vorige pagina

 

 

De Ware wijnstok  Joh.15 : 1-12

 

Een leven lang op zoek naar God?

Waar zijn we dan mee bezig, als we op de oude wijze op zoek zijn naar God?  Als we op zoek blijven naar de oude God, op de oude wijze, de historische God van het Oude en het Nieuwe testament, dan zullen we blijven zoeken tot we een ‘ons’ wegen, maar we zullen hem niet echt vinden. Althans …

 

Het kan ook niet, want hij bevindt zich niet in de hemel, zoals we inmiddels weten, zoals we dat ons vroeger voorstelden.  Hij of “DatWatHetOokIs”, bevindt zich ‘in’ het volle ‘leven’ en dat is lokaliseer baar, en dat is noembaar, het is zichtbaar, het is deelbaar, het is overdraagbaar en verenigbaar.   

 

Dat ‘leven’ dat bestaat uit miljarden uit zichzelf voortkomende levensimpulsen, expliciet waarneembaar, en vormend aanwezig door scheppende creativiteit, bezit een enorm groeiend en uitdijend vermogen in zich. Dat vorm en gestalte geeft aan onnoembaar vele voortbrengselen van organisch leven. Dat zich over de aarde heeft uitgebreid, voortbewogen, en voortbeweegt, vanuit een niet te noemen oorzakelijkheid, en heeft in het leven een liefdesactiviteit aangenomen dat aan ALL het leven in onze wereld schoonheid, gratie en inspiratie heeft gegeven, geeft en nog steeds geeft. ‘Dat’ zou kunnen zijn wat ‘wij’ God noemen en aanbidden, aanroepen en onze hulp aan afsmeken.

 

Maar dan bidden en smeken wij, dat een ‘alles overtreffende liefdesmacht’, waar wij geen zeggensmacht over zouden hebben, dat ‘deze’ ons zal redden en beschermen. Maar! … daarmee wordt er vanuit gegaan, dat die zeggensmacht niet vanuit onszelf aanwezig kan zijn, dat wij daarin afhankelijk zouden zijn, van een verre afstandelijke zwijgende God.

 

Het ‘zou’ zo kunnen zijn, maar ik geloof daar niet zo in. Naar mijn mening is dat niet helemaal juist. Het zou zelfs zó kunnen zijn, dat die liefdesmacht of kracht het meest werkzaam en aanwezig is, in ons mensen, dat het dáár daadwerkelijk aanwezig is, dat het ‘in ons’ werkzaam is, dat wij dit ‘aan elkaar kunnen en mogen afsmeken’ in goedertierenheid.

 

Over ons ‘liefdesvermogen.

Die scheppende grootheid, of de veroorzakende instantie, dat all het leven op aarde heeft veroorzaakt, heeft ons mensen het vermogen gegeven, het leven op aarde in goede banen te leiden. En dat ‘vermogen’ is “liefdesvermogen”. Het is in ons werkzaam, van den beginne af aan zelfs, het wordt ons met onze geboorte mee gegeven, als het ware wordt het als een speciale levenskracht in ons ingeplant, ik noem het vonk van leven.

 

Al zoekende, als god/zoeker,  ben ik tot een persoonlijke conclusie gekomen. Het is niet God die onze wereld zal redden, het is het ‘geloof van ons mensen’, die de wereld kan of zal redden. Het is niet voldoende dat het geloof in een God de wereld [menswording] een ‘schwung’ in de goede richting heeft gegeven, nee, daar zullen wij, ‘mensen’ zélf een bijdrage aan moeten doen. Wij zijn niet afhankelijk van God, wij kunnen zelf de wereld een schwung in de goede richting geven, door liefdeskwaliteit.  En dat is ook gebeurd, bijvoorbeeld 2000 jaar geleden, door de mens Christus, die ons daarin is voorgegaan. Aan ‘hem’ en vele anderen, kunnen wij nog steeds het goede voorbeeld nemen. Hij, en hen, zijn voor ons zichtbare voorbeelden van praktische liefdeswerkelijkheid geworden, in mensengedaanten, zij hebben ons op het juiste spoor gezet [voortgang] zij sporen ons aan, om samen te werken in liefdesrealiteit, in de praktijk van alle dag.

