Pierre Teilhard de Chardin: Hoe zal de mens meer mens worden?
HOE ZAL DE MENS, MEER MENS KUNNEN WORDEN?
1. Sinds eeuwen, heeft de mens zonder er weet van te hebben, grote veranderingen ondergaan op intellectueel gebied. Er heeft zich een proces van individualisatie voltrokken, waardoor er een voor iedereen levensbevattelijke ervaring heeft plaatsgevonden, om te kunnen overleven, en ‘anders’ om te kunnen gaan met elkaar. Waarbij er een heldere en ongecompliceerde wijze van denken ontstond, door socialisatie processen, middels kennis, normen en waarden met elkaar delen, en er van te leren. In leerprocessen van groepen en in grotere verbanden, door ‘menswaardiger’ met elkaar om te gaan.
2. Het is een gegeven dat; in al die eeuwen van persoonlijkheidsontwikkeling door de tijd heen, in rationele voortgang, goed nadenken, en redelijke voorstellingen er op nahouden, min of meer, de krachten van liefde en genegenheid, buiten beschouwing is gelaten.
3. Het lijkt erop dat men wel, geen enkele aandacht verloren heeft laten gaan, als het gaat om de geheime gebieden van de natuur en haar mechanica, en de psychologische kenmerken van de mens als die van haar soort. Dat zij de ‘liefde’ als levensvatbare energie; in te passen, in het dagelijks leven, met haar kleurrijke en creatieve uitwerkingen, dat ‘deze’ lange tijd verborgen is gebleven, in haar socialisatie proces. Het heeft zich lange tijd niet kunnen uitkristalliseren, tussen de individuele acts, van mensen en hun soortgenoten. Afhankelijk dat zij waren van culturele verbodens, doctrines en gewoontes.
4. De ‘liefde’ heeft inmiddels een belangrijke plaats ingenomen in ons denken. De liefde heeft zich in de voorbije eeuwen, doen overstijgen, uit het persoonlijke belang van enkel de man of de vrouw, boven de zorg uit voor het bezit en het kind. Door een gedrevenheid in enthousiast reageren op schoonheid en de kleurrijke schakeringen in het leven, is er een besef ontstaan, dat dingen een waarde hebben, dat bepaalde levensverrichtingen, een waarde vermeerdering kunnen ondergaan. ‘Waarde’ in de betekenis van wat je bezit of waar je naar verlangen kunt. Zo; ook met liefde-ervaringen, of liefdesverrichtingen. Waarin bijvoorbeeld, ‘het geestelijke ervaringsveld’ een belangrijke waarde/plaats heeft ingenomen, naast die van de persoonlijke liefdesbeleving.
5. Geest en liefdeservaringsmomenten, in het genoemde leerproces, hebben voor sublimatie en verfijning gezorgd in het menselijke ervaring en omgangsveld, door meerwaarde in de ‘waarde beleving’. Dat weer heeft gezorgd tot nieuwere vormen van bewustzijn, welbevinden en omgang met elkaar en de ander.
Eenwording door collectieve emancipatie.
6. Dat is de ware eenwording, tussen man en vrouw, tussen mensen en mensen, een ware eenwording door collectivisatie in de omgang met elkaar. ‘Emancipatie’ is een streven naar gelijke rechten, en bevrijding van het juk van onderdrukking. Maar ook het zich vrij maken van individuele dwangmatigheid naar bezit, en jezelf groter/beter voelen dan de ander.
