Pierre Teilhard de Chardin: Hoe zal de mens meer mens worden?
De ware eenwording in de geest.
9. De ware eenwording in de geest, is de voltooiing, die bestaat uit de samengestelde delen van alle elementen of onderscheidende delen, zoals die zich tot aan de dag van vandaag ontwikkeld hebben. Energieke samenhang, door menselijke meervoudigheid, waarbinnen de georganiseerde structuren bepalend zijn hoe de groei, en daarin het wederzijds begrijpen ontstaat, en het geheel in balans en op orde houdt. Door de eenheid brengende invloed van de te onderscheiden compartimenten, zoals dat door individuen zichtbaar wordt, dragen zij bij, voor de zorg naar elkaar, daarin een veelzijdig en erkend draagvlak vindend.
Een wereld dat bijeengehouden wordt door liefde.
10. Wij kunnen die kapitale waarheid beklemtonen; omdat vereniging differentieert, waarbij we ons de aarde voorstellen, en de mens daarin, voor alles geïnteresseerd is in het realiseren van vooruitgang in de natuurlijke sfeer, tot een universeel wezen. Van binnenuit, van geboorte af, is er een hartstochtelijk verlangen, één te worden in liefde. Dat verlangen kan het beste gedijen in een wereld waarin geen dwang aanwezig is, door concurrentie of dwangmatige neuroses, of door het beter willen zijn dan de ander. In een ‘vrije’ wilsbeweging, waarin concurrentie geen rol meer speelt, is het toch ook wel nodig dat men opofferingen pleegt ten gunste van de naaste, waarbij een zekere menselijke selectie [keuzevrijheid] onontbeerlijk kan zijn, waardoor er geen krachten verspild worden, dat ten nadele zou kunnen zijn aan een groei in menselijkheid, op weg naar een eindéénwording.
11. Dit zijn belangrijke aanwijzingen, opdat ons leven uiteindelijk zal ontsnappen, aan de tirannieke dwang van de materiële overdrijving. Waardoor er geen persoonlijke belemmeringen zullen zijn, om te groeien in de schoot van het ‘algemeen welzijn’, dankzij het 11de gebod: “heb elkander lief”.
12. Gedurende die vele eeuwen, kon slechts door ‘naastenliefde en broederschap’, middels morele geschriften, wrijvingen en verdrietelijkheden in de omgang der mensen, het aardse leven enigszins doen veraangenamen. Nadien we begrip hebben gekregen van het bestaan van een ‘noősfeer’!, dat ons via de ‘geest’ onthuld is geworden, daar wordt de ‘stem die ons waarschuwt’ steeds indringender. Zij, zegt niet alleen, heb elkander lief, maar zij zegt ook; heb elkander lief, of u zult allen ten onder gaan.
Wie naar het zwaard grijpt zal door het zwaard ten onder gaan …
13. In de hedendaagse wereld, zijn er nog steeds vele mensen die denken, dat met brute kracht, ‘brute kracht’ ongedaan kan worden gemaakt. Zij kunnen niet aanvaarden dat een alternatieve aanvaardbare macht, kan samengaan met een veelheid aan zachtheid en goedheid. Dit kan echter niet verhullen dat, geestelijke of energieke ‘stromingen’ ons waarschuwen, dat er een onvermijdelijk punt zal komen in de menselijke geschiedenis, die maar één richting uit kan gaan. En dat zal zijn; die van de vooruitgang in de menselijke evolutie, en dat die zich alleen maar in een hartstochtelijk samengebundelde macht, kan voortbewegen, en dat is die van de Universele Liefde.
14. Door alleen maar onze hoop te stellen op een sociale orde, die wordt verkregen door strakke regels en individuele onderdrukking, dan zou dit betekenen dat we onze hoop opgeven, van die van de ‘ware’ goddelijke geest, die de Universele Macht bezit, vrede voor alle mensen op aarde te volbrengen.
15. De ‘ware’ menselijke energie, die uit een scheppende, vormende en omvormende kracht bestaat, zal onweerstaanbaar blijven aandringen, dat de onfeilbaarheid van het universum of kosmische beginsel, niets in de weg mag worden gelegd. Ook al gaat de wereld [mensheid] door met haar destructieve krachtmetingen, ieder tijdperk kan zich daarvan bevrijden, door zich los te maken van de ketenen die haar bindt. Dat door haar innerlijke affiniteit ‘de aantrekkingskracht’, van de onafscheidelijke delen, de kracht zal blijven geven, in de door haar ‘natuurlijk’ vermogen gegeven kracht, haar onafscheidelijk met elkaar te blijven verbinden. Daarbij is van belang, dat we niet langer twijfelen over ons ‘menselijk’ vermogen, de ‘werkelijke waarde’ van ons mens-zijn, naar waarde in te schatten, dat een onvoorwaardelijke consequentie zal zijn voor het ontstaan van de Universele Allesomvattende Liefdesenergie.