Lofzang 22
… HET WORDT VOLBRACHT …
“UNIVERSELE LIEFDES WERKELIJKHEID”
1. Ai, Ai … In grote vertwijfeling wendt ik mij tot jou, ‘Grote Universele Liefdes Werkelijkheid’. Waarom is jouw liefdeswerkelijkheid zo verre van mij, op dagen dat de wanhoop in mij de boventoon voert?
2. Vanuit mijn onrust smacht heel mijn gebeente en mijn organisch bestel naar rust, omdat de leegte van mijn bestaan dan de overhand neemt, ondanks de wijze woordenschat, die vanuit het verleden mij wordt aangereikt.
3. In het verleden werd aan jouw; Universele Aanwezigheid nauwelijks getwijfeld en aan de mantel van jouw Vaderlijke goedheid werd nimmer getornd. Sinds we de naam van God niet meer zo vanzelfsprekend achten, de Almacht van God is voor velen een ver van hun bed show geworden. En toch heeft de dwingende macht van deze levensenergie uit het verre verleden qua levensessentie, nimmer aan potentie ingeboet.
4. Jouw ‘werkelijkheid’ heeft vele namen mogen kennen, waarvan die van ‘de God van Abraham’ de meeste bekende en het overtuigendste voor mensen tot steun is geweest, en ook nog is.
5. Mensen vertrouwen jou het meest als “UnliW”[1]. Omdat allen beseffen dat liefde, een alles en allen overstijgende werkelijkheid bezit, dat zelfs door de meest gewelddadige, of van god los geslagen individu, erkend en herkend kan worden.
6. Ai, Ai waarom ben ik niet in staat, jouw liefdes werkelijkheid, als een permanente aanwezigheid in mij, en om mij heen waar te nemen? Hoe onmachtig ben ik, en mijn persoonlijkheid, om jouw streven te zien, te voelen, te ervaren, in alle levende materie om mij heen?
7. Jij bent zo ‘onwankelbaar’, zo trots, zo fier en schoon aanwezig. Zonder jou zou er geen klank of kleur en vrolijkheid zichtbaar zijn in de levende werkelijkheid van dit aardse bestaan. Niet zichtbaar en waarneembaar tussen mens en natuur, tussen mens en dier, tussen mannen en vrouwen, wordt als de allermooiste ervaarbare schoonheid omschreven.
8. Allen die mijn smachtende roep van verlangen horen en zien, lachen mij uit, staan lachend en honend toe te zien, hoe mijn onvermogen en schuchtere liefde/ervaringen op niets uitlopen. Zij staan er grijnzend en minachtend bij, om toe te zien zonder begrip of bewogenheid te tonen.
Voortbouwen op ons liefdesverlangen.
9. Ons liefdesverlangen is uit onze Moederschoot voortgekomen, onze lippen omklemden de veilige tepels, die lagen binnen haar tepelhof, hof van liefdesverlangen van den beginne af. Wij waren nauwelijks geboren of jouw ‘Stralende Liefdes Energie’, komt ons mensen tegemoet “omdat wij in de jongste tijd van ons leven bronnen van liefde zijn” als wij dan nog in een vroeg stadia van ontwikkeling zijn, en mensen ons aankijken of in de armen namen.
Tegen de borst van mijn moeder gevlijd.
10. Als uit een bron met liefdeswater drinken wij dan volwassenen, met volle teugen genieten wij van de dartelende speelsheid van een pasgeboren jong. Mens of dier dat maakt niet uit.
Die prille onschuldige en nog onhandige beweginkjes van een jong mensenkind of een pasgeboren dier, vertedert onze harten en raakt onze gevoelszenuwen tot in het diepst van ons hart. Dan ervaren wij weer wat ons diepste verlangen is; verbonden te zijn met pure liefdes acties zonder macht of willekeur, die een alles onthullende zuiverende schoonheid bezit. Die liefde en ‘dat’ verlangen tovert een lach op alle gezichten.
Verleden en heden.