7. De drive naar eenwording in de relationele sfeer, is sterk verbonden met de ware levensenergie, die wij ‘liefde’ noemen. Er is ooit een proces naar ‘eenwording’ op gang gekomen, die door liefdeservaring en liefdesverrichtingen gedragen wordt. Dat is een ‘wordend’ proces geworden, die door de geest, en ons denken aan het ontstaan is. Geest die leiding geeft aan ‘eenwording’ in ‘onze’ geest, en aan onze handelingen, zoals de aantrekkingskracht van liefde ons dat voorschrijft. ‘Wordend’ door ‘eenwording’ in de geest. En daarvoor is die collectieve emancipatie nodig. En daarbij, is de ontdekking van de ‘noősfeer’ een belangrijk gegeven geworden. Noősfeer is ontstaan vanuit een grote evolutionaire fase in de levensprocessen, tijdens de evolutionaire tijdperken op aarde. Het verbindt de vele geestelijke ontwikkelingen die plaats vinden in mensheid, met elkaar. Noősfeer overstijgt de Lithosfeer, de Biosfeer, en de Cybersfeer. En noősfeer kunnen we zien als het totale omhulsel of bovenlaag van de menselijke geest, als bewustzijns gebied, dat met ons brein in verbinding staat.
8. De noősfeer, die ‘wordend’ is, door de samenhang in ons denken, is voortdurend door de geest aan verandering onderhevig. Die in zijn drang naar vooruitgang, onderscheidend en samenwerkend, levensvatbare vormen van liefdesenergie, heeft ontwikkeld. Dat heeft kunnen gebeuren doordat vele ‘persoonlijkheden’ zich hebben doen gelden, door hun proces van sublimatie en verfijning, in het delen van liefdesenergie, in de persoonlijke en maatschappelijke sfeer. ‘Zij’, hebben zich kunnen ontworstelen uit de dadendrang, die de oermens zo getekend heeft. En ‘zij’ hebben zichzelf kunnen doen uitstijgen, naar een hogere vorm van psychisch en geestelijk welbehagen. Waardoor zij zich hebben kunnen onderscheiden als energieke levenskunstenaars, die de ontstane centra’s van georganiseerde meervoudigheid, naar een hoger plan hebben kunnen tillen. Dat wil zeggen; ‘groei’ door vereniging in de collectivisatie van samenlevingen, tot centra’s, van ontmoeting en leerzame contacten.
De ware eenwording in de geest.
9. De ware eenwording in de geest, is de voltooiing, die bestaat uit de samengestelde delen van alle elementen of onderscheidende delen, zoals die zich tot aan de dag van vandaag ontwikkeld hebben. Energieke samenhang, door menselijke meervoudigheid, waarbinnen de georganiseerde structuren bepalend zijn hoe de groei, en daarin het wederzijds begrijpen ontstaat, en het geheel in balans en op orde houdt. Door de eenheid brengende invloed van de te onderscheiden compartimenten, zoals dat door individuen zichtbaar wordt, dragen zij bij, voor de zorg naar elkaar, daarin een veelzijdig en erkend draagvlak vindend.
Een wereld dat bijeengehouden wordt door liefde.
10. Wij kunnen die kapitale waarheid beklemtonen; omdat vereniging differentieert, waarbij we ons de aarde voorstellen, en de mens daarin, voor alles geïnteresseerd is in het realiseren van vooruitgang in de natuurlijke sfeer, tot een universeel wezen. Van binnenuit, van geboorte af, is er een hartstochtelijk verlangen, één te worden in liefde. Dat verlangen kan het beste gedijen in een wereld waarin geen dwang aanwezig is, door concurrentie of dwangmatige neuroses, of door het beter willen zijn dan de ander. In een ‘vrije’ wilsbeweging, waarin concurrentie geen rol meer speelt, is het toch ook wel nodig dat men opofferingen pleegt ten gunste van de naaste, waarbij een zekere menselijke selectie [keuzevrijheid] onontbeerlijk kan zijn, waardoor er geen krachten verspild worden, dat ten nadele zou kunnen zijn aan een groei in menselijkheid, op weg naar een eindéénwording.
11. Dit zijn belangrijke aanwijzingen, opdat ons leven uiteindelijk zal ontsnappen, aan de tirannieke dwang van de materiële overdrijving. Waardoor er geen persoonlijke belemmeringen zullen zijn, om te groeien in de schoot van het ‘algemeen welzijn’, dankzij het 11de gebod: “heb elkander lief”.
