vorige pagina   

Graag een korte reactie op dit verhaal naar: a.budel1@chello.nl

 

 2. Over Sagen Mythen en Gruwelverhalen - [Lijst verzamelde documenten]

2a. Over sagen, mythen en gruwelverhalen.

  

Brainstormen over de Samenhang in: -Vrede-Vrijheid-Welvaart-Gerechtigheid-Gewelddadigheid …

 Om tot een helder oordeel te komen, waarom een ‘tegenbeweging’ zo noodzakelijk is, is het gewenst terug te gaan naar vroegere tijden.

 Terug naar hoe het allemaal begon!

De roep om vrede is van alle tijden! De aanleiding om have en goed te verdedigen ook! Om goed te kunnen begrijpen waarom een ‘tegenbeweging’ zo belangrijk is, en waardoor een tegenbeweging tegen de neerwaartse spiraal van geweld en agressie ook mogelijk is, ondanks de ontkennende houding van velen, dat daar niets aan te doen is, denk ik dat we bij het begin moeten beginnen.  

Om er voor te zorgen dat een ‘tegenbeweging’ redelijke kans van slagen heeft, moeten we ruim 100 jaar terug in de tijd gaan. Terug naar hoe het op een zeker tijdstip begon.

 Over sagen, mythen, volks en fantasie verhalen gaat het dan. Ooit leefden wij in een tijd, zonder telefoon, radio en tv, films, computer en laptop’s. Vanuit de ontwikkelingsfasen in de evolutionaire tijdperken, toen de mensheid uit haar dierlijkheid ontwaakte, vond er echter na een zekere tijd, ‘menswording’ plaats. En daar begon het begin van wat de ‘tegenwoordige’ mens geworden is. En vanaf het begin van de ‘nieuwe tijd’, tot aan de vroege middeleeuwen, werden de mensen meer en meer bewust van zichzelf, wie zij waren, en wat ze zijn, en zij kregen het voor elkaar om door middel van de boekdrukkunst hun belevenissen in verhalen en vertellingen te laten circuleren, en door te vertellen, en te laten circuleren, binnen de toen bestaande leefgemeenschappen.

 Lectuur en Literatuur als verhalende verteltrant, is begonnen door op herhalende wijze, ervaringen, verwachtingen en angsten of gruwelijkheden te verwerken, of uit te spreken, en ze  door te vertellen. Opdat anderen ervan op de hoogte zouden geraken, of als waarschuwend voorbeeld te dienen. Volksverhalen bijvoorbeeld, zijn verhalen met een vertellende kern, met een begin, een midden, en een eind, betreffende handelingen van personen of angst aanjagende gebeurtenissen, die niemand begreep, en dat mondeling werd doorverteld, het deed er niet altijd toe, hoe oud het was, en of het waar gebeurd was, veelal had het een belerende, waarschuwende of pedagogische rol.

 Mythen en legenden, waren in de middeleeuwen hoofdzakelijk traditioneel en christelijk van aard.

 Sagen en volksverhalen, bestonden veelal uit angstaanjagende gebeurtenissen, met [onwetenschappelijke veronderstellingen] bovennatuurlijke invullingen, zoals; hekserij, tovenarij, spokerij, weerwolven, reuzen of kabouters, trollen, nachtmerries, witte wieven, duivels en spoken. Daar kwamen ook de verhalen uit voort; die van moedige of sterke mensen vertelden, of van bandieten en verborgen schatten, of onvindbare gouden sieraden.  

 In navolging op mythen, sagen en volksverhalen, ontstonden er in het begin van de vorige eeuw ook ‘broodje aap verhalen’ [fictie of verzonnen] ofwel fantasieën over oorlog en andere geweldsdelicten, stads of milieurampen op wereldschaal, en in de vorm van misdaad en catastrofale dreigingen, of verzonnen en opgeblazen gebeurtenissen. 

En dan kom ik aan bij de bedoeling van de aanhef van dit verhaal, terug naar hoe het allemaal begon, en dat is onderscheid proberen te maken, in het waarom en waarvoor, tussen de verhalen van ‘toen’, de vroege middeleeuwen, en; het waarom en waarvoor, en de grootte, de ernst, en de nieuwste soort aan bedreigende elementen, in de verhalen en de films die de 21ste eeuw bevatten.

 De wetenschap had in de vroege middeleeuwen nog geen antwoorden op al de wereldomspannende vragen, over hoe de aarde was ontstaan en was hij nou vlak of rond, en hoe is hij ontstaan? Vandaar de verhalen en verzinsels, die vaak behoudend en dogmatisch van aard waren, en dat weer in latere perioden een mengsel werd van oude verhalen en nieuwe kennis en wetenschap. Met de opkomst van de boekdrukkunst, kon iedereen praktisch zijn of haar mening verbeelden of verkondigen, (en later kwamen daarbij de mogelijkheden, om die verbeeldingen in filmbeelden weer te geven) en ontstond er een mix aan verzonnen en realistische verhalen, die in grote getalen via  het boek en de bibliotheken tot de mensen kwamen. Toen ‘na’ de ‘boekverspreiding’ de bibliotheken vol raakten van kennis en wijsheid, en daarna van wetenschappelijk vergelijkingsonderzoek, en de foto en filmindustrie tot grote bloei geraakte, was de grens tussen fictie en werkelijkheid, steeds vaker minder te onderscheiden. Langzaam maar zekere, raakte ‘de mens’ steeds verder weg van de ‘werkelijkheid’, en de oorspronkelijke bedoeling, van de verhalen en fantasie beelden van vroeger tijden. Dat inhield dat je, door middel van ‘de verbeelding’, onbekende zaken en bedreigingen het hoofd kon bieden, of verwerken.

