vorigepagina

Geschiedenis van de kerken in Velp Brabant:


Geschiedenis van het Kapucijnenklooster Emmaüs te Velp bij Grave, Bassilius van Bruggelaan 4, met de pestkapel in de kloostertuin die zich bevind tussen de beide kloosters in.

Het Kapucijnenklooster is een gaaf bewaard complex, bestaand uit drie vleugels rondom een kloostergang en aan de vierde zijde een éénbeukige kapel. Het werd in 1645 gesticht nadat een uit Grave verdreven pastoor zich op deze plek in het vrije land van Ravenstein vestigde, waar de katholieke godsdienst uitgeoefend mocht blijven worden. 

Grote schade, veroorzaakt door overstromingen in de strenge winters van 1715-'16, maakte sloop en nieuwbouw noodzakelijk.. In 1718 en 1733 kwamen respectlieflijk  het klooster en de kapel gereed. Boven de hardstenen deuromlijsting in de westgevel van de kapel werd de uit 1663 daterende sauvegarde [ ] van de oude kapel herplaatst, dat is: het wapenschild van Philips Willem, paltstgraaf van Neuburg en Heer van Ravenstein. Daarboven een met fronton bekroonde zandstenen nis uit 1663 met Mariabeeld uit omstreeks 1700.

Na 1840 volgden enkele verbeteringen de zonnewijzer aan de oostgevel is gedateerd op 1847 en inwendig kreeg de kapel in 1846 een nieuw tongewelf van stucwerk op houten latten. Het meubilair dateert grotendeels uit de tweede helft van de 17de eeuw. Het barokke hoofdaltaar werd blijkens de wapens geschonken door de Heer van Boxmeer, Frans Willem Von Hohenzonnern en zijn vrouw Maria Catharina Von Walburg-Zeil.

De biechtstoelen en de preekstoel hebben snijwerk in dezelfde trant. Verder bevat de kapel een grafzerk uit 1724, diverse 18de eeuwse wapenborden en veel schilderijen en beelden.

In de kloostertuin staat een pestkapel [kruispunt Basilius van Bruggenlaan?] uit 1670, een overwelfd gebouwtje met altaar en aan weerszijden een vertrek, bestemd voor de paters, die de zieken verzorgden.