12. Gedurende die vele eeuwen, kon slechts door ‘naastenliefde en broederschap’, middels morele geschriften, wrijvingen en verdrietelijkheden in de omgang der mensen, het aardse leven enigszins doen veraangenamen. Nadien we begrip hebben gekregen van het bestaan van een ‘noősfeer’!, dat ons via de ‘geest’ onthuld is geworden, daar wordt de ‘stem die ons waarschuwt’ steeds indringender. Zij, zegt niet alleen, heb elkander lief, maar zij zegt ook; heb elkander lief, of u zult allen ten onder gaan.
Wie naar het zwaard grijpt zal door het zwaard ten onder gaan …
13. In de hedendaagse wereld, zijn er nog steeds vele mensen die denken, dat met brute kracht, ‘brute kracht’ ongedaan kan worden gemaakt. Zij kunnen niet aanvaarden dat een alternatieve aanvaardbare macht, kan samengaan met een veelheid aan zachtheid en goedheid. Dit kan echter niet verhullen dat, geestelijke of energieke ‘stromingen’ ons waarschuwen, dat er een onvermijdelijk punt zal komen in de menselijke geschiedenis, die maar één richting uit kan gaan. En dat zal zijn; die van de vooruitgang in de menselijke evolutie, en dat die zich alleen maar in een hartstochtelijk samengebundelde macht, kan voortbewegen, en dat is die van de Universele Liefde.
14. Door alleen maar onze hoop te stellen op een sociale orde, die wordt verkregen door strakke regels en individuele onderdrukking, dan zou dit betekenen dat we onze hoop opgeven, van die van de ‘ware’ goddelijke geest, die de Universele Macht bezit, vrede voor alle mensen op aarde te volbrengen.
15. De ‘ware’ menselijke energie, die uit een scheppende, vormende en omvormende kracht bestaat, zal onweerstaanbaar blijven aandringen, dat de onfeilbaarheid van het universum of kosmische beginsel, niets in de weg mag worden gelegd. Ook al gaat de wereld [mensheid] door met haar destructieve krachtmetingen, ieder tijdperk kan zich daarvan bevrijden, door zich los te maken van de ketenen die haar bindt. Dat door haar innerlijke affiniteit ‘de aantrekkingskracht’, van de onafscheidelijke delen, de kracht zal blijven geven, in de door haar ‘natuurlijk’ vermogen gegeven kracht, haar onafscheidelijk met elkaar te blijven verbinden. Daarbij is van belang, dat we niet langer twijfelen over ons ‘menselijk’ vermogen, de ‘werkelijke waarde’ van ons mens-zijn, naar waarde in te schatten, dat een onvoorwaardelijke consequentie zal zijn voor het ontstaan van de Universele Allesomvattende Liefdesenergie.
De consequentie?
16. Wat is die consequentie? In onze beschouwende studie, over de menselijke energie, hebben we de merkwaardige eigenschap van ons denken waargenomen, de denkende molecuul van de noősfeer, de denkende laag of massa, die ons mensen totaal maakt, bij elkaar brengt zonder dat het een automatisme wordt. Die energieke vorm van energie, dat wij hier liefde noemen, bezit niet alleen de gave om te verenigen, maar ook om ‘ultrapersoonlijk’ te worden, een hogere vorm van ‘zijn’.
17. Laten we ons eerst eens bezinnen vanuit een hedendaagse gezichtspunt, kijken naar de individuele menselijke kern, de ‘kracht’ van de positieve instelling, dat transformatie [omzetting] in liefde bewerkstelligt. Onder invloed van het ‘voorstelbare’ het Omega, dat ons als het ware naar zich toetrekt, vanuit een toekomst. Door die kracht kan iedere ziel zich afzonderlijk omhoog richten, om ten volle te ontplooien, door de ontelbare veelheid aan gewaarwordingen, handelingen, teleurstellende ervaringen, verlangens en voorstellingen, wijzer wordend, samenvloeiend tot vereniging. Maar nu, wel in eenzelfde veranderingslijn, maar meer van een hogere orde, als de som van alle elementaire beginselen. Dat is in grote lijnen de groei van de menselijke energie, die zich op wereldschaal aan het vormen is, en zich naar toekomst beweegt.