 

Nu na twee eeuwen christendom, zullen we ons dienen te herbezinnen, op de verwachting dat een God of godheid, ons zal kunnen bevrijden van hel en verdoemenis. En het is de vraag of de huidige kerken, met hun geloofstradities, van afhankelijkheid zijn, ons niet op het verkeerde been hebben gezet.! Want inmiddels wordt het toch wel duidelijk dat we het echt ‘zelf’ dienen te doen, in de praxis van iedere dag dat wij leven, samen en met elkaar. ‘Godheid, Religie en Geloofsgemeenschap’ kunnen ons daar een hulp bij zijn, maar … geloofhoop – en liefde zijn hierin toch echt de pijlers waarop wij kunnen steunen.

 

Christus zegt ons; “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. In Johannes 15 1:12 zegt hij; Ik ben de ware wijnstok, en mijn Vader is de wijngaardier. Dit zou je als volgt kunnen uitleggen. De ranken zijn de mensen, en als zij geen vrucht dragen [liefde], dan is dat niet best voor de wijngaard. De wijngaardier [Christus] heeft het op zich genomen, om er voor te zorgen dat de ranken in de wijngaard er gezond voorstaan, opdat zij gezonde en rijpe vruchten zouden voortbrengen.  De ranken zijn de mensen, en de vruchten zijn de mensenkinderen. Hij zegt in feite; Ik ben de wijnstok, ik geef jullie het goede voorbeeld, opdat jullie je liefde/drive op een goede manier zullen aanhangen en laten voorbestaan, en de ‘Wijngaardier’ is de oorzakelijk scheppende instantie die het leven op aarde mogelijk maakte. Jullie kunnen geen goede vrucht uitdragen, zonder deze liefde/drive, de ranken dienen aan de wijnstok verbonden te blijven in goede samenwerking.

 

In het kort gezegd, als de wijnstok het ‘leven’ is [groei-activiteit], zijn de ranken de mensen die zorg en aandacht nodig hebben, om een gezonde wijngaard te vormen, of een gezonde gemeenschap te kunnen zijn. Christus zegt ons, blijf alsjeblieft verbonden met elkaar in liefde. En die ‘liefde’ is dan de onverbrekelijkheid die het ‘leven’ in stand houdt zoals het in haar natuurlijke staat hoort te zijn. Liefde is het ‘cement’ van het samenbindend vermogen tussen verschillende polariteiten, zoals het mannelijke en het vrouwelijke, tussen het zwakke en het sterke.

 

Als we het dan over Gods ‘onvoorwaardelijke liefde’ hebben, hebben wij het, mijn inzien’s, voornamelijk over de ‘onvoorwaardelijke samenwerking’ in het menselijke [organische] leven, oftewel het groei vermogen van menselijke creativiteit in liefdesverband binnen de samenleving waarin wij leven.

 

De roep naar onvoorwaardelijke liefde …

Christus zegt tot ons; blijft alsjeblief verbonden met elkaar in liefde, aandacht en mededogen! En ‘liefde’ is hier wat het onverbrekelijke uitmaakt van dat wat het leven in stand houdt [het wezenlijke]. Dat is de intensiteit, de spiritualiteit van het leven, dat verbonden is met ‘geest’, geest die in ieder mens aanwezig is, en verbonden is met een geestelijke bewustzijns/laag, die je ‘nous’ of noösfeer kunt noemen. Hier kunnen we dan de ‘onvoorwaardelijke liefde’ zien als een onvoorwaardelijke samenwerking, dat scheppend en creatief, ‘mensheid’ liefdeskwaliteit  geeft, en mensheid tot voltooiing kan brengen

 

Christus vraagt niet alleen van ons, om zorg te dragen over ons zelf, maar ook voor de ander en anderen. Wat ons gevraagd wordt is, dat we open blijven staan voor ‘iedereen en allemaal’, zodat liefde op allerlei niveaus haar uitwerking kan doen, haar invloed hebben, zonder belemmeringen, zonder rancune, afgunst of dualiteit.

 

En dat is voor ieder van ons een leerzame weg die de moeite waard is om te blijven gaan, vandaag, morgen, hier, thuis, op het werk, op straat, waar je, je ook maar bevindt.

 

La Lucas

Nijmegen

 

[De ‘velen’ die ons in wijsheid zijn voorgegaan: Hildegard van Bingen – Hadewijch/Beatrijs van Nazareth – Jan van t Kruis – Ruusbroec – Teilhard de Chardin – Titus Brandsma – Edward Schillebeeckx – Huub Oosterhuis – Bruno Borchert – Dag Hammarskjold e.v.a.]