vorige pagina

Graag een korte reactie op dit verhaal naar: a.budel1@chello.nl

LIEFDE’

 

‘LIEFDE’ IS EEN NATUURLIJK FENOMEEN.

 

 Het  NATUUR  VERSCHIJNSEL ‘liefde’.

 

‘LIEFDE’ IS EEN BIJZONDER ‘SPECIFIEK’ NATUURVERSCHIJNSEL:

Over het ontstaan van het natuurverschijnsel liefde, zoals we dat nu kennen, daar wil ik proberen wat duidelijkheid in te scheppen. Ooit waren er tijdperken van ontstaan in de wordingsgeschiedenis van de mens. Verschijningsmomenten van levens van ontstaan gingen daaraan vooraf. Ooit was er de geboorte van de menselijke soort, daarna kwam het denken over de dingen van het leven. En daarop volgde het denken op een hoger niveau, het tijdperk van de wordingsgeschiedenis dat Neolithicum wordt genoemd. De Homo Sapiens, zoals Teilhard de Chardin het zo mooi heeft uitgelegd in: “Het Verschijnsel Mens”.

 Liefde, intimiteit en seksualiteit horen bij elkaar, zijn afhankelijk aan elkaar, vormen samen een geheel in de menselijke psychologische en lichamelijke belevenis, in de complexiteit van het leven van ons bestaan. Ik wil hier graag proberen te vertellen hoe het begrip ‘liefde’ zou kunnen zijn ontstaan, en is blijven voortbestaan, in de wordingsgeschiedenis van de mens. Dat is van belang om tot een universele betekenis te komen betreffende liefdeswisseling tussen mensen, in het bijzonder tussen alle (H+.L.H.B.T.I.) mensen.

 

Waarom is ‘Liefde’ een natuurlijk fenomeen?

Als je enkel en alleen naar het ‘natuurlijke leven’ op aarde kijkt dan zie je het ‘leven’ in al haar grootsheid. Ooit domineerde het ‘leven’ de natuur. En was zij in de zee, in de wateren, op de aarde en in de lucht ongestoord aanwezig. Daarbij stel ik me dan voor dat, in het jongste tijdperk van de menselijke ontstaansgeschiedenis, er op wereldschaal, toen de menselijke diersoort zich nog niet massaal tot grote steden hadden verzameld en er nog geen grootschalige industrieën bestonden, dat de ‘natuur’ nog overal in haar oorspronkelijke hoedanigheid om hen heen aanwezig was. Dat toen het ‘leven’ het nog voor het zeggen had, dat er toen een tijdsmoment is geweest, dat de ‘mens’ vanuit zijn natuurlijke oorspronkelijkheid nog dicht bij de natuur stond. Dat die mens toen zich ook bewust werd van de grootschalige grootsheid en schoonheid van de levendige natuur om hen heen.

 Liefde als natuurverschijnsel.

In onze tijd nu, zijn we in staat het ‘totaal’ van het leven ‘de natuur’ via boeken, natuurfilms, tijdschriften en scholastieke werken, de ontzaglijke grootsheid, veelheid en schoonheid, ervan te beleven en overzien. Die veelheid van al het leven op aarde, in de zee en in de lucht is van een grootheid dat een mens alleen niet behappen kan.

Steeds minder mensen ervaren die natuur nog dagelijks om hen heen, het is een gegeven dat mensen verder weg groeien van natuurbeleving. En natuurbeleving is een noodzakelijk energie proces, dat een mens in staat doet zijn, andere mensen te ervaren als sociale wezens die elkaar kunnen waarderen, respecteren en lief hebben.

 Ooit was er dus een tijd dat wij mensen zo dicht bij de natuur leefden dat wij volledig in die natuur verbonden waren, Zo dichtbij dat wij de schoonheid van die natuur tastbaar ervaarden door ruik en tastzin, door ervan te proeven er van te eten, en om er geestelijk van doordrongen te geraken. De levendigheid van die directe natuur om ons heen, heeft ons ook zin en contactvaardigheid gebracht. Het lijkt mij dan ook heel zinnig te veronderstellen dat ons vermogen andere mensen lief te hebben, dat dat vermogen ons door de natuur is aangereikt, aangeboren of van nature eigen is. Maar dat we er wel mee hebben moeten leren omgaan.

 De werkzame kracht van de natuur.

Die werkzame kracht van de natuur heeft ons tot liefdesvermogen gebracht. Zon, water, vuur en lucht heeft het leven op aarde voortgebracht, dat zijn de elementen waaruit we zijn opgebouwd, en dat is energie, allemaal energie dat het leven doet voortbestaan. Kijk naar de bloemen, de planten, de bomen, de vogels, de vissen, de dieren en de mensen, allemaal schoonheid aan leven op aarde. Kijk naar de bloemen, de vogels en de vissen, allemaal levende organismen ontstaan in vorm en kleurenpracht. Allemaal afstralingen van levende scheppende liefdes energie. Allemaal leven met voortplantingsdrift dat door kleur en energie de menselijke soort tot  een eigenzinnige voortplantingsdrift hebben geleid.

Lees verder over wat Pater Theoloog Filosoof Palentoloog:  Pierre Teilhard de Chardin ons daarover verteld. (klik hier)

 Wordt vervolgd.