vorige pagina

Brief 19,

Graag een korte reactie op dit verhaal naar: a.budel1@chello.nl

 

WAAR BLIJFT ONZE ‘WIL’ TOT VERBROEDERING?

 

Over ‘vredelievendheid’.

De wil tot verbroedering ontbreekt, althans voor velen al een eeuw lang, en dat ‘onvermogen’ ging en gaat door van generatie op generatie. Er is een narrig negatieve houding ontstaan tegenover het vredes-denken. Dat als een verborgen, afwijzende ziekte, dwaalt door het mensen-denken heen. We kunnen niet gaan zitten wachten tot deze oorlog voorbij is, niet wachten totdat er geen conflicten meer zijn. We zullen moeten beginnen met ‘verbroederen’ over alle grenzen heen, waardoor zo een oorlog geen kansen meer krijgt.

 Het is heel opvallend dat Nederlanders en mensen in het algemeen niet willen praten of meedenken, over wat gebeuren moet om het vijandschap denken tussen mensen en volkeren minder te maken (Zie narrig negatief). Door voor vrede en veiligheid op te komen dus, om niet meer ‘vijandig’, maar ‘vredelievend’ naast elkaar te staan.

 Wat ieder mens nodig heeft in deze wereld.

Enkele kernbegrippen zijn te noemen voor wat ieder mens nodig heeft om goed in het leven te staan. Een goede start daarin zijn van belang: ‘Zorg ondervinden’ – ‘aandacht ontvangen’ – ‘tijd’ – ‘vertrouwen’ – ‘begrip’ – ‘een veilig thuis’ – ‘warmte’ – ‘mensen om je heen’ – de wil tot leven’’.

Kenmerkende begrippen dus voor een goed leven. Dat zijn begrippen die een basis vormen voor ‘vredelievendheid’, als je het over vrede – veiligheid en vredelievendheid wil hebben.

Overheden gaan nu de strijd aan tegen het kwaad in de wereld door het geweld een ‘tegengeweld’ te bieden met wapengeweld. Wij ‘burgers’ van ons land en van de Europese Unie moeten daarnaast, naast het ‘tegengeweld’, beginnen en doorgaan met ‘vredelievendheid’ waar te maken en te verspreiden om ons heen.

 Wat is Vredelievendheid?

Dat is de ‘wil’ bezitten de drie kernbegrippen; vrede, vrijheid, en veiligheid, voor iedereen te waarborgen, en deze met elkaar in evenwicht te brengen. Dat kan je doen door:

-     Vrede te wensen,

-     Vrijheid voor ‘iedereen’ helpen te realiseren,

-     en Veiligheid bevorderen door het kwaad in ons maatschappelijk leven uit te bannen.

Naar Titus Brandsma zijn artikel over vredelievendheid.

Pater Titus Brandsma sprak er al over in zijn speech/rede van 1931, nu 87 jaar geleden. In de Bergkerk te Deventer sprak hij over ‘werken aan vrede’, over het belang ervan, en dat dit ‘werk’ niet alleen voorbehouden zou zijn aan nationale of internationale organisaties of overheden die tot bevordering van vrede, verantwoordelijk zijn, en voor veiligheid en orde aangesteld zijn.

Titus Brandsma spreekt in zijn rede o.a. over het gegeven dat je; als je ter verdediging je voorbereid, door een wapen aan te schaffen, je tegelijkertijd voorbereid op een dodelijke activiteit. Onder het mom van verdediging, vergroot je dan de kans dat ook ‘jijzelf’ gewelddadig wordt.

Hij stelt o.a:

De machtigen, de leiders van een land of continent, of de ‘gevolmachtigden’, staan wel aan het hoofd of hebben een leidende verantwoordelijkheid, maar dat wil niet zeggen dat hun activiteit ten goede komt aan een landelijk welzijn in zware tijden. We hoeven hun invloed niet te bagatelliseren, maar; toch kunnen zij meestal geen beroering of destructiviteit voorkomen als mensen in opstand komen, of in staat zijn verwarring en chaos te zaaien.