18. Als je wilt, kun je zien dat de gehele mensheid, ‘aftastend’ zichzelf doet ontstaan, groeiend en zichzelf vermeerderend naar een nieuwe orde. Deze nieuwe orde dat vanuit een effectieve hartstochtelijke stroom, doorloopt en verbind, verbindt alles en iedereen, in verscheidenheid aan houdingen, gezichtspunten en inspanningen. Door de veelheid van de opgevoerde tegenstellingen, dat mensen eigen is, vindt er harmonie, dan wel disharmonie plaats. Hoe dan ook, zij verbindt een ieder met een ander aan elkaar, door liefdesenergie, waardoor er sprake kan zijn van collectieve vooruitgang. Met de ‘unieke drijfveer’ van de liefde, ‘liefde’ als universeel bindsel, dat in de persoonlijkheid van elk element besloten ligt, of ‘werkend’ aanwezig is.
19. Wat is het, dat dit van ons vraagt?
Dat is, dat we: de totale eenheid [in collectieve vooruitgang] van de Universele Liefdesenergie, als ideaal maken!
20. Liefde als historisch resultaat van menselijke ontwikkeling.
De totalisatie [collectieve vooruitgang], in het totale liefdesveld, van de menselijke energie. Daar staat tegenover: Het ideaal van de moderne samenleving, welzijn voor iedereen, door technici en technologie te realiseren, kun je als een droom zien, die haar doel voorbij schiet.
21. Ziedaar wat de liefde psychologisch wel kan doen, indien zij uitgebreid wordt op ‘Universele’ schaal.
22. En is dit wonder werkelijk bezig zich te verwezenlijken? Zo ja, dan moeten enkele sporen van deze wonderbaarlijke transformatie waarneembaar zijn in de geschiedenis. Kunnen wij die herkennen? De tot eenheid brengende macht van liefde in ons innerlijk leven. Wat kan daartoe een eerste benadering zijn geweest? Nergens duidelijker lijkt mij, is dat van de daad van christelijke naastenliefde, zoals die kan worden verondersteld in de moderne gelovige, en zij die de schepping hebben leren uitdrukken in termen van evolutie. In het zien van de schepping, zoals wetenschappers dit hebben kunnen neerzetten in de evolutie leer.
De kosmische Christus.
23. De ontstaansorde van de kosmologie, is kennis van het heelal, is als groeiproces te zien als draden van eeuwig leven aan elkaar verbonden. Dit moeten we niet verwarren met de komst van Christus, die als een wezenlijke aanwezigheid, nieuwe tijdruimtelijke verbindingen heeft gelegd,
door zijn handelingen en het ‘liefdesverbond’ dat via hem is begonnen met menswording. Christus is in wezen vergelijkbaar met het Omega, maar dan als toekomst, hij trekt ons naar zich toe, door zijn volmaakte aanwezigheid, in de geest van ons denken, in het totale proces van ‘eenwording’ in vereniging.
De werkelijkheid van Christus incarnatie.
24. Christus incarnatie in onze wereld, is werkzaam als voorbeeld, door vorming, omvorming of hervorming, maakbaar door onze geestelijke vermogens van overdracht in vaardigheid, collectiviteit en door communicatie.
25. Het verschijnsel ‘liefde’, met een goddelijke herkenbaarheid, heeft plaats gevonden in tijdperken van ontstaan en evolutie, door de geschiedenis heen, en het kan geen eenvoudig sporadisch toeval geweest zijn. Maar een proces van ontstane vormende liefde, met een ‘Universeel Liefdes Verbond’ als resultaat na lange tijden van evolutionaire ontwikkelingen.
“LIEFDE” DE MEEST MYSTERIEUZE ENERGIE VAN ALLE TIJDEN.
Anthoon Lucas Budel
26 januari 2016
Nijmegen
Pierre Teilhard de Chardin
Liefde als mysterieuze energie
Door mij overgeschreven en verduidelijkt uit: Energie Humaine, Ouvres
1939