vorige pagina

        

 

Lofzang 136.

“In de werkzaamheid van de Geest”:

De ‘waakzaamheid’ van de Geest, geldt voor alle mensen die zich daar voor open stellen.

 

[1]

De ‘geest’ van waarachtigheid werkt samen met die van ingetogenheid en rechtvaardigheid. Het ‘heiligende’ vermogen van de geest staat centraal in de Universele Levenswil, die geen grenzen kent. Vanuit een totaliteit beïnvloedt ‘zij’ ons denken en handelen. En ‘wij’ beïnvloeden  de ‘Universele Levenswil’ ten goede, echter ook soms ten kwade. Die Universele Geestelijke Levenswil is aanwezig op alle fronten van ons bestaan. 

[2]

Die, Universele Levenswil, wijst in al haar verscheidenheid ons de weg hoe te gaan. ‘Zij’ wekt ons ten leven! ‘Zij’ beïnvloedt onze wijze van leven in verband met onze hartstochten, verlangens en driften. Hoe zouden wij kunnen leven zonder dit bewustzijn, deze onderscheidingsvermogens? Wij mogen die ‘Universele Geestelijke Levenswil’ niet frustreren vanuit een persoonlijk eigenbelang. Of ons zelf alleen maar laten afkopen door het geven van aalmoezen of caritatieve giften. 

Probeer de ‘liefde’ in die Universele Levenswil niet te ontlopen, want zij is overal: 

[3]

Zowel de rijken als de armen worden er door begeesterd en genieten ervan, onophoudelijk werkt de ‘Geest’ op de Universele Levenswil van alle organische wezens, in. Biddend en smekend verlangen wij mensen, dat we door ‘liefde’ worden overwonnen. Zonder te beseffen dat wij dagelijks door ‘liefde’ worden ‘begeesterd’, wij liefde kunnen ‘zijn’. 

[4]

Wij, worden door de Geest en vanuit ons zielenheil, begeesterd, bezield en hartstochtelijk in verrukking gebracht. Bij het zien van zoveel schoonheid, dat door ons niet in één adem te benoemen valt. Bij het zien van al die schoonheid dat voortdurend uit het scheppingsproces zichtbaar wordt, vooral omdat wij steeds beter kunnen zien, ook dat wat we vroeger nog niet konden zien.  

[5]

Uit die groei en de ontbloting van zoveel pracht en praal, is in mij het besef ontstaan, dat daaruit ons ‘liefdesvermogen’ is voortgekomen en opgebouwd. Door dat besef en het vermogen om steeds meer te kunnen zien, raak ik en raken wij, tot in het diepst van ons ‘wezen’ met ‘liefdes energie’ doortrokken. 

[6]

Dát beweegt ons het ‘boze’ te doen overwinnen. Die bezieling en begeestering, heeft ons in staat doen zijn, schoonheid en liefdes/energie met elkaar te verbinden. Die geestdrift geeft ons ‘volzin’ in een volledige omarming van het menselijk bestaan. Laten wij elkaar blijven omarmen, vanuit een geestelijke bewustzijns laag, dat alle weerstand en begrenzing laat verdwijnen.  

[7]

Liefde treuzelt niet, liefde laat zich door niets weerhouden om in de belangstelling te staan. Wij kunnen haar alle ruimte geven die zij verdient, dankzij de werkzaamheid van de ‘Geest’ die in ons van den beginne af, als leidend beginsel aanwezig is. In allerlei geestelijke onderscheidingen wil zij ons begeleiden en ondersteunen.  

Leven naar de Geest, die in ons ‘eigen’ is. 

[8]

Waar ‘leven’ is, is ‘Geest’ en is er leven in de meest natuurlijke zin van het woord. Daar waar het ‘menselijke bestaan’ zonder ‘Geest’ is, is er een beestachtig/dierlijk bestaan. Gerechtigheid en Rechtvaardigheid daarentegen worden geleidt, door de samenwerkende geesten, in het hier en nu van ons menselijk bestaan. 

[9]

Wij willen niet leven in slavernij en vergankelijk zijn, en niet afhankelijkheid zijn van anderen. Echter: dat is enkel en alleen voor de ‘Geest’ in ons bestaan voorbehouden. Wel kunnen wij genieten van de schoonheid van wat het aardse leven voortbrengt en daar is ‘liefdesenergie’ een niet te ‘scheiden’ onderdeel van. 

[10]

‘Zij’, de te ‘onderscheiden’ geesten, helpen ons bevrijden van het aardse ongemak, van onze verlangens naar overdaad. Laten wij die geestelijke ruimte in ons benutten om samen te werken met elkaar, tot heil en genezing van een wereld die af en toe op haar grondvesten staat te schudden.

 

Geest uit wijsheid geboren.

Wij maken door jouw liefdesenergie,

‘jouw wijsheid’ het ‘ware’ leven in elkaar zichtbaar.

Dat wij wakker geschud,

leven naar ‘jouw voortvarendheid’

in ons denken.

 

Het zij zo

 

 La Lucas