 Titus zegt hier; dat oorlog, onvrede en haat zaaien, voor een groot deel toe te schrijven is aan de mentaliteit van een welvarend volk waaronder zich mensen bevinden die zich te kort gedaan voelen, die zich door tal van omstandigheden kunnen laten gelden in onrustige tijden. Doordat er een machtsongelijkheid bestaat binnen bevolkingsgroepen, die door onvrede en onrechtvaardig behandeld geworden, hun boosheid van generatie op generatie hebben doorgegeven, zullen zij op gezette tijden reageren door onwillekeurige destructieve reacties.

 Het feit dat er oorlog of onrust ontstaat, die niet te vermeiden bleek, bewijst hoe waanzinnig een maatschappij in elkaar kan zitten, zie de jaren 1923-32 en de oorlog 1940-45. In alle tijden, dus ook in onze tijd wordt, als het te laat is, op allerlei fronten gepoogd het tij te keren, om de destructie een halt toe te roepen. Diplomatie en ongelooflijk veel inspanningen worden er gedaan, maar in de meeste gevallen is er geen ontkomen aan, dat het verder escaleert. In die momenten is op zulke plaatsen het tij niet meer te keren omdat destructiviteit of het kwaad al te diep in die maatschappij is ingevreten, of zich heeft doorgewoekerd.  

Oorlog, kwaad en onvrede komen voort uit jarenlange vormen van onvrede, of jarenlange vormen van indoctrinatie!

 Dat kan een soort van volks/ziekte zijn [18], door massale vormen van negatief redeneren, die tijdens ‘onrustige tijden’, tot volslagen krankzinnige daden kan leiden. Als we om ons heen geen begrip meer kunnen vinden, voor een harmonische manier van leven en handelen, binnen maatschappelijke verhoudingen, dan hapert er iets in de omgang en het denken van mensen. Aldus Titus Brandsma.

 Er dient een gezondere geest[mentaliteit] [21] te komen in de maatschappelijke samenhangen, wil men oorlog of destructie van landsgebieden in de toekomst voorkomen. Dan zal het nodig zijn dat een samenleving zich anders gaat instellen, ten opzichte van haar sociale en maatschappelijke verbanden.

 Nogmaals; op een maatschappelijke hervorming [31] is deze optimistische rede geschoeid. In onze maatschappijen dienen gezonde beginselen, als rechtvaardigheid en vergevingsgezindheid door liefde en respect tot elkaar, door beoefening tot stand te komen.

Titus Brandsma zijn hoop was toen gevestigd op een nuchter redenerend volk die in staat zijn om een werkelijkheid te ontdekken, onder de laag van media spektakel, van misleidende aandacht en overdreven opsmuk van gebeurtenissen.

 Veel mensen geloven er niet meer in, dat we aan vrede kunnen werken!

Wat Titus Brandsma betrof, mogen we het echter luidde verkondigen, dat je in vrede en rechtvaardigheid kunt handelen, en er in kunt geloven. Dat er echte vrede kan zijn, dat deze in de grondgedachte van een natie werkzaam kan zijn in mensen. Dat kan door het naar elkaar uit te spreken; vrede begint tussen jou en mij, tussen ons en de ander en de anderen.

Moge dit edele streven, ons voor eeuwig in de ban houden, zegt hij!

Titus Brandsma stuurt ons al vanuit 1931 met zijn inzicht, ook vandaag nog met zijn visie op de goede weg …

Laten wij ook nu nog, de betekenis van zijn verhaal ter harte nemen. Want zijn verhaal heeft ook betekenis voor ons, onze toekomst ziet er niet rooskleurig uit, in de zin wat ons te verwachten staat, zoals mensen die kunnen worden vervangen door robotisering. En de kunstmatige intelligentie gaat mensen uit elkaar drijven, eenzaam en ontoegankelijk maken.

Dat is het waar we het met elkaar over dienen te hebben.