hem in de buurt en toen ik in de nacht van Pinksteren wakker werd door zacht gepraat en eigenaardige geluiden, stond ik zoals hij onmiddellijk op. Meester Thomas was wakker. Ik vroeg hem toen wat er gebeurd was, maar hij wilde niets zeggen. Maar ik bleef erom smeken, zelfs geknield. Eindelijk, na heel veel moeite kreeg ik een antwoord, niet dan nadat ik gezworen had het geheim niet bekend te maken, zolang hij nog in leven zou zijn. Toen vertelde hij mij: 'Ik ben met een bedroefde ziel ingeslapen en met het vurig verlangen om van de Zalige Maagd de bescherming en de waarborg van mijn Orde te verkrijgen. Zij heeft mij zelf geantwoord: "Petrus wees maar niet bang, want onze Karmelorde zal eeuwig duren: de eerste patroon van de Orde, Elia, heeft deze genade aan mijn Zoon gevraagd tijdens de gedaanteverandering en hij heeft deze genade verkregen". Terwijl hij mij dit visioen meedeelde, weende hij tranen van vreugde en ik was zo ontroerd, dat ook ik tranen plengde. Gedenkdag: 8 januari
17. Petrus-f-tekst ...
18. Bloedraam-a-wapen ... 18. Bloedraam-b = Wonderlijk is de hand des Heren! Groot is de goddelijke macht! Zie hier, lezer, daarvan de bekende tekenen. Toen de priester de heilige Geheimen vierde, en met weifelend geloof de hemelse gaven aanschouwde: Zie, toen vloeide het Bloed over de rand van de kelk. O, welk een verschrikkelijk gezicht! En het altaar wordt rood, doordrenkt als het is met de kleur waarin Christus schuilgaat. Dat ook gij hier niet aan mocht twijfelen, want tot nu toe is de palla, met bloedige kleur, als een vererenswaardig bewijsstuk overgebleven. Deze glasschildering verbeeldt het Bloedwonder, dat omstreeks 1400 in Boxmeer zou hebben plaatsgevonden. Kronieken verhalen, dat onder het bestuur van ridder Hubertus van Kuilenburg en het pastoraat van Arnoldus Groen een priester tijdens de mis twijfelde aan de kracht van de consecratiewoorden: 'Dit is mijn bloed'. Als de priester na het uitspreken van de consecratiewoorden twijfelt aan de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaante van wijn, gebeurt er iets ongewoons. De wijn verandert in bloed en de kelk stroomt over. Een gedeelte van de wijn valt op de linnen doek (palla) waar de kelk op stond. In het raam zien wij hoe de gelovigen ontsteld en verward reageren. Het stukje doek met het gestolde bloed wordt bewaard in een reliekhouder in de Heilig Bloedkapel van de Petrusbasiliek te Boxmeer. Op Sacramentszondag, de tweede zondag na Pinksteren, trekt jaarlijks de Vaartprocessie door Boxmeer. Lokale gedenkdag: Sacramentszondag
18. Bloedraam-a-wapen ...
18. Bloedraam-b = Wonderlijk is de hand des Heren! Groot is de goddelijke macht! Zie hier, lezer, daarvan de bekende tekenen. Toen de priester de heilige Geheimen vierde, en met weifelend geloof de hemelse gaven aanschouwde: Zie, toen vloeide het Bloed over de rand van de kelk. O, welk een verschrikkelijk gezicht! En het altaar wordt rood, doordrenkt als het is met de kleur waarin Christus schuilgaat. Dat ook gij hier niet aan mocht twijfelen, want tot nu toe is de palla, met bloedige kleur, als een vererenswaardig bewijsstuk overgebleven. Deze glasschildering verbeeldt het Bloedwonder, dat omstreeks 1400 in Boxmeer zou hebben plaatsgevonden. Kronieken verhalen, dat onder het bestuur van ridder Hubertus van Kuilenburg en het pastoraat van Arnoldus Groen een priester tijdens de mis twijfelde aan de kracht van de consecratiewoorden: 'Dit is mijn bloed'. Als de priester na het uitspreken van de consecratiewoorden twijfelt aan de werkelijke tegenwoordigheid van Christus onder de gedaante van wijn, gebeurt er iets ongewoons. De wijn verandert in bloed en de kelk stroomt over. Een gedeelte van de wijn valt op de linnen doek (palla) waar de kelk op stond. In het raam zien wij hoe de gelovigen ontsteld en verward reageren. Het stukje doek met het gestolde bloed wordt bewaard in een reliekhouder in de Heilig Bloedkapel van de Petrusbasiliek te Boxmeer. Op Sacramentszondag, de tweede zondag na Pinksteren, trekt jaarlijks de Vaartprocessie door Boxmeer. Lokale gedenkdag: Sacramentszondag
18. Bloedraam-c-tekst ...