11. Jouw ‘wezenlijke’ niet weg te denken werkelijkheid in ons bestaan, is tot in het kleinste deeltje organisme aanwezig, in onze natuurlijke en geestelijke werkelijkheid. Jij bent onze steun en toeverlaat, in goede en slechte dagen ben jij aanwezig, is door niets of niemand weg te denken.
Blijf aanwezig in ons.
12. Menselijke driften, oeroude hartstochten, machteloze woedeaanvallen, maken dat mensen andere mensen geweld aandoen. Kwade en vermetele gedachten zetten mensen op het verkeerde spoor, daardoor laten zij anderen verkommeren, door rampspoed en hun lage streken. Zij zijn niet in staat in te zien dat ‘zij’ er de oorzaak van zijn.
Altijd aanwezig als een Goddelijke creativiteit.
13. Jij, Universele Liefdeswerkelijkheid, ook al schreeuwen, brullen en overdonderen harteloze lieden ons als blaffende honden. Zij deert de liefde niet, wel frustreren zij de liefdeswerkelijkheid tussen mensen en hebben er invloed op. Ondanks dat, zullen mensen moeite blijven doen in de praxis van hun leven jouw ‘werkelijkheid’ te behoeden en te beschermen, tegen de vermetelheid en minachting van harteloze lieden. Zullen wij in aandacht en behoedzaamheid jou blijven volgen. Door jouw warmte, zichtbaar als klank, kleur en gevoeligheid, zullen wij jou blijven eerbiedigen en ervaren als een ‘heiligend’ fenomeen van Goddelijke Creativiteit.
Uit het stof van de dood oprijzen.
14. Want benauwenis is altijd nabij, wat wij om ons heen zien is, dat mensen niet meer in staat zijn, te ‘zien’ waar het ‘werkelijk’ om gaat in het ‘leven’ de samenleving en de maatschappij. Velen denken dat de wanorde en destructiviteit, en de nood van mensen, enkel door politieke en strijdbare uitspraken opgelost kunnen worden.
Behoed onze nek voor het zwaard van de vergelding.
15. Machteloos is de mens die gedwongen, in gebogenheid en op de knieën, moet toezien, of aan zijn ogen voorbij ziet trekken, al die gewelddadigheden, krachtmetingen en oorlogstaal van strijdvaardige lieden. Toch hebben ‘die lieden’ niet het laatste woord. Begrip, rechtvaardigheid, mededogen en de mens die zich laat leiden door ‘liefdesvermogen’ en rechtschapenheid, zullen uiteindelijk ‘mensheid’ in goede banen leiden.
Vanuit een ‘beginsel’ voortgang vinden.
16. ‘Liefdeswerkelijkheid’ was van den beginne af aanwezig als ‘beginsel’ in het scheppingsproces dat door eeuwenlange ‘ontwikkelingen’ en kenprocessen tot ‘liefdesvermogen’ heeft geleid. Het is en was ten alle tijden als oorzakelijkheid verbonden aan het ontstaan van al het leven op aarde. Liefdeswerkelijkheid en liefdesvermogen zijn de belangrijkste drijfveren en energieën, dat ‘mensheid’ op de been houdt, het zijn de krachten die door mededogen, waarachtigheid, eerlijkheid en rechtschapenheid, uiteindelijk de wereld zal doen redden.
Altijd zal er een streven zijn.
17. Er zal een dag of tijd komen, dat alle onenigheid, al de meningsverschillen, alle oneerlijkheid, conflicten en grensverschillen opgelost zullen zijn door; “Universele Liefdes Werkelijkheid”, door hartelijkheid, tederheid, aandacht, mededogen en vertrouwen in wederzijdse verbondenheid, daartoe zijn mensen in staat als zij dat willen.
Klaaglied; het wordt volbracht.
18. Christus geboorte, Christus komst, Christus gevangenschap, ‘zijn’ veroordeling, ‘zijn’ sterven aan het kruis, en ‘zijn’ verrijzenis, is als het verhaal van mensen. Is als de lijdensweg van mensheid, de vernietigingskracht van de mens, van een groep, van een volk kan enorm zijn, individuen en groepen van mensen kunnen de ‘mens’ tot de dood verknechten.
Goed en kwaad eeuwig in beweging.
19. In blinde hartstocht, door onenigheid en dwangmatigheid wordt vernietigd wat mensen door noeste arbeid en vlijtige inzichten hebben opgebouwd. Christus … en anderen hebben ons de handreikingen aangereikt om die onenigheid en dwangmatigheid te doen laten verdwijnen. Ja! “Universele Liefde” is de hulp die ons gegeven wordt, om de ‘wereld’ te verlossen van door mensen veroorzaakt ‘lijden’, hen daarvan te bevrijden!
Universele Levenskracht en menselijk onvermogen.
20. Aan ‘Universele/Liefdes/Levens/Werkelijkheid’ gingen als het ware explosies aan levenskracht vooraf waaraan ‘liefdespotentie’ haar kracht ontleende. Die grootheid in veelsoortigheid is ook explosief over de aarde verspreid. Als water is mensheid over de aarde uitgestort. Alle groei en opbouw werd echter met de regelmaat van een maatschappelijke klok echter weer teniet gedaan, door het brullend onvermogen van de haatdragende mens. Ai, Ai wat een groeipijn en wat een groeikracht vindt er plaats, die groeipijn laat de aarde schudden door wellust, brute kracht en onvermogen.
Groeikracht in groenheid en menselijk liefdesvermogen.
21. De kracht en de macht van Liefdes Werkelijkheid, zal daarentegen niet buigen voor het onvermogen van de mens. Het zaad van het ‘liefdesvermogen’ is in alle mensen gezaaid. In de mens zal het ooit tot groei en volwassenheid komen. Ook het ‘liefdesvermogen’ in de natuur is van alle tijden en zal de mens blijven uitnodigen en inspireren haar als voorbeeld te nemen, in al haar kwaliteiten van voortbestaan.
Het Heilige der heiligen en levenskwaliteit.
22. Ja, door het ‘Heilige’ in het Geestelijke, Genezende en Vormende vermogen tot Liefdes kwaliteit in het leven, zal de mens de strijd tussen goed en kwaad ten gunste van ‘liefdesvermogen’ tot een goed einde kunnen brengen.
Universele/Liefdes/Levens/Energie zal uiteindelijk de ‘onenigheid’ tussen de te onderscheiden energieën doen opheffen.
OH, “UNIVERSELE LIEFDES MACHT”
WEES AANWEZIG IN ONS
OPDAT WIJ ‘ONSZELF’ EN ELKAAR
ZULLEN KUNNEN BEVRIJDEN
VAN DE ONRUST
DIE ONS AL EEUWEN LANG
BELEMMERT ER VOOR ‘ELKAAR’ TE ZIJN
- Dat wij bevrijd mogen worden van zelfvernietiging
-
- Dat wij elkaar mogen bevrijden van knellende banden die ons benauwen
-
- Dat wij in ontzag door de eeuwig/durende geboorte van Liefdeswerkelijkheid ‘handelingsvaardig’ mogen worden. Dat wij de schepping, die ooit is begonnen, mogen helpen volwaardig te maken en in heelheid tot voltooiing te brengen.
-
- Ons knielen was van een gebrokenheid. Vol angst van de verwarring door de slagen die wij elkaar toebrachten.
-
- Dat wij gered mogen worden door de ‘liefdesverwachtingen’ die wij ‘terecht’ naar elkaar mogen uitspreken.
-
- Dat ‘liefde’ het gereedschap moge zijn dat ons kan redden. Vanaf onze geboorte is zij ons ingebracht en toegekend.
‘HET WORDT VOLBRACHT’
IS ALS EEN ZANGSTUK
ALS EEN LIEFDESLIED VAN ‘MENSHEID’
DAT HET MAG GAAN
VAN GENERATIE OP GENERATIE
DAT HET ALS ZAAD LIEFDE
ZAL VERMEERDEREN EN GROOT MAG WORDEN
ZODAT ‘VREDE’
ZICH OVER DE GEHELE AARDE
ZAL UITDIJEN.
Anthoon Lucas Budel
2014-04-14
Nijmegen
[1] UnLiW heeft de betekenis van Universele Liefdes Werkelijkheid.