 Het voorstellen van gebeurtenissen en gruwelverhalen in de tegenwoordige tijd, gaat anders, het heeft geen pedagogische ondersteuning of angstverwerking meer nodig. Het heeft nu een ander doel. Ze wil zo veel mogelijk mensen betrekken in het voorgestelde, om er bekendheid en roem mee te verdienen, en veel geld.

Het beschrijven of het vertellen en het uitbeelden van die gebeurtenissen, in gruwelverhalen, martelpraktijken, misdaad, oorlogshandelingen en geweldsdelicten, via de filmindustrie, nam vanaf het begin van de twintigste eeuw hand over hand toe. Dankzij de Polygoon journaals, en het vermogen om via filmverslag getuige te zijn van de beide wereldoorlogen, werd de mens ‘wereldwijd’ getuige van zijn eigen onvermogen om de vrede te bewaren. In ontelbare bioscopen werden en worden, gebeurtenissen die op een bepaalde plaats in de wereld plaatsvonden, op ontelbare plaatsen, vele malen aan miljoenen mensen getoond. En de kundigheid van de journalistieke verslaggeving zorgde ervoor dat niemand er onkundig meer van was. Een concreet nevenverschijnsel ervan is: een misdaad of gruwelijke onrechtvaardigheid, dat in kleine kring plaats vindt, wordt op deze wijze, onnoemelijk breed uitvergroot, en wordt door miljoenen mensen weer herbeleefd.

 Tot aan de dag van vandaag worden gewelddadige gebeurtenissen, oorlogshandelingen en catastrofale gebeurtenissen, minutieus uit de doeken gedaan, niemand kan meer zeggen, wij wisten het niet. En toen de radio en de televisie erbij kwamen, de telefoon, de computer, het internet en de laptop, worden ook alle mogelijke details, fragmenten en beelden, tot in den treure herhaald, en niet meer alleen in de bioscoop, de tv en in de huiskamer, maar ook op de computers in de slaapkamers van opgroeiende kinderen, en jong volwassenen.

 Toen de filmindustrie ontdekte dat er bakken geld aan te verdienen was, was het eind zoek. En men ging over van de Polygoon journaals, naar de Landelijke verslaggeving, de TV en het Internet. Maar de film bleef, en groeide en bloeide, van het maken van grappige bewegende beelden, en industriële ontwikkelingen, naar romantische films, drama, wereldconflicten, criminaliteit, moordcomplotten, moord en doodslag zaken, met filmfragmenten, die de meest gruwelijke voorstellingen van zaken bevatten die maar mogelijk zijn. Kortom deze industriële complexe bedrijven hebben niet alleen de media, maar ook de wereld niet alleen veroverd, maar ook in de houtgreep, in de zin van mateloze overdrijving en klakkeloze veelvuldigheid en veelvoudigheid, tot aan wie is de ‘beste’ daarin. En er ontstond een zekere [moorddadige] dwangmatigheid, die indoctrinerend werkzaam is gebleken, met als gevolg dat de ‘media’ haar eigen [gruwelijke] grenzen niet meer kent.

 Want de ‘veelheid’ aan reeksen van kleine agressieve incidenten, tot aan gewelddadige uit elkaar barstende en vernietigende gebeurtenissen door oorlog en terreur, nam hand over hand toe. Van de kleuter af aan, die onschuldig voor de tv zit te kijken naar een onafscheidelijke reeks aan gooi en smijtwerk, door de lucht vliegende menselijke figuren die tegen muren te pletter vallen. Tot aan adolescenten, die nog als jong volwassenen worstelen met hun drift en onredelijkheid, of hun onmacht zich staande te houden, worden zij er dag in dag uit mee overweldigd.     

 Ik eindig dan dit verhaal ook met de vraag, hoe gaan wij, hoe gaat de wereld om met deze ‘aanhoudende massamedia overrompeling’ die haar eigen grenzen niet kent?

 Wordt het niet eens tijd dat wij allen deze gebeurtenissen, eens een keertje op een rij zetten, zodat we bewust worden van de complexiteit, de veelheid, en de daadkracht ervan, die er uit voortvloeit voor sommige mensen. Hoe kunnen wij nog langer blijven wegkijken van de compleetheid, de veelheid en de complexiteit van die gruwel en geweldsbeelden, dat zijn invloed heeft binnen onze samenleving?

 En dit is nog maar een deel van het hele verhaal. Want het krijgt een vervolg, in de vraag, hoe leren mensen wat zij weten en kunnen, en hoe leren zij wat zij doen, is een logisch vervolg, niet dan?