Graag een korte reactie op dit verhaal naar: a.budel1@chello.nl |
Aan vrede werken.
Met man en (macht)vrouw, zouden wij aan vrede moeten werken, maar niets is minder waar dan dat. 94 jaar geleden deed Titus Brandsma in Nederland een oproep aan ieder weldenkend mens in Nederland te werken aan vrede. Toen al na de 1ste Wereldoorlog. Nu zitten we met een zwijgende meerderheid, die zich stil houdt en afwacht of er een derde Wereldoorlog zal komen.Titus Brandsma in 1928:
Nog steeds houdt de herinnering aan den grooten oorlog het verlangen naar vrede levendig.
Jammer genoeg, is dit bij velen te negatief. Voor velen reikt de leuze niet verder dan tot negatieve voorstellingen[2] als “nooit-meer-oorlog”, “ontwapening”, “legerbeperking”, zonder dat zij een eigenlijk positieven grondslag leggen voor den vrede, dien zij begeeren.
Heel wat voller klinken de positieve leuzen “Voor Volkenbond en Vrede” “Voor Vrede door Recht”, al is, zoo niet bij de leiders dan toch bij veel leden de leuze positiever dan de voorstelling, die men zich van het vredeswerk maakt.
De vraag mag wel eens gesteld worden, of ook niet veel Katholieken het vredeswerk te negatief zien, niet in zijn ware volle beteekenis, in de beteekenis vooral, welke het speciaal voor den Katholiek moet bezitten. Waarom is er eigenlijk een Katholieke Vredesbond? Leidt ons daarbij de negatieve gedachte van afweer of hebben we positieve idealen voor oogen? Zeker is het wel, dat, hoe positief wij vooral als Katholieken het vredeswerk zouden kunnen zien, velen ook onder ons dit verzuimen.
Eenigen beperken hun ideaal tot bestrijding van den oorlog, anderen zouden wel iets positiefs willen doen, maar meer om verkeerd vredeswerk te voorkomen en te ontzenuwen, dan om zelf nu iets doeltreffends voor den vrede te doen. Zij leeren en zeggen wel, hoe men het niet moet doen, maar wijzen geen weg tot iets beters. Terwijl hun geloofsovertuiging er niet op de eerste plaats is om onjuiste meeningen weg te nemen, maar om positief iets te weten en daarnaar te doen. Een derde groep ziet, wel iets positiefs, maar zij ziet het te klein te bekrompen, te veel in nevenzaken en bijkomstigheden, zooals zij, die in onredelijke overdrijving een katholieken Bond voor den vrede noodzakelijk vinden, om de groote macht, de wereldorganisatie der Kerk om de eenige plaats van den Paus tusschen de vorsten der wereld. Die macht en heerlijkheid zou, zoo meenen zij alsof dat het hoogste was, kunnen schitteren in het vredeswerk. Zij eischen met klem een plaats op voor den Paus of zijn vertegenwoordiger in den Raad der Volkeren en zouden den Paus het liefst tot algemeen scheidsrechter benoemd zien, alsof zijn taak niet een hoogere was.
Vredesactiviteiten door burgers, worden praktisch niet door burgers serieus